Wat is de kleur van geld? Rood, bloedrood!
Jordy Kasavubu was 18 jaar oud. Hij is dood. Vermoord door een juwelier tijdens een poging tot overval in Luik. Toen Jordy en zijn medeplichtige de juwelier benaderden die voor zijn villa stond, trok die een pistool en loste vijf schoten. Jordy werd dodelijk getroffen, zijn medeplichtige raakte gewond en werd later opgepakt en opgesloten. Het lichaam van Jordy was nog niet koud of de eerste politiekers, belangenverdedigers van handelaars, juweliers en ondernemers namen de verdediging op van de juwelier. Ze eisten wat ze reeds hebben: het recht om te doden om hun eigendom te verdedigen tegen armen die proberen hen een stukje van de taart te ontrukken.
"Jordy heeft het spel gespeeld en hij heeft verloren" zullen velen misschien zeggen. Alleen is het helemaal geen spel en is er niemand die het speelt voor het loutere plezier van het spelen. Om te overleven in deze wereld, heb je geld nodig. Een klein deeltje van de bevolking heeft er bergen van, een ander deel, het grootste deel, heeft er te weinig of geen. Dat is de oorsprong van een conflict dat nooit zal kalmeren, een conflict waar bloed vloeit. Waar het geld haar ware kleur krijgt: rood. En het bloed dat er vergoten wordt, is bijna altijd van dezelfde kant: het is het bloed van de verdoemden, de uitgeslotenen, de wezen van deze wereld, en niet dat van de rijken.
Laten we daar nog een ander, misschien minder zichtbaar, aspect van hetzelfde conflict aan toevoegen: allen die vermorzeld worden door het economische systeem. Die de verliezers zijn in de eeuwige race naar werk, naar geld, naar de beurskoersen. Duizenden en duizenden mensen raken depressief, maken een einde aan hun leven, worden hondsdol omwille van de economie. Duizenden en duizenden worden verminkt tijdens arbeidsongevallen, worden vergiftigd door de toxiciteit van de fabrieken, worden ziek door ondraagbare omstandigheden. De economie staat werkelijk aan de wieg van het grootste kerkhof van de wereld.
Wij, die strijden voor een wereld zonder geld, zonder verhoudingen van concurrentie en commercie tussen de mensen, zonder uitbuiting, denken dat de algemene onteigening noodzakelijk is: met andere woorden, dat wij, uitgeslotenen, uitgebuiten, verworpenen, met geweld ons de rijkdommen van de wereld, de onmisbare middelen om te leven toe-eigenen. En niet alleen maar morgen, wanneer misschien een nieuwe horizon van vrijheid daagt op de ruïnes van de huidige wereld, maar ook vandaag. Wat kruimels verdienen in ruil voor een job die we haten en ons doet walgen; op de knieën vallen om wat aalmoezen van de Staat te krijgen; met de neusknijper op in het systeem stappen en anderen beginnen uitbuiten om onszelf te verrijken; in naam van het werk het leven zelf uitstellen tot een overmorgen die nooit komen zal - dát is wat wij weigeren, daarom zeggen wij dat de onteigening noodzakelijk is, hier en nu.
Om terug te keren naar Luik... we hebben kunnen zien dat de dood van Jordy niet een zoveelste berichtje in de kranten is gebleven, de kranten die op hem gespuwd hebben net zoals ze altijd op allen spuwen die de gehoorzaamheid, de berusting en de aanvaarding van de stand van zaken tarten. Na de begrafenis van Jordy doken tientallen kleine groepjes relschoppers op in het centrum van Luik en vernielden alles op hun weg: winkels, een winkelgalerij, de symbolen van de stad Luik, uitstalramen, de wagens van degenen die dachten om hun zaterdagavond in de beschermde bubbel van één of ander bourgeoisrestaurant of fancy bar in het stadscentrum te kunnen doorbrengen. De doortocht van deze relschoppers heeft eens te meer duidelijk gemaakt dat er in het conflict dat deze wereld verdeelt degenen zijn die de huidige stand van zaken verdedigen en degenen die het willen vernietigen; degenen die het ondergaan, en degenen die in opstand komen.