vrijdag 26 augustus 2011

London Calling

Een oproep naar andere rebellen op het continent om het vuur aan de lont te leggen

Het vermogen van de mens om zich aan te passen aan de omstandigheden kent geen grenzen. Men kan de mens de vreselijkste omgeving van ellende, armoede en gevangenis opleggen; hem alle perspectief van een vol en hartstochtelijk leven, alle hoop ontnemen; hem zelfs aanmoedigen om de meest smerige daden te begaan in naam van het vaderland, de moraal, het handhaven van de orde – en hij zal geen kik geven. Hij zal naar zijn voeten staren en zich aanpassen aan de omstandigheden. Dit vermogen is de draad die de hele menselijke geschiedenis doorloopt, het is de draad van de berusting, van de aanvaarding van het onaanvaardbare, de uitvaging van zichzelf in naam van ‘het minste kwaad’.

Maar het loopt niet altijd zo, en het zal nooit altijd zo lopen. Daar in Engeland had het anders kunnen verlopen, daar in Londen in de wijk Tottenham waar Mark Duggan stierf onder de kogels van politieagenten die hem wilden aanhouden. Die dode had ook helemaal niets kunnen provoceren, misschien wat tranen doen vloeien, maar meer niet. Alleen, deze keer is het niet zo verlopen, de aanvaarding van een zoveelste politiemoord heeft plaats moeten ruimen voor een woede-explosie die snel bijna alle grootsteden van Engeland aanstak. “Londen in vuur en vlam” kopten de kranten om de woede te beschrijven. “Londen in handen van relschoppers en plunderaars” zei men om de talloze aanvallen tegen winkels, supermarkten, luxerestaurants, winkelcentra, staatsgebouwen, politiecommissariaten, scholen te omschrijven en de duizenden mensen die zo’n furie ontketend hebben dat die op zekere manier een echo lijkt van wat er in november 2005 in Frankrijk of nog in december 2008 in Griekenland gebeurd is.

Deze revolte in Engeland is met zulk geweld ontploft dat we zouden kunnen zeggen dat ze al het geweld dat dagelijks geleefd wordt, in alle sociale verhoudingen, erin vervat zit. Het geweld van het werk, van het vergiftigde milieu, van de woeste concurrentie tussen alles en iedereen, van de ellende, de huur, de school, de staat... heeft vandaag in Engeland een echo gekregen in de straat, een echo van revolte die zich kant tegen, op een directe manier, zonder omwegen, zonder politieke dialoog, zonder mogelijke wapenstilstand of vrede. En als er krapuleuze dingen gebeurd zijn, zoals de media, de verdedigers van de orde, de “kritische steun” van links, de reformisten, de humanitaristen maar blijven herhalen, dan blijft het de vraag wat krapuleus is of waarom iets krapuleus is. De meningen daarover zullen verschillen. Maar het moet duidelijk gemaakt worden dat die daden niet te vergelijken zijn met de krapuleuze dingen die elke dag gebeuren, verantwoord en gestimuleerd door de macht (slachtingen, oorlogen, folter, uitbuiting,...) of door de sociale orde in haar geheel (huiselijk geweld, concurrentie tot aan de dood, drugs en antidepressiva om te vergeten,...). Ze zijn veel meer een verlengde, een schaduw van een maar al te kapotte wereld die de keuze om niet mee te willen draaien, bestraft met de banvloek van de zot of crimineel. In die zin kan men dus zeggen dat het geweld van een revolte bevrijdend werkt als ze zich richt tegen wat ons onderdrukt en gevangen houdt en zich net daarin van het geweld van de macht en de maatschappij onderscheidt, in de zin dat het de obstakels uit de weg ruimt voor de komst van een wereld op andere bases, terwijl het tweede ketent, onderwerpt en de bestaande orde beschermt.

London Calling, deze eerste grote revolte binnen Europa sinds de opstanden in de Arabische wereld. Ze is misschien een voorteken dat de komende tijden zwanger zullen zijn van hevige conflicten, waar degenen die de huidige sociale orde willen behouden onverzoenbaar tegenover degenen komen te staan die haar willen omverwerpen – misschien zonder evenwel exact te weten wat ze er dan wel voor in de plaats willen. Maar de revolte vertrekt noodzakelijkerwijze vanuit het negatieve, vanuit de negatie van het bestaande, om de tijd en ruimte vrij te maken om andere sociale verhoudingen op te bouwen. Wij, anarchisten, willen zonder omwegen de vernietiging van de bestaande orde van uitbuiting, rijken en armen, autoriteit die alle vrijheid verplettert behalve de vrijheid om te gehoorzamen aan bazen, de verstikkende verhoudingen onder mensen en we hebben nochtans geen exacte blauwdruk om die door te vervangen. Maar we hebben daarentegen wel een droom en een verlangen naar vrijheid dat ons aanspoort tot de strijd. In die strijd, in al die gevechten groot en klein, ontmoeten we andere rebellen die hun eigen weg zoeken en gaan; en daar smeden we medeplichtigheden en banden die op zich reeds de kiemen van een andere wereld in zich dragen.

London Calling, want deze revolte is niet alleen een voorteken, maar ook een oproep om de kwade hartstochten te ontketenen. Om geen angst meer te hebben om de confrontatie aan te gaan met wat onze levens verwoest, om het masker af te rukken van de moralismes die de mensen veroordelen wanneer ze in opstand komen en hen loven wanneer ze bevelen of gehoorzamen, om onze ogen te laten verlichten door het vuur dat deze verrotte wereld moet verteren. London Calling, een oproep naar andere rebellen op het continent om het vuur aan de lont te leggen.