Het einde van de wereld werd ons
aangekondigd ergens eind december op de krantenpagina's, in
televisiejournaals en in het moeras van de cyberwereld. Niet dat ook
maar één verslaggever er zelf in geloofde en veel echte gelovigen
werden er ook niet ontdekt. Voor de kritische geesten was het een
schaamtelijk zicht; al die journalisten op een kluit aarde op 21
december voor een nieuwsfeit dat ze helemaal zelf hadden gecreëerd.
Maar hen kon het geen barst schelen, ze hadden weer miljoenen mensen
voor hun televisiescherm vastgehouden. Want daar draaide het weeral
om; de grote opzienbarende gebeurtenis prediken opdat uiteindelijk
alles bij het oude blijft. Passieve toeschouwers kweken die slikken
wat hen wijsgemaakt wordt. Het is een spelletje dat we herkennen van
bij de verkiezingen. De media en politiekers proberen ons een rad
voor de ogen te draaien.
De mensen die niet hersenloos
onderuitgezakt zitten achter een televisie- of computerscherm, kunnen
enkel vaststellen dat de wereld niet is vergaan en we nog altijd
opgescheept zitten met dezelfde hypocriete boel waar geld en macht
regeren. Afwachten brengt geen zoden aan de dijk, we zullen zelf de
handen uit de mouwen moeten steken. Gelukkig zijn we met alsmaar meer
mensen om geen hoop meer te hebben in de valse predikers. Na de
verkiezingsshow van oktober bleek dat tussen de 15 en 20 % van de
stemmers in Brussel niet was opgedaagd (+ ook nog 5 % blanco
stemmen). De kloof tussen de realiteit van de journalisten en
politiekers en de realiteit van het leven gaapt diep.
Het is ondertussen al meer mensen
opgevallen dat het verdacht stil is rond de gevangenissen in de
media. Nochtans botst het nog altijd binnen de gevangenismuren tussen
de rebelse geesten en de gatlikkers van de macht.
Binnenplaatsbezettingen, gevechten met de cipiers, maar ook cipiers
die zich laf wreken. Ze kunnen doen alsof er niets aan de hand is,
wij weten beter en de solidariteit organiseert zich. Hetzelfde
fenomeen vindt plaats in de straten. Terwijl een politieker een hetze
creëert in de media en een politiebezetting eist, weten wij; de
straatverlichting die het laat afweten (dankzij enkele saboterende
handen) in enkele straten in Anderlecht (en elders) jaagt vooral de
liefhebbers van de orde en haar stoottroepen angst aan. De donkere
nachten beschermen ons tegen de speurhonden en hun schrikbewind. Hun
plannen om ons constant onder het alziend oog van hun spotlichten en
camera's te zetten, zullen altijd op weerstand stoten.
De vaststelling dringt zich op dat de
wereld van de journalisten en politiekers, de wereld die de
machthebbers ons voorhouden, niet overeenkomt met wat wij zien rondom
ons, met wat wij leven. Hun wereld is niet mijn wereld. Geen hoop
meer stellen in hun praatjes, geen geloof meer hechten aan hun
beweringen is een eerst stap. En daaruit volgt een tweede; onszelf de
middelen geven om onze eigen wereld vorm te geven. Maar dat gaat niet
zonder slag of stoot. Weerbarstigen worden niet getolereerd door de
democratie. De repressie wordt actief georganiseerd; de controle
verscherpt, de uniformen vermenigvuldigen zich, nieuwe
gevangenismuren worden opgetrokken. Daarom stellen wij voor om niet
af te wachten, maar om in de aanval te gaan. Rebelse daden die met
elkaar communiceren en elkaar versterken. De kreten voor vrijheid die
van over de Middelandse Zee hier echo's vinden. De uitdagingen komen
ons tegemoet, wij zijn op weg.