dinsdag 30 september 2014

Een doodlopende straat

Gaza is het toneel van oorlog, de wereld kijkt toe


In Gaza worden de doden geteld na de zoveelste intimidatie van de Israëlische Staat. De omsingeling en verstikking van het lapje grond dat de Gaza strook is, is al lang een voldongen feit. De moorddadige militaire incisies zijn hiervan slechts een bevestiging.

De arrogantie waarmee het Israëlische leger haar operaties kan uitvoeren onder het oog van de camera's van de gehele wereldpers, is frappant. Maar ze is enkel verbazingwekkend voor diegenen die naïef dachten dat de politiek en haar internationale belangen gedreven worden door morele gedragsregels. De wereldpolitiek is even pragmatisch als opportunistisch.

De cynische conclusie van deze militaire actie, is dat er twee winnaars zijn; Hamas en de Israëlische Staat. Hamas kan zich op de borst kloppen alleen al omdat ze tout court nog bestaat na de zoveelste agressie van één van de indrukwekkendste legermachten ter wereld. Daarenboven heeft die legermacht de Gaza strook niet compleet onder de voet gelopen, volgens Hamas ongetwijfeld ook een gevolg van haar “verzet”. Een verzet dat vooral bestaat uit raketten afschieten richting Israëlisch gebied en die totaal willekeurige doelen raken (en hoofdzakelijk niets raken). De machtspositie van Hamas is amper aangetast want wie anders zal de inwoners van de Gaza strook beschermen tegen eliminatie?

De Israëlische Staat heeft nogmaals door een militaire operatie de noodzakelijkheid van die operatie gelegitimeerd. Tientallen tunnels die aan haar controle ontsnapten, vernietigd en terroristische bases die haar veiligheid rechtstreeks bedreigden, weggevaagd. Welke gehoorzame burger kan dan nog de noodzaak van dat militaire optreden in twijfel trekken? Ondertussen overheersen de oorlogsretoriek en de militarisering de Israëlische maatschappij. De reële tegenstellingen in de maatschappij (racistische discriminaties en klassenconflicten) worden verhuld door “de dreiging van de gemeenschappelijke vijand”. Hoe meer brutaliteiten de Israëlische Staat begaat in naam van Israëlische bevolking, hoe meer die bevolking afhankelijk wordt van die Staat tegen eventuele wraakpogingen. Hoe minder verzet van mensen met Israëlische paspoorten tegen de terreur van de Israëlische Staat, hoe meer willekeurige wraakacties weerklank zullen vinden.


Het sprookje van de Twee Staten oplossing

De Palestijnse vlag mag dan overal tentoongesteld worden als symbool van verzet tegen Israëlische kolonisatie, het bestaan van een Palestijnse Autoriteit heeft hoofdzakelijk de Israëlische Staat voordeel opgeleverd. De Gaza strook die officieel geen Israëlische kolonies meer heeft (sinds Sharon in 2005 alle kolonisten dwong te vertrekken), is in een permanente wurggreep van het Israëlische leger. Haar inwoners zijn afhankelijk van de machtsspelletjes van Hamas en de Israëlische Staat in hun dagelijkse overleven. Op de Westelijke Jordaanoever wordt de bewegingsruimte voortschrijdend ingeperkt door het Israëlische leger (regelmatig met medewerking van de Palestijnse Autoriteit) en kolonisten. Het economische overleven is ook grotendeels afhankelijk van het 'buurland'. De Israëlische Staat heeft de vrije hand om “de veiligheid en integriteit van haar grondgebied en bevolking te beschermen” zonder dat ze enige verantwoordelijkheid moet dragen voor de inwoners van de Palestijnse gebieden (toch voor diegenen die geen kolonisten zijn). Een Palestijnse Staat die de dagelijkse vernederingen van haar inwoners verhindert, is een illusie. In werkelijkheid draagt ze bij aan de onderdrukking van de bevolking, op eigen initiatief of op vraag van de Israëlische Staat. De “Twee Staten oplossing” is een doodlopend straatje, maar het is in het voordeel van de Israëlische Staat dat niemand dat doorheeft.

Inderdaad, in Israël gaan er stemmen op die pleiten voor meer stappen in de richting van de volwaardige erkenning van een Palestijnse Staat. Het zijn stemmen die vrezen dat de Palestijnse Autoriteit zal imploderen en dat Israël verplicht zal zijn om alle inwoners van Palestijnse gebieden als Israëlische burgers te erkennen. Dat zal het ingewikkelder maken om een systeem van apartheid in stand te houden en te legitimeren. Kortom het zionistische project van Israël als “joodse Staat” komt dan in het gedrang.

Zelfs indien zo'n scenario zich zou voltrekken, is dit geen weg naar een “rechtvaardige maatschappij” voor de gehele bevolking. Ongetwijfeld zal deze nieuwe Staat snel andere middelen vinden om onder haar eigen onderdanen racistische en sektarische breuklijnen te voeden en uit te buiten, zoals alle andere Staten. De militaire bezetting en haar dagelijkse vernederingen zullen enkel een gedaantewisseling ondergaan.

Twee Staten of één enkele Staat, beide zijn ze geen middel tot emancipatie van de inwoners van de Israëlische en Palestijnse grondgebieden.



De lege retoriek van het Verzet

De verdediging van de “Palestijnse Zaak” is vaak ingezet voor binnenlands gebruik door allerhande leiders van “anti-imperialistische” regimes (gelinkt aan een pan-arabisch, socialistisch of islamistisch discours). Wanneer die regimes, zoals de Syrische dictatuur van Assad of het theocratische regime van Iran, steun hebben gegeven aan de Palestijnse verzetsorganisaties dan was dat zeker niet om de strijd voor vrijheid te ondersteunen, maar om de Palestijnse revolte te beheersen en te kanaliseren. Die revolte heeft immers zovele gevechten elders geïnspireerd en kon dat ook altijd in de regimes in kwestie zelf doen. Vandaag is duidelijk dat hoe moeilijk het ook mag zijn, het absoluut noodzakelijk is om autonome haarden van verzet en strijd te laten groeien. Verzetshaarden die onafhankelijk zijn van de tirannen van elders, onafhankelijk van de geopolitieke spelletjes die de staten van de hele wereld spelen op de rug van de bewoners van de Palestijnse gebieden en kampen; onafhankelijke en zelfgeorganiseerde verzetshaarden.

Ook in West-Europa is de verontwaardiging over de “Palestijnse Zaak” lange tijd gecultiveerd door linkse, socialistische partijen die het als mobiliserings- en rekruteringsmiddel inzetten. Tegenwoordig komen daar nog nieuwe (religieus-)fascistoïde groepen bij (die graag teruggrijpen naar de oude, racistische mythe van het “joodse complot”). Een “solidariteit” die dient om de eigen autoriteit te versterken en/of te vergroten, kan enkel een lege doos zijn. Zulke instrumentaliseringen verwerpen vraagt om het gevecht voor vrijheid op de voorgrond te plaatsen, een gevecht dat zich zowel op de Westelijke Jordaanoever als in Europa, zowel in Syrië als in Latijns-Amerika afspeelt; een gevecht dat zich noodzakelijkerwijze moet kanten tegen alle opleggingen, alle vuile politieke manoeuvres, elke reactionaire en conservatieve visie.

Want het moet gezegd worden. Ook in de Palestijnse gebieden zijn er gelijkaardige dynamieken. Het discours van Verzet wordt overgeheveld van de oude politieke organisaties naar de nieuwe Palestijnse Autoriteit om de verworven postjes en privileges te legitimeren. Ondertussen proberen de Westerse Ngo's om het nog bestaande verzet in een morele dwangbuis te steken opdat ze verteerbaar wordt voor haar donoren; een morele dwangbuis die bestaat uit het verwerpen en veroordelen van gewelddadige botsingen, rellen, sabotages en gewapende strijd.

Autonome initiatieven van verzet, dat wil zeggen onafhankelijk van en vijandig tegenover de bestaande machtsgroepen, zouden kunnen zuurstof geven aan vrijheidslievende ideeën en barsten veroorzaken in de permanente oorlogsmobilisatie en de verstikkende militaire bezetting. Zowel ginder als hier



[Post Scriptum: Een korte tekst als deze of zelfs een veel langere, kan onmogelijk de gehele situatie in al haar nuances bevatten. Hier werd de militaire actie in de Gaza strook als vertrekpunt genomen, en met deze “militaire” draad werd er verder geborduurd. Een ander uitgangspunt of een meer uitgediepte analyse zal andere punten naar de oppervlakte brengen.]



-----------------------



Wanneer de conflicten op het Israëlisch en Palestijns grondgebied weerklank vinden in de Europese straten, is het schering en inslag dat allerhande ordebewakers oproepen om de buitenlandse conflicten niet te “importeren”. Ondertussen en in alle luwte trekt de repressie industrie zich niets aan van grenzen en importeert of exporteert het naar lieve lust nieuwe controletechnologieën en instrumenten voor slachting.

Het Europese onderzoeksproject FP7 (dat inmiddels werd opgevolgd door Horizon 2020) deelde tientallen miljarden euro’s subsidies uit aan universiteiten en bedrijven in de EU-landen, enkele Europese buurlanden en Israël. Naast Europa's grootste wapenbedrijven, kwamen ook verschillende Israëlische spelers in aanmerking. Het Israel Aerospace Industries (een wapenbedrijf van de Israëlische Staat) kreeg geld voor het aanpassen van haar drones aan “Europese noden”: voor grensbewaking tegen immigratie, als wapen tegen binnenlandse onrust en in de bestrijding van criminaliteit. Elbit Systems (Israëlisch bedrijf dat onder andere mede de muur gebouwd heeft) werd ingeschakeld in een onderzoeksproject ter beveiliging van de Europese luchthavens en de Israëlische Academie voor anti-terrorrisme en veiligheid kreeg subsidies voor het bieden van hulp aan de EU met betrekking tot anti-radicaliseringsstrategieën. Andere bevoordeelde spelers zijn de Israëlische tak van de multinational Motorola (die “virtual fences” bouwt rond de Israëlische kolonies) en Aeronautics Defence Systems. Universiteiten als de KULeuven en U-Gent werkten samen met Israëlische wapenbedrijven.

Om een heel concreet voorbeeld te geven van de samenwerking op vlak van repressie tussen veschillende autoriteiten: de politiecamera’s waarmee Brussel-Hoofdstad-Elsene de voorbije jaren letterlijk werd volgepland zijn van een Israëlisch bedrijf. Brussel ondertekende een contract waarin ze verklaarde dat de Israëlische staat toegang kan krijgen tot de beelden van deze camera’s wanneer ze erom vraagt.

Bedrijven als Caterpillar (die de bulldozers ontwikkelde voor het vernietigen van de huizen in de bezette gebieden), Hewlett Packard HP (leverancier van informaticamateriaal en technologische apparatuur voor de bezetting, het bedrijf rust ondermeer de checkpoints uit) en Ernst & Young (multinational van financiële adviseurs die aangeworven werden om toeristen en investeringen aan te trekken in Israël) maken massa's winst met de koloniale politiek van de Israëlische Staat. Net als bewakingsfirma G4S die controles uitoefent aan checkpoints en gevangenissen beheert.