woensdag 16 januari 2013

Voor het einde van deze wereld

Het einde van de wereld werd ons aangekondigd ergens eind december op de krantenpagina's, in televisiejournaals en in het moeras van de cyberwereld. Niet dat ook maar één verslaggever er zelf in geloofde en veel echte gelovigen werden er ook niet ontdekt. Voor de kritische geesten was het een schaamtelijk zicht; al die journalisten op een kluit aarde op 21 december voor een nieuwsfeit dat ze helemaal zelf hadden gecreëerd. Maar hen kon het geen barst schelen, ze hadden weer miljoenen mensen voor hun televisiescherm vastgehouden. Want daar draaide het weeral om; de grote opzienbarende gebeurtenis prediken opdat uiteindelijk alles bij het oude blijft. Passieve toeschouwers kweken die slikken wat hen wijsgemaakt wordt. Het is een spelletje dat we herkennen van bij de verkiezingen. De media en politiekers proberen ons een rad voor de ogen te draaien.

De mensen die niet hersenloos onderuitgezakt zitten achter een televisie- of computerscherm, kunnen enkel vaststellen dat de wereld niet is vergaan en we nog altijd opgescheept zitten met dezelfde hypocriete boel waar geld en macht regeren. Afwachten brengt geen zoden aan de dijk, we zullen zelf de handen uit de mouwen moeten steken. Gelukkig zijn we met alsmaar meer mensen om geen hoop meer te hebben in de valse predikers. Na de verkiezingsshow van oktober bleek dat tussen de 15 en 20 % van de stemmers in Brussel niet was opgedaagd (+ ook nog 5 % blanco stemmen). De kloof tussen de realiteit van de journalisten en politiekers en de realiteit van het leven gaapt diep.

Het is ondertussen al meer mensen opgevallen dat het verdacht stil is rond de gevangenissen in de media. Nochtans botst het nog altijd binnen de gevangenismuren tussen de rebelse geesten en de gatlikkers van de macht. Binnenplaatsbezettingen, gevechten met de cipiers, maar ook cipiers die zich laf wreken. Ze kunnen doen alsof er niets aan de hand is, wij weten beter en de solidariteit organiseert zich. Hetzelfde fenomeen vindt plaats in de straten. Terwijl een politieker een hetze creëert in de media en een politiebezetting eist, weten wij; de straatverlichting die het laat afweten (dankzij enkele saboterende handen) in enkele straten in Anderlecht (en elders) jaagt vooral de liefhebbers van de orde en haar stoottroepen angst aan. De donkere nachten beschermen ons tegen de speurhonden en hun schrikbewind. Hun plannen om ons constant onder het alziend oog van hun spotlichten en camera's te zetten, zullen altijd op weerstand stoten.

De vaststelling dringt zich op dat de wereld van de journalisten en politiekers, de wereld die de machthebbers ons voorhouden, niet overeenkomt met wat wij zien rondom ons, met wat wij leven. Hun wereld is niet mijn wereld. Geen hoop meer stellen in hun praatjes, geen geloof meer hechten aan hun beweringen is een eerst stap. En daaruit volgt een tweede; onszelf de middelen geven om onze eigen wereld vorm te geven. Maar dat gaat niet zonder slag of stoot. Weerbarstigen worden niet getolereerd door de democratie. De repressie wordt actief georganiseerd; de controle verscherpt, de uniformen vermenigvuldigen zich, nieuwe gevangenismuren worden opgetrokken. Daarom stellen wij voor om niet af te wachten, maar om in de aanval te gaan. Rebelse daden die met elkaar communiceren en elkaar versterken. De kreten voor vrijheid die van over de Middelandse Zee hier echo's vinden. De uitdagingen komen ons tegemoet, wij zijn op weg.