Een leven van berekeningen
Alles moet worden berekend en uitgeteld. Een golf van cijfers, getallen, kolommen en statistieken verdrinkt onze levens in de oceaan van de economie. Want om alles binnen de perken te houden, om de buitensporigheid onder controle te houden, heeft de macht geen beter wapen om ons allemaal tot boekhouders te maken.
Boekhouders die hun leven uitmeten naar het aantal gepresteerde uren om de huur op nummertje 30 of 31 van de maand te kunnen betalen. Die stapels papieren en roze formulieren met getalletjes zorgvuldig moeten bijhouden om niet achter te staan met betalingen, om niet in de problemen te komen en niet nog meer brieven met in het groot ‘onmiddellijk te betalen’ te ontvangen. En terwijl we allemaal ondergedompeld worden in de rekenkunst van de economie en haar heilige geld, gaan onze levens aan ons voorbij. We leven niet, we worden geleefd.
En voor diegenen die misschien niet langer hun tijd willen blijven verspillen met rekenen en zelf nemen wat ze nodig hebben, heeft de Staat nog meer rekensommen in petto. De rechters zijn de meestergoochelaars van de cijfers. In een oogwenk spreken ze eindeloze maanden en jaren van celstraf uit. En dan begint het aftellen hoeveel dagen je nog in de cel moet zitten, in een triest afwachten van wanneer je terug mag beginnen leven terwijl je kennissen buiten de relatie die ze met je hadden voor bepaalde duur moeten opschorten.
Maar niet alleen de berekeningen van de klinkende munt slaan de klok. In de scholen, waar aan de ‘leerlingen’ in de eerste plaats vooral gehoorzaamheid aangeleerd wordt en slechts die kennis aan bod komt die nuttig geacht wordt voor deze maatschappij, worden de uren en dagen eindeloos afgeteld. Jongeren krijgen reeds de spiegel voorgeschoteld van het strak geordende leven dat hen te wachten staat: twee uur les, tien minuten speelplaats, twee uur les, vijftig minuten pauze, drie uur les en dan nog twee uur huiswerk. Het klassieke schema van de normale achturenwerkdag die geen kans tot ontsnappen laat.
Zelfs wanneer we denken de sleur van de berekeningen tijdelijk te doorbreken (de veelgeprezen vrije tijd en vakantie), worden we nog ingehaald door de kostprijzen en tijdsschema’s. Een film kost je een uur arbeid, een avondje afstompen in de disco vraagt je waarschijnlijk meer dan een hele werkdag. Een Club Med-hotel is al even geregimenteerd als de school of de fabriek en de geboden zijn er even strak (in plaats van gij zult werken wordt het gij zult ontspannen). De cirkel van de eindeloze sleur van onze levens laat geen ontsnappen toe...
Tenzij, tenzij... tenzij we ons niet meer laten paaien met wat vrije tijd hier en daar (“om de batterijen weer op te laden...”), tenzij we, zonder toestemming aan wie dan ook te vragen, de berekeningen overboord gooien en een leven proberen leven dat de moeite waard is. Een leven waar elke stap die we zetten het begin is van een nieuwe ontdekkingstocht, van nieuwe ontmoetingen en activiteiten die zich bevrijd hebben uit de terreur van de berekening. Maar laten we ons geen illusies maken, de economie moet draaien en wij moeten ons leven eraan opofferen. Het is gevaarlijk om iets anders te willen. Onze bevrijding uit het boekhoudersrolletje begint met het koesteren van die gevaarlijkheid, niet als een verre droom maar als de rebellie in het hier en nu, als een leven in opstand tegen wat ons kortwiekt.