donderdag 13 januari 2011

Overleven in de jungle van Brussel

De winterkoude deed de televisiecamera’s in de richting draaien van wie amper warmte kent. Het ging over tientallen mensen die in de hallen van station Brussel-Noord kampten, over een tiental grote gebouwen die onlangs gekraakt werden door mensen zonder papieren, dakloze gezinnen, armen. Plots leek het wel of er een wind van bekommernis door de maatschappij waaide, maar die wind maakte al snel plaats voor de hete adem van de Staat.

De burgemeester van Schaarbeek Cécile Jodogne (die woont in de avenue Huart Hamart 109/1, 1030 Schaarbeek) vaardigde een decreet uit tegen de mensen die in het noordstation verbleven en stuurde de politie erop af om ze buiten te schoppen – en dat zo te houden. De burgemeester van Molenbeek Philippe Moureaux (die woont in de avenue du Scheutbosch 24/7, 1080 Molenbeek) liet op vraag van de NMBS tientallen mensen zonder papieren uit gekraakte hangars schoppen. Twintig daarvan werden opgepakt en opgesloten in de gesloten centra in afwachting van hun deportatie. De andere bezettingen kregen niet alleen de politie aan de deur, maar ook een heel leger aan zogenaamde ‘liefdadigheidsorganisaties’. Zo kwam het Rode Kruis langs om een selectie te maken tussen de mensen die recht hebben op eerste hulp en onderdak en degenen (de meerderheid) die dat niet heeft. Andere organisaties verkondigden in de media dat ze er alles aan deden om de mensen te helpen – en bij die intentieverklaringen bleef het dan ook. Iedereen weet dat de Kerst dé periode bij uitstek is om je hypocrisie en huichelachtigheid eens goed in de verf te zetten.

Ondertussen krijgen ook alsmaar meer mensen de indruk dat er opnieuw meer jacht gemaakt wordt op mensen zonder papieren. Zo werden tientallen mensen naar de Dienst Vreemdelingenzaken gelokt met uitnodigingsbrieven, alwaar de politie hen stond op te wachten en overbracht naar gesloten centra. In verschillende steden gaan verhalen de ronde over politie die mensen ’s morgensvroeg uit hun bed komt lichten, die hen opwacht aan taalscholen, werkplaatsen, moskeëen en kerken voor een enkele reis richting gesloten centrum.

Begint er een belletje te rinkelen? Politie die samenwerkt met liefdadigheidsorganisaties, mensen die in de val gelokt worden door ambtenaren, mensen die hun buren zonder papieren verklikken, eigenaars die gebouwen gekraakt door mensen zonder papieren manu militari laten ontruimen,... En toch blijven al te veel mensen geloven in de goodwill van al die instellingen en groepen; in een politie die alleen maar optreedt tegen onhygiënische toestanden; in reddende engelen met advocaten en sociaal-assitenten in hun zog die bij de sans-papiers afwachting en kalmte komen prediken.

Hoe lang gaat deze mascarade nog blijven duren? Hoe lang gaat het nog duren voordat de maskers afgerukt worden? Hoe lang nog voordat mensen gaan beseffen dat het nergens toe leidt om je te organiseren met de Staat en haar vrienden, om dingen te bekomen van de Staat – dat de beste manier om te strijden voor een leven dat de moeite waard is, om te breken met diegenen die ons behandelen als afval dat in de goot of in kampen kan gestoken worden, onszelf tegen de Staat en haar vrienden organiseren is? Weg dus van al die partijen en politiekers, weg van die vakbonden en humanitaire associaties. Weg met al die hypocriete liefdadigheid en de vreedzaamheid tegenover ambtenaren, eigenaars en politie. Laten we op z’n minst proberen om andere wegen te zoeken die niet op een doodlopend straatje uitkomen. Moge de angst van kant veranderen, dat de verantwoordelijken voor al deze ellende onze hete adem in hun nek voelen!