vrijdag 17 december 2010

Naar het theater

Niet alle theatervoorstellingen zijn leuk. Sommige zijn zelfs bijzonder vervelend en ontberen elke zin voor poëzie en schoonheid. Niet alle theatervoorstellingen vinden plaats in stadions, culturele centra of theaters. Laten we het hebben over een theaterspel dat dagelijks opgevoerd wordt, waar de inkom betaald wordt in afgeschafte vrijheid. Laten we praten over Justitie.

Laten we beginnen met te zeggen dat de acteurs van de voorstellingen van Justitie hun rol eerder goed opnemen. Ze belichamen werkelijk hun personnage, ze geloven er oprecht in en zullen daar nooit in veranderen. De rechter die zich verschaffer van rechtvaardigheid acht, de procureur die gelooft dat hij de onrechtvaardigheid in de maatschappij bekampt, of nog, de advocaat die pleit voor een correcte toepassing van de wet. De enige acteurs, onvrijwillig en onbetaald, die zich niet echt op hun gemak voelen zijn de beklaagden en hun naasten op de banken erachter. Nee, zij niet, zij zitten daar niet met welk geloof dan ook, zij weten vanaf het begin van de voorstelling dat er voor hen niet geapplaudisseerd zal worden, dat ze niet gehoord noch begrepen zullen worden.

De voorstellingen die Justitie aanbiedt zijn niet enkel saai en ingekaderd door een reeks formalismes (de beruchte ‘procedures’) die aan elk begrip ontsnappen van degenen die hun leven niet leven doorheen het prisma van het strafwetboek, ze zijn ook schandelijk. De baas die geld verdient op kap van zijn werknemers, die hun labeur en energie steelt, bevindt zich volop in de legaliteit, terwijjl degene die steelt in de supermarkt zich begeeft op het terrein van het strafbare delict. Degene die een uniform draagt en fusilleert is iemand die de maatschappij beschermt terwijl iemand die doodt om zijn vrijheid te verdedigen tegen de verdedigers van de Staat een bloeddorstige delinquent is. In het spektakel van Justitie worden dezelfde verwijten legaal of illegaal naargelang wie het gedaan heeft en waarom.

Gerecht is dus niet rechtvaardigheid, wat we met een beetje goede wil nog zouden kunnen begrijpen als een zekere zin voor gelijkheid, als een resultaat van de individuele ethieken. Maar nee, Justitie, dat is de farce die deze maatschappij ons dag in dag uit doet slikken om haar tekortkomingen te verbergen, om haar bewuste of onbewuste tegenstanders te straffen. Achter de gordijnen van de wet die de zwakken beweert te beschermen en voor eenieder een plaatsje in deze maatschappij te reserveren, regeert wreed en zonder uitzondering het principe van het geld, de uitbuiting en de overheersing. Justitie, die doet niets anders dan dit principe te verdedigen tegen allen die het niet respecteren, of dat nu uit onwetendheid, uit noodzaak of uit overtuiging is.

Is het dan vreemd dat wij niet begrijpen wat er tijdens de rechtzaken gezegd wordt, dat wij slechts gestamel en gestotter onderscheiden? Want wij praten een andere taal, een heel andere taal dan de acteurs van Justitie. De taal van degenen die vechten tegen de diepgaande en permanente onrechtvaardigheid van deze maatschappij opgedeeld in rijken en armen, tegen deze maatschappij die de vrijheid verstikt en het individu onderwerpt aan de Staat. Wij spelen geen rollen, wij zijn eenvoudigweg onszelf. Wij roepen geen wereldlijke of goddelijke autoriteiten aan, wij zeggen eenvoudigweg wat we denken. Wij refereren niet naar wetten of honden in uniform, wij spannen ons eenvoudigweg in om in eerste persoon te vernietigen wat wij beschouwen als een obstakel voor de vrijheid en voor een passioneel en mooi leven.

Genoeg gezeverd dus over die overdreven uitspraak, die andere te racistiche rechter, een te strenge wet. Laten we eindelijk begrijpen dat wij geen taal delen met degenen die toga’s dragen. Laten we recht op ons doel gaan afgaan. Vijanden van Justitie, laten we onze tijd niet verspillen met ijdele hoop om iets menselijks terug te vinden bij de rechters, om te geloven dat Justitie verbeterd kan worden. Laten we dit schone programma van voorstellingen van Justitie onderbreken; geen genade voor degenen die veroordelen en opsluiten in naam van rijken en machtigen – tot as de tribunalen en onder de grond de rechters en de procureurs!