maandag 25 juli 2011

Het isolatiekwartier in Brugge ligt sinds het begin onder vuur

De geschiedenis van de strijd is onze geschiedenis

In juni 2008, drie jaar geleden, opent de hoge veiligheidsectie in de gevangenis van Brugge. Een duidelijk antwoord op de vele rebellieën, ontsnappingen en rellen die menig hart in vuur en vlam zetten, zowel binnen als buiten de gevangenis. Acht individuele cellen die het strikte minimum bevatten, twee cachotten, een cel omgevormd tot bezoek achter glas, een ander tot bezoek aan tafel. Het doel: weerspannige gevangenen breken. Ze worden er enkele maanden tot een jaar, of zelfs langer opgesloten. De rebelse geest breken, het juiste pad, het goede gedrag doen slikken. Mogelijke aanstekelijke rebellie vermijden door haar zogenaamde aanvoerders apart te zetten. Wij willen de strijd herinneren die deze walgelijke plek sinds het begin heeft gekend, doorheen het traject van drie personen die er op verschillende momenten vastzaten. Drie mensen die als de meest gevaarlijke van het land beschouwd worden, drie mensen die een heldere, sterke en opstandige geest delen, en de weigering om zich te plooien voor de autoriteit.


Een vergeetput voor weerspannige gevangenen

Ashraf Sekkaki is één van de eersten die wordt opgesloten in het isolatiekwartier. Zijn sectiekompanen: een gevangene die beschouwd wordt als de aanvoerder van een opstand die een hele vleugel van de gevangenis van Merksplas heeft vernield; iemand zonder papieren die de directrice van de gevangenis van Antwerpen heeft aangevallen. Ashraf wordt beschouwd als de aanvoerder van meerdere rellen in verschillende gevangenissen, waarvan er één plaatsvond na een opstoot tussen een familie en cipiers tijdens een bezoek in Hasselt. De binnenplaats wordt tweemaal bezet, het gevangenismeubilair vliegt in het rond, de cipiers krijgen de rekening gepresenteerd voor de onophoudelijke vernederingen.
Zeer snel stuurt Ashraf brieven naar buiten die getuigen over de walgelijke opsluitingsomstandigheden, de vergevorderde isolatie, de medicijnen die er overmatig uitgedeeld worden. Hij vergelijkt het isolatiekwartier met het gevangeniskamp van Guantanamo. Geen contact met buiten, geen brieven – dus een feitelijk verbod om de lessen die hij volgde verder te zetten – geen bezoek, behalve het zeer gereglementeerde en bewaakte bezoek van zijn advocaat. Hij moet elke dag twee grondige lichaamsfouilles ondergaan, een celfouille, totale isolatie 23 uur op 24 met een « wandeling » in een kooi, geboeid aan handen en voeten. De verwarming wordt pas eind oktober aangezet. « Ik voel me als in een laboratorium waar ze willen testen hoever ze kunnen gaan » schrijft hij. « Ik ben een mens, geen robot, dus ik rebelleer. Wanneer ik me goed gedraag, zeggen ze dat het dankzij het isolatieregime is. Wanneer ik me slecht gedraag zeggen ze, isoleer hem nog meer. Wanneer Hans Meurisse [Algemeen directeur van het gevangeniswezen] dit leest, heb ik slechts één boodschap voor hem: niets duurt eeuwig. Gevangenschap is als een opgelegde waanzin. Voor mij zal vrijheid nooit onbedreigd of gewoon zijn. Misschien zal ik haar straks de hand niet meer durven reiken, kijk ik ernaar als de rijkdom van een ander. Wat men vergeet is dat het uithoudingsvermogen van een mens niet onuitputtelijk is. Men zou wel eens in een pijnlijke situatie kunnen komen. Een bal die je onder water probeert te houden, komt met volle kracht terug naar boven. » De Staat voelt zich aangevallen en probeert de aanklachten in diskrediet te brengen. De minister van Justitie beweert dat het regime slechts tijdelijk is, beperkt in een afgebakende tijd, niet langer dan enkele maanden. Drie jaar later weten we dat dat een slechte grap was. Sommige gevangenen worden er opgesloten zonder enig perspectief om er ooit nog buiten te komen. Ashraf wordt afgeschilderd als een leugenaar, de journalist die zijn brieven publiceerde wordt op het matje geroepen. Kort daarop nodigt de Staat journalisten uit om het bruisende isolatiekwartier te ontdekken en om te tonen dat er niets te verwijten valt. Wanneer de journalisten komen, maken de gevangenen zo'n heibel dat we nauwelijks de directeur kunnen horen, die nochtans ondanks alles de façade probeert hoog te houden. Ashraf laat geen moment linksliggen. Zijn vurig protest gooit elke poging om dergelijke folter te rechtvaardigen overhoop. De directeur vindt zijn woorden niet meer.


Het isolatiekwartier verwoest door een vernietigende opstand

Farid Bamouhammad vervoegt hem een maand later, in augustus 2008. Hij wordt 6 keer per jaar overgeplaatst, sinds 10 jaar al. Hij wordt altijd op strikt opgesloten, en verblijft lang in de isolatieblok U in de gevangenis van Lantin. Een isolatieblok waar de Staat een tweede, strenger isolatiekwartier van wilde maken. Dat was buiten de revolte van de gevangenen gerekend, de blok wordt twee keer verwoest, één maal voor en één maal na de in werking stelling van het isolatiekwartier. Het wordt uiteindelijk niet meer herbouwd. In Lantin dreigen de cipiers om Farid een injectie met Haldol te geven – een kalmeringsmiddel dat al verschillende keren dodelijk was. Kort daarop wordt hij naar Brugge overgebracht. Geboeid aan handen en voeten tijdens elke beweging – zelfs voor de douche -, dagelijkse lichaamsfouilles.
In april 2009 zal een revolte dit regime maandenlang buiten werking stellen. Vijf van de zes gevangenen nemen deel aan de opstand. Ze laten de cellen onderlopen met water en vernielen al het meubilair dat ze kunnen. De volgende dag breekt een opstand uit in een andere vleugel van de gevangenis. Buiten worden honderden pamfletten uitgedeeld en affiches geplakt om deze daad van rebellie te groeten. De vernieling van dit regime inspireert vele gerevolteerden buiten die sinds jaren tegen de gevangenis vechten. « Solidariteit met Brugge 6 april - Om de vernietiging van het kwartier hoge veiligheid in de gevangenis van Brugge te vieren, werd de inkomhal van het politiecommissariaat nabij het Noordstation in Brussel in brand gestoken. Solidariteit! » lezen we op internet. Eind april 2009 wordt de faculteit criminologie van de universiteit van Gent bezet in solidariteit met de opstanden in de gevangenissen en gesloten centra en in het bijzonder met de verwoesting van de Hoogbeveiligde Afdeling in de gevangenis van Brugge. « We hebben ervoor gekozen om Criminologie te bezetten aangezien deze ‘wetenschap’ nauw samenhangt met het gevangeniswezen, justitie, politie en omdat diegenen die dagelijks tientallen mensen veroordelen tot jaren gevangenisstraf of deportatie hun schandelijke carrière begonnen zijn in deze Faculteit. »
De gevangenen keren dus opnieuw terug naar normale detentie. Ashraf zal ontsnappen uit de gevangenis van Brugge tijdens de zomer van 2009 met een helikopter, zal enkele weken later in Marokko opgesloten worden, ontsnapt opnieuw in november 2010 vanuit de gevangenis van Oujda. Hij zal slechts één dag van de vrijheid genieten en wordt opgesloten in de hoog beveiligde gevangenis van Rabat, in totale isolatie. Na 7 maanden kan hij een bericht naar buiten sturen: zijn spirit is nog niet gebroken.


De revolte vindt echo's buiten

Ondertussen blijven de revoltes uitbreken in andere gevangenissen, ontsnappingen volgen elkaar op, de aanvallen tegen de politie blijven de gemoederen buiten opwinden. Molotov cocktails tegen de commissariaten, fysieke confrontaties met de politie. Verscheidene cipiersvakbonden worden geviseerd. Gebroken ruiten, lokalen afgebrand, slogans die hun beulenrol aankaarten. Hun wagens worden in brand gestoken zoals ook onlangs nog voor de gevangenis van Ittre. De cipiersvakbonden klagen erover dat ze veelvuldig uitgescholden worden of zelfs in elkaar geslagen wanneer ze herkend worden op straat, in cafés, voor hun huizen. Voor wat hoort wat...
« Een brandbom tegen de façade van het huis van een penitentiair agent is geen uitzondering meer » klaagt het syndicaat. « Bewakers, dokters, directeurs en sociaal assistenten die in de isolatiemodule van de gevangenis van Brugge werken, worden opgewacht wanneer ze na hun werk buitenkomen. Mensen wachten hen op aan de uitgang om hen uit te schelden, te bestoken en ze worden systematisch gefotografeerd. » zegt Laurent Sempot, woordvoerder van Hans Meurisse, directeur-generaal van de gevangenissen. De bedrijven die nieuwe gevangenissen bouwen of reeds bestaande onderhouden krijgen ook de volle lading. De bijeenkomsten en de wilde betogingen tegen de gevangenissen en in solidariteit met de gerevolteerden vermenigvuldigen zich.


Na de vernieling, de herinrichting van het isolatiekwartier

Het isolatiekwartier opent opnieuw in de loop van 2009 en voert enkele decorsveranderingen door. Het bed en de lavabo worden aan de grond vastgemaakt en in staal gemaakt. De kast wordt weggenomen. De ploeg cipiers verandert. De nazi-type kleerkasten worden vervangen door een meer productieve mix. Een oudere gast « waarmee je kan praten », een belgo-marokkaan die op de 'gemeenschap' speelt, enkele vrouwen, mensen die minder op folteraars lijken maar het evenzeer zijn, door de functie die ze aanvaarden. Een plasmascherm wordt in elke cel geplaatst om de woede te stillen, een gemiste poging. De televisie wordt zo geïnstalleerd dat je enkel tv kan kijken in een onmogelijke houding. De bende beheerders van het isolatiekwartier worden vervoegd door: verpleegsters die drie keer per dag kalmeringsmiddelen uitdelen en diegenen die weigeren blijven lastigvallen, een psychiater die met 6 cipiers in de cel binnenkomt om de gevangenen te overtuigen dat alleen de berusting heil zal brengen.


Vandaag duurt het protest tegen de isolatie nog steeds voort

Nordin Benallal wordt sinds oktober 2010 in de isolatieblok opgesloten. Na zijn ontsnapping uit de gevangenis van Ittre in oktober 2007, wordt hij in Nederland gearresteerd en opgesloten in een omgebouwd concentratiekamp, in de hoge veiligheidsectie van Vught, die als voorbeeld zal dienen voor het isolatiekwartier in Brugge. Hans Meurisse zit Nordin hardnekkig op de huid; na 9 maanden zit hij nog steeds opgesloten in isolatie, zonder de minste evolutie in zijn gevangenisregime. Gecensureerde post, aanhoudende druk om medicatie te nemen – hetgeen hij blijft weigeren – bezoekaanvragen van vrienden worden systematisch geweigerd, bezoek achter glas voor twee 'gelukkigen', en dat sinds 9 maanden al. Zoals in Nederland weigert Nordin om te « wandelen » in de leeuwenkooi, wat niets anders dan een belediging is. Hij heeft geen frisse lucht ingeademd of de open lucht gezien sinds bijna 4 jaar.
Farid wordt nog steeds van gevangenis naar gevangenis overgeplaatst en wordt in mei 2011 in het isolatiekwartier opgesloten. Zijn revolte is dagelijks, bij elke mogelijkheid toont hij zijn rebellie tegenover zijn opsluiting. De solidariteit tussen de twee gevangenen is groot. Ze helpen elkaar zoveel ze kunnen, met de weinige middelen die ze hebben. Op 20 juni beginnen ze samen een honger – en dorststaking. Na 5 dagen schorten ze die op. Farid zou aan de bakster gelegd worden en heeft geen enkele controle op de inhoud daarvan. Sinds jaren bedreigt het gevangenispersoneel hem ermee gevaarlijke kalmeringsmiddelen toe te dienen. Ze zijn beiden vastberaden om hen dat plezier niet te gunnen, ze zijn niet bereid te sterven.
Een solidariteitsbijeenkomst vindt plaats voor de gevangenis van Brugge na 5 dagen honger – en dorststaking. Een dertigtal vrienden en familie van Nordin en Farid betuigen hun solidariteit en kanten zich tegen het bestaan van isolatiekwartieren. Na de lezing van enkele communiquées van de zussen van Nordin wordt er een spandoek ontrold: « Breek de isolatie. Voor een wereld zonder gevangenissen ». Slogans worden geroepen. Gebalde vuisten en geroep van de gevangenen in normale detentie.
In het isolatiekwartier blijft het langs alle kanten roepen en tieren, de gevangenen aanvaarden het niet om in de vergeetputten van de Staat gegooid te worden, en wij blijven die woede verspreiden op straat.

We herkennen ons in hun daden van revolte tegen Justitie en tegen opsluiting. Net zoals we ons herkennen in elke keuze om deze wereld gebaseerd op het kapitalisme en uitbuiting te blijven tarten.
We willen niets weten van deze wereld gebaseerd op het gevangenismodel. Ze zouden willen dat we allen flik in onze hoofden worden, ons zo te overtuigen dat de confrontatie tegen de miserie die we ondergaan tot niets leidt, dat we beter zouden smeken voor enkele kruimels verandering. Ze zouden ons graag willen leren om flik te spelen tegen elkaar, onze kameraden te verraden. Ons doen geloven dat het beter is om ons te schikken, het hoofd te buigen, te werken als slaven, de vernederingen te aanvaarden, onze waardigheid te verkopen.

Wij zeggen hen: nooit van ons leven.
Solidariteit met de gerevolteerden, binnen en buiten