Scha en schande werd er geschreeuwd. Scha en schande over die vreselijke Brusselse jongeren die afzakten naar Hofstade. En voordat de criticasters ons bespringen: toegegeven dat het er in Hofstade, net zoals in al die “pretkampen”, vaak verdomd onprettig aan toegaat... Maar wat wil je ook als je met een hele hoop op enkele tientallen vierkante meters gaat zitten?
Maar dus. Die jongeren van Brussel, de “barbarenhordes”, waar minister Turtelboom zo van wakker ligt dat het haar definitief alle lust ontnomen heeft, worden er sinds kort feestelijk verwelkomd door de Federale Politie in oproeruitrusting. Controles aan het station; bussen worden onderweg tegengehouden en de inzittenden gecontroleerd. De minister besliste ondertussen ook om vanaf nu vijf euro toegang te vragen voor Hofstade in de hoop dat dit de arme Brusselaars zou weghouden. En ja, dan kwam het dus een keertje tot rellen. Zo’n tweehonderd jongeren bezorgden een aantal beschermers in het blauw dan maar een kaartje enkele richting ziekenhuis. En terecht.
Zelfs de beruchte “vrije tijd”, die wonderbaarlijke gift van de consumptiemaatschappij, lijkt niet zo veel meer te verschillen van de “verplichte tijd”: overal worden we begroet door controle, veiligheid, gedragsregels, politie, camera’s. Van het schoolkamp over het arbeidskamp tot het recreatiekamp.
Zou het kunnen dat de enige “vrije tijd” die we nog kunnen leven zit in de confrontatie met alle kampen, hun pleitbezorgers en hun verdedigers? Dat we nog slechts in de revolte waarlijk plezier kunnen ervaren en een glimp kunnen opvangen van een wereld die niet bestaat uit hekken, tralies, camera’s, verplichtingen en wachters?
Laten we niet langer massaal gaan aanschuiven aan één of andere toegangspoort, ook al is het voor een recreatiedomein. Laten we eerder van alles rondom ons één grote speelplaats maken waar het plezier begint met het verjagen van alle uniformen en bazen.
En die Turtelboom... wel, dat krengerig eitje moeten we tijdens een schooluitstapje maar eens gaan pellen.