vrijdag 17 december 2010

Armoede

Vaststellingen zeggen op zich genomen helemaal niets. Als men bijvoorbeeld vaststelt dat in Brussel de armoede spectaculair gestegen is en vandaag officiëel een vierde van de bevolking raakt, dan zegt dat eigenlijk niet zo veel. Uiteraard krijgen we dan weer hetzelfde liedje te horen over dat de Staat zich over de armen moet ontfermen, dat er moet geïnvesteerd worden in onderwijs, dat de mensen gestimuleerd en verplicht moeten worden om eender welke strontjob te aanvaarden, dat de premies voor de patroons die “achtergestelden” aanwerven verhoogd moeten worden als ging het om liefdadigheid die rijkelijk door de Staat vergoed wordt. Maar de dingen veranderen als je deze vaststellingen op een andere manier begint te bekijken. Vooruit, laten we maar eens gaan wandelen in de rijke wijken zoals de Europese wijk, Ukkel, rondom het Ter-Kamerenbos, in Stokkel,... Daar zie je wat armoede echt betekent. Terwijl er aan de andere kant van de stad wordt gezwoegd om de huur betaald te krijgen, leven daar mensen in ware kasteeltjes, omringd door groen, ruim, aangenaam. Daar kom je geen defecte gasinstallaties tegen die dit jaar al zovele doden geëist hebben. Laten we ophouden met te praten over armoede alsof dat alleen maar over “de armen” gaat. Armoede is net de verhouding tussen een handvol mensen die alles bezitten en een zee van mensen die de eindjes maar amper aan elkaar kunnen knopen. Maar armoede is misschien vooral wanneer deze zee van mensen het hoofd buigen, aanvaarden om zo door het leven te gaan, niet vechten om te ontrukken wat ze nodig hebben om te leven. Want uiteindelijk zijn de dingen niet al te ingewikkeld: laten we het sociale en economische systeem dat de rijkdom reserveert voor een klein aantal mensen vernietigen en op haar ruïnes zullen we een nieuwe samenleving bouwen waar ieder naar behoefte kan nemen.