“Een uit de hand gelopen ruzie”, zo noemt hij het, die flik, wanneer hij voor mijn deur staat, samen met zijn collega’s in de smeerlapperij. En of ik het was die gebeld had, of ik niets gehoord had, zeker weten? Neen, niets gehoord en ik doe de deur vlug dicht. Maar ik lieg, wil niet dat ze binnenkomen waar ik woon, flikken zullen altijd binnendringers zijn. Die les hebben we op een harde manier geleerd.
Net als die andere les, die over wat ze noemen “huiselijk geweld”. Natuurlijk had ik geluiden gehoord, geen geroep of geschreeuw, maar bonzen en achteraf een knal. Probeerde mezelf nog wijs te maken dat er niets was, je mag niet paranoïde zijn, maar toch... Mijn lichaam liegt er niet om, de haartjes op mijn huid staan automatisch recht wanneer ik intiem geweld ruik, en mijn hart versnelt, bonst luid en hard. Een verstikkend gevoel in de keel. Een zesde zintuig, dat me soms van pas komt en snel reageren doet, dat me even vaak blokkeert of paralyseert.
De combi’s verdwijnen, er is geen ziekenwagen gekomen, niemand is fysiek gewond, maar er is er zonder twijfel minstens één in dit gebouw wiens binnenste aan het bloeden is. Als het nog niet te laat is tenminste, want een binnenste dat te veel bloedt, dat rot, dat vreet wie je bent totaal kapot.
Alleszins, er is niemand dood, maar de woorden van die flik blijven zich in mijn hoofd herhalen als een hamerslag: “een uit de hand gelopen ruzie”. Ik vraag me af hoe vaak ik deze woorden al niet hoorde, en wat ik eronder moet verstaan. Ruzie maken, dat doe je wanneer je kwaad bent, en wie weet geef je wel een mep aan de persoon die je de grond tracht in te duwen. Maar een cirkel die zich herhaalt van slaan en kussen geven, van de grond op geduwd te worden en cadeaus krijgen, van verstikt te worden en in elkaars armen te slapen, van je armen omgedraaid te krijgen, ruiten die breken, een dozijn complimenten afgewisseld met een stormvloed van gescheld dat over je heen komt,... Dat alles, is dat ruzie maken, hoort dat erbij, is dat normaal?
Ruzie maken is iets heel anders dan controle uitoefenen, en volgens mij kan dat lijstje van fysieke terreur en verzoening niet bestaan zonder die andere manier om controle uit te oefenen: mentale spelletjes spelen. Chanteren, kleineren, bedreigen, verbieden, veroorloven, profiteren, bevelen,... Ongetwijfeld zijn er massa’s redenen te verzinnen waarom iemand zich zo gedraagt, maar dat, dat laat me intussen meer dan koud. Simpelweg: er bestaat geen goede reden voor, net zoals er geen goede reden bestaat om in zo’n relatie te blijven zitten.
Waarom zacht zijn voor iemand die je verneukt? Waarom de wonden likken van iemand die zodanig op je neerkijkt dat ie je tegen de muur drukt? Waarom zorg dragen voor iemand die niet wil dat je zorg draagt voor jezelf? Waarom jezelf controleren naar de wetten van een ander, waarom je leven opofferen voor een rotzak? Waarom blijven geloven in een liefde die eigenlijk geweld is? Waarom samenhokken in leugens, ongeluk en ellende? Waarom niet vechten voor een beter leven? Waarom niet dromen over een liefde die vrijheid is?
Het zijn bepaalde ideeën over liefde en gedachten over wat een man en wat een vrouw is die nodig zijn om ons deze stront te doen aanvaarden. Ideeën over eeuwige en zelfopofferende liefde, over goede en slechte vrouwen, over sterke en zwakke mannen. Maar het is evenzeer het algemene reilen en zeilen van deze maatschappij die deze ellende produceert. Overal en altijd is er iemand die boven een ander staat. Overal en altijd moeten we ons op een bepaalde manier gedragen om niet gepest en gestraft te worden.
Ik, ik herinner me dat ik dacht dat ik “sterk” moest zijn, op mijn lippen bijten, en blijven vertrouwen in hem en in “de liefde”. Dus, keer op keer vergaf ik hem zijn smerigheden en luisterde naar zijn excuus. Maar eerlijk waar, ik hervond pas mijn kracht toen ik hem achterliet en opnieuw leerde vertrouwen in mezelf, mijn dromen, de toekomst.
En nu? Ik heb weinig antwoorden op de vraag hoe je op een directe manier een einde kan maken aan deze dingen hetzij dan al je moed bijeenrapen en wegbreken. Wat zeker is, is dat een strijd tegen dit soort van onderdrukking en opsluiting enkel kan slagen als het een deel is van een strijd tegen een wereld die gebaseerd is juist op onderdrukking en opsluiting. Huiselijk geweld is geen onregelmatigheid van de maatschappij, het vloeit volkomen logisch voort uit een maatschappij waarin mensen dagelijks gestimuleerd worden om elkaar klein te houden en kapot te maken.