De hartslag van de opstand klopt nog altijd
Het ritme van de opstand was niet stilgevallen met het vertrek van Moebarak. De straten van Caïro zijn overwoekerd door tags. Groepen en individuen bleven strijdbaar. Betogingen liepen uit op confrontaties. Betogingen tegen het ministerie van Binnenlandse Zaken, tegen de Hoge Raad van de Strijdkrachten, tegen de media gecontroleerd door de staat. Verschillende politiecommissariaten werden aangevallen, om ze te verwoesten en/of gevangenen te bevrijden. Stakingen in de industriële en vrijhandelszones. En nu in de aanloop naar de eerste verkiezingen, breekt het oproer weer uit. Het ministerie van Binnenlandse Zaken en haar ordetroepen spelen hetzelfde smerige rolletje als onder het oude regime. De nieuwe militaire junta lijkt verdacht veel op de oude. In verschillende steden zijn er sinds zaterdag weer betogingen en rellen. De politie en een legereenheid proberen het Tahrir plein in Caïro te ontruimen, maar de gevechten op en rond het plein gaan verder. Er zijn tientallen doden en duizenden gewonden. 10 maanden na het begin van de opstand die Moebarak verdreef, blijft de strijd levend.
Zoals tijdens de opstand begin dit jaar, staan de voetbalfans van de twee grootste clubs van de hoofdstad vooraan op de barricade. Voor 2011 waren zij diegenen met de meeste ervaring in straatgevechten met de flikken. Begin september waren zij ook verantwoordelijk voor de aanval op de Israëlische ambassade. De dag voordien was de politie brutaal opgetreden na een voetbalwedstrijd. Daarna zijn de ultra's de straten opgetrokken om de politie aan te vallen, die laatsten hielden zich wijselijk verborgen. Daarop is het ministerie van Binnenlandse Zaken aangevallen en de Israëlische ambassade (wat op dat moment de legertop niet slecht uitkwam omdat het de aandacht van de binnenlandse situatie weghaalde).