Nadat
president Morsi in België op bezoek gekomen is om met eerste
minister Di Rupo te onderhandelen, nadat hij ondertussen door de
heersers van de wereld al erkend is als partner in de uitbuiting en
onderdrukking, ontploft het weer serieus in de straten van Egypte.
Het
is maandag begonnen, in de Mohammed Mahmoud straat
(of anders gezegd: de straat van de ogen van de vrijheid), met
confrontaties ter herdenking van de gevechten (tegen het leger) die
vorig jaar in deze straat plaatsvonden en waarbij 40 mensen het leven
lieten. Deze botsingen gaan enkele dagen door en op woensdag worden
de kantoren van Al-Jazeera op het Tahrir-plein aangevallen met
molotovcocktails. Donderdag dan verklaart Morsi zichzelf tot
alleenheerser. En vervolgens ontploft het langs alle kanten. De
gebouwen van de moslimbroeders worden vernield in Ismaïlia, in Port
Saïd (de plek die we ons herinneren van de moordpartij op de ultra's
– die actief aan de strijd deelnemen – in februari 2012), in
Alexandrië (waar er een anarchistische vlag van op de eerste
verdieping wappert samen met een spandoek waarop dezelfde woorden te
lezen zijn die we kunnen terugvinden op de ruiten van vele taxi’s
in de stad: “moslimbroeders niet welkom”), het voorbeeld volgend
van Malhala (gekend voor zijn textielindustrie en de opstand van
2008) waar de bureaus van de moslimbroeders in oktober door
gewelddadige vlammen vernield werden.
Maar
eigenlijk is het allemaal helemaal niet begonnen op die fameuze
maandag in de Mohammed Mahmoud straat.
De spanningen tegen de moslimbroeders waren al een serieuze tijd aan
het stijgen. Je kon het voelen in alle straten en Morsi’s
beslissing om alleenheerser te worden was niet meer dan een vonk die
de woedende geesten in brand heeft gestoken. Als een snelkookpan die
je opendoet zonder de stoom eerst af te laten: alles vliegt in je
gezicht en in alle richtingen.
Maar
eigenlijk is het allemaal helemaal niet begonnen op die fameuze
maandag in de Mohammed Mahmoud straat.
Het is begonnen in januari 2011, en zelfs veel daarvoor, toen massa’s
mensen de straat op kwamen om Moebarak weg te jagen, om de vrijheid
te veroveren en een einde te maken aan de uitbuiting. En dat is
sindsdien nooit opgehouden.
De botsingen
met de moslimbroeders die vandaag plaatsvinden verbazen ons niet.
Sinds de val van de dictator Moebarak is het verhitte sociale klimaat
in Egypte nooit afgekoeld. Van contestaties en confrontaties tegen de
macht (het leger of de moslimbroeders), tot een indrukwekkende reeks
van wilde stakingen door uitgebuite arbeiders (deze stakingen werden
verre van door de vakbond opgeroepen zoals dat bij ons gebeurt ;
het zijn stakingen afgekondigd door arbeiders die zichzelf
organiseren in basisvakbonden), tot protesten en aanvallen van
bewoners die uit hun huizen gezet worden door het leger om er grote
bouwprojecten te kunnen installeren voor de rijken, de vernieling van
de Syrische ambassade in Caïro in solidariteit met de revolutie
ginds, revolutionaire graffiti overal, betogingen tegen het
patriarchaat dat een erg aanwezige macht blijft in de Egyptische
samenleving en zich onder andere uit in het aanranden van vrouwen op
straat en het onderwerpen van vrouwelijke manifestanten aan
maagdelijkheidtesten na arrestatie,…
Eens men de
smaak van vrijheid geproefd heeft, wordt men niet meer zo gemakkelijk
beteugeld. Het is daarom dat er in de periode van januari 2011 (de
val van Moebarak) tot vandaag meer arrestaties en doden zijn gevallen
dan tijdens de gevechten tegen de ex-dictator. Eerst tijdens de
periode voor de verkiezingen (op rekening van het leger), en
vervolgens tijdens de periode erna (dus op rekening van de
moslimbroeders en allen die hen steunen en met hen samenwerken).
Maar vandaag
gaat het niet over een gevecht gelijk aan dat tegen Moebarak. Het
gaat hier over een gevecht dat de hele bevolking verdeelt. Zij die de
broeders blijven steunen (dit zijn ook de verschillende islamistische
groepen, salafisten inclusief), zij die zich ertegen revolteren. Het
is op verschillende plaatsen al tot gevechten tussen aanhangers en
tegenstanders gekomen. Maar ook in het kamp van de revolterende
mensen is er verdeeldheid. Er zijn impulsen aanwezig van zij die het
vorige regime nog altijd steunen, van liberalen, van linksen, van
anarchisten en van zij die gedesillusioneerd zijn in de broeders en
alle politiek. Het gaat hier niet enkel over een gevecht van “allen
tegen de dictator”, maar over iets veel diepgaander dan dat.
Zoals dat
met alle revoluties het geval is, zal het ook hier niet direct gedaan
zijn. Het gaat hier niet over een “eenmalig spektakel om te
consumeren” dat de volgende dag weer mooi opgekuist wordt. Laten we
dus doorgaan met na te denken over hoe we ons kunnen solidariseren
met allen die niet opgeven met strijden tegen de overheersing en de
uitbuiting.