De voorbije twee maanden; poging tot ontsnapping met explosieven uit de gevangenis van Mons, relletjes die daarop volgen, aanval op een cipier in de jeugdgevangenis van Ruiselede, vier verwonde cipiers in Verviers, rellen en brandstichting in de isolatiemodule van Brugge, aanhoudende rellen en confrontaties in de gevangenis van Tournai. De Belgische gevangenissen zitten propvol, en de gevangenen zitten niet stil.
Tegelijkertijd staat de gevangenis van Tilburg op ontploffen, werd Nordin Benallal in Brugge vreugdevol onthaald met rellen tijdens een cipiersstaking en heeft Ashraf Sekkaki opnieuw een poging naar vrijheid gewaagd vanuit de gevangenis van Oujda, in het oosten van Marokko. Het vuur is aan de lont, en lijkt niet te stoppen, over de landsgrenzen heen.
Tilburg en het virus van de revolte
Met de komst van de Belgische gevangenen in Tilburg leek meteen ook een nieuwe frisse wind te waaien door de opgesmukte vleugels. Ze hebben er de hele gevangenis voor zichzelf, want Nederland heeft de tendens om haar gevangenissen te sluiten en een deel van de gevangenisstraffen in te boeten voor werkstraffen. De Belgische overheid zwaait er de eigenlijke scepter; ze heeft zowaar een stukje land gekoloniseerd, Nova Belgicum genoemd en zal er binnenkort opnieuw 150 gevangenen tegen hun wil naar overplaatsen – deporteren dus. De gevangenen verzetten zich al sinds het begin op verschillende manieren tegen de overplaatsing en het regime, en kondigden onlangs aan dat de boel plat gaat wanneer er meer gevangenen naartoe gestuurd worden. Slecht eten, weinig contact onderling, weinig bezoek, geen opvolging zijn de voornaamste klachten.
Wij voelen evenwel aan onze kleine teen dat er meer achter zit. Meer dan klachten over het nieuwe regime en een gewenste terugkeer naar het oude regime. Want we kunnen het gevangenis-eten in de meeste Belgische gevangenissen moeilijk een haute cuisine noemen. Veel aardappels, weinig proteïnen en daar wat medicijnen tussengedraaid om het vuur wat te temperen, zowel tegen seksuele driften als het verlangen naar vrijheid. Een magnetronmaaltijd van de Nederlandse cateringsbedrijven zal daar waarschijnlijk niet voor onder doen. Gevangenen worden ook in België overal en nergens heen gestuurd, en de buslijnen naar de afgelegen gevangenissen zijn uiteraard niet “rendabel” genoeg – als ze al niet afgeschaft worden, laat de dienstverlening alleszins te wensen over. En wanneer je niet wil of niet mag werken, zit je in vele Belgische gevangenissen ook vooral 23 uur op 24 op cel. Alleen ben je meestal niet, dat is waar, maar gedwongen sociaal contact, met 3 of 4 op een cel met 2 bedden, met een gedeelde wc-pot ernaast (als het geen emmer is), dat trek je ook niet. Gek worden van eenzaamheid of gek worden van gedwongen samenleven, het verschil zit hem daar niet. Het is de opsluiting zelf dat voor ons het fundamentele probleem is. De revolte in Tilburg gaat verder dan een eis om terug naar België gestuurd te worden, de aanwezige spanningen en revoltes in de Belgische gevangenissen kunnen niet herleid worden tot een eisenkader, tot een verlanglijstje gericht aan de macht; ze zijn direct, en vooral destructief, gericht tegen de gevangenisinfrastructuur zelf en tegen haar vertegenwoordigers, de cipiers en de directie. Die revolte is voor velen onbegrijpbaar; voor ons is ze dat des te meer. Ze is veelzijdig, met en zonder fysiek geweld (bezetting van de binnenplaats, subversieve publicaties die rondgaan, gevangenen die elkaar kunnen vertrouwen en samenzweren, aanvallen op cipiers, brandstichting van infrastructuur, ontsnappingen, alleen of samen), ze laat haar niet delegeren, ze spreekt geen taal van de macht (gericht naar de machthebbers, een vakbondentaal) en net daarom begrijpen wij haar.
Een taal en een keuze die wij verstaan
Deze daden van verzet houden een bepaalde keuze in zich; een keuze om de verantwoordelijken voor je onderdrukking aan te vallen, en niet je medegevangene uit frustratie af te tuigen. Een keuze om terug te slaan, niet ondergaan, niet wegvluchten in drugs, noch in valse profetieën die je lamleggen. Een keuze om samen te vechten, en niet elkaar nog meer uit te buiten met drugshandel, vernederingen, en al het lelijke wat de overheersing ons heeft aangeleerd. Die keuze is in permanente spanning met wat we rond ons zien, met de tegenstellingen die ook in ons zitten, daarom is het des te belangrijker om haar uit te drukken.
Na elke revolte volgt een brutale repressie, waarbij de politie haar geweldsmonopolie opnieuw bevestigt. Na de politie komen de rapporten, de extra straffen, al dan niet voor de rechtbank. Soms komen er ook gedeeltelijke verbeteringen, de cipiers nemen stappen terug en er komt een grotere bewegingsruimte. Voorbij deze nederlagen en kleine overwinningen hebben deze daden anderen kunnen inspireren, de verhalen doen de ronde van gevangenis tot gevangenis, en geraken tot buiten. Zoals de gevangenen die gedeporteerd werden naar Tilburg hun ervaringen van verzet niet achterlieten aan de Belgische grens, zo spreekt de rebellie van sommige gevangenen ook met gerevolteerden buiten de muren. Ze spreekt naar ons, naar jongeren in de wijken die politiekantoren in brand steken, die zich uitleven in rellen die losbarsten, en diezelfde jongeren komen op hun beurt in de bak terecht en laten hun ervaringen van verzet niet achter aan de gevangenispoorten.
Vrede ?
Binnen zoals buiten worden we geconfronteerd met diegenen die ons proberen overtuigen van het feit dat niet ageren altijd logischer, rationeler en beloftevoller is. Een waar integratieleger wordt op ons afgestuurd om ons willens nillens op het juiste pad, op hún pad te krijgen. Want naast de politiematrak staan de sociale assistenten, de buurtpolitie in alle kleuren en uniformen. Voor een groot deel slagen ze in hun opzet – de chantage van werk is immers groot, en die van de gemeenschap nog groter. Maar dat is niet het hele spectrum van de realiteit, wij herkennen ons in dat andere en we zullen daarover blijven praten.
* * *
Eind november – Tilburg, Nederland
Sinds de overplaatsing van 500 gevangenen begin februari dit jaar, verzetten gevangenen zich tegen hun overplaatsting en tegen het regime. Geregeld braken rellen uit, waarvan maar weinig nieuws de weg naar buiten vond. Een Nederlandse radio verwoordt het zo: “Geen van de directieleden wil reageren op eventuele problemen in de Tilburgse gevangenis. Ook bij de Belgische justitie geldt er vanwege ‘het gevoelige dossier’ mediastilte over dit onderwerp”. Eerder stak een gevangene zijn cel in brand en recentelijk sloeg een aantal gedetineerden een unit en de recreatieruimte kort en klein.
Eind november – Oujda, Marokko
Ashraf Sekkaki, die in de zomer van 2009 met een helikopter ontsnapte uit de gevangenis van Brugge en een paar weken later in Marokko werd gearresteerd, heeft opnieuw een ontsnappingspoging ondernomen, twee dagen voordat zijn proces moest plaatsvinden. Hij is een paar uur op vrije voeten geweest en werd dan opnieuw opgepakt.Twee anderen werden ook gearresteerd en opgesloten. Het proces werd uitgesteld en zal midden januari plaatsvinden.
Midden november –
Tournai
28 gevangenen weigerden terug te keren naar hun cel wanneer ze hoorden dat de cipiers opnieuw zouden staken. Staking betekent geen wandeling, geen bezoek, geen activiteiten, wel politie. Gewapend met scherpe voorwerpen vernietigden ze een hek en staken werfmateriaal in brand. Andere gevangenen gooiden brandend papier uit hun cellen. Vier dagen eerder werd er al een cipier zwaargewond naar het ziekenhuis gebracht na een confrontatie tussen een gevangene en twee cipiers. De cipiersvakbonden beslisten zelf het familiebezoek van een dag later af te schaffen. Begin oktober gingen de cipiers al tien dagen in staking. Wanneer de politie vertrok en de cipiers het werk hervatten, werden tientallen cellen en andere infrastructuur afgebroken, terwijl een bomalarm de boel op stelten zette en achteraf vals bleek te zijn. De nacht erop staken gevangenen papier en lakens in brand.
Eind oktober –
Ruiselede
In de gesloten jongensafdeling van de gemeenschapsinstelling voor bijzondere jeugdbijstand De Zande (jeugdgevangenis) stak een gevangene een aardappelmes in de keel van een opvoedster (cipier). Ze werd geopereerd aan de slokdarm. Haar collega’s (waaronder haar echtgenoot – ook een cipier) gingen in staking, net zoals de cipiers van andere jeugdinstellingen van Beernem en Mol. De jongen werd overgeplaatst naar de gesloten jeugdinstelling van Everberg, wat met iets minder blozen een jeugdgevangenis genoemd wordt.
Eind oktober – Verviers
Wanneer een gevangene vier cipiers verwondde, ontstond een “jacht op de cipiers” (volgens het Nieuwsblad). Weinig verassend, de cipiers gaan 24 uur in staking; de politie en de Civiele Bescherming nemen de controle over.
Midden oktober – Brugge
Terwijl de cipiers koffie en bier dronken aan het stakingspiket voor de gevangenispoort, braken binnen rellen uit. Lakens, papier, en beddengoed werden in brand gestoken. In de isolatiemodule stak een gevangene zijn matras in brand, hij raakte gewond en 20 gevangenen moesten worden geëvacueerd. De lokale politie riep er de federale en het Speciaal Interventieteam bij. Enkele dagen eerder was Nordin Benallal in alle stilte overgebracht naar de isolatiemodule. De voorbije drie jaar werd hij opgesloten in de witte folterkamers van de EBI in Vught, een hernieuwd concentratiekamp.
Midden oktober – Mons
Op een donderdagavond werden explosieven over de gevangenismuren gegooid. Drie gevangenen gebruikten die explosieven om de gevangenispoort op te blazen, maar de explosie was niet krachtig genoeg. Verschillende gevangenen stonden klaar om de benen te nemen. De dag erop gingen de cipiers in staking, waarop de gevangenen infrastructuur kapot sloegen en poogden een gebouw in brand te steken.