dinsdag 12 februari 2013

De angst moet van kant veranderen!

De economische situatie wordt ruwer. Massale ontslagen zoals bij Ford Genk of bij Arcelor-Mittal volgen elkaar op, de sluitingen van bedrijven en fabrieken lopen in de tientallen per maand, de uitkeringen die de vrede moesten afkopen van de armen verdwijnen of gaan naar omlaag. In andere Europese landen zoals Griekenland, Portugal of Spanje is de situatie dermate dramatisch geworden dat alsmaar meer mensen nu honger beginnen lijden.

Aan de overkant zien we dat de macht niet verzwakt. Integendeel. De budgetten voor alles wat repressie en veiligheid is gaan naar boven. Meer flikken, meer gevangenissen, meer uniformen, meer repressieve maatregelen. De macht is niet blind en bereid zich voor op de eventualiteit van een zware sociale storm nu dat de spiegel van de sociale vrede aan het barsten is. De rellen die plaatsvonden in Brussel en Namen tijdens de betogingen na het bericht dat een groot deel van het staalcomplex Arcelor gaat sluiten, zijn misschien slechts voortekenen van het stijgende water.

Hoewel... de echte vestingmuur van de macht, van dit sociaal systeem van onderdrukking en uitbuiting, is misschien niet zozeer de politie of haar vermogen om de instemming af te kopen van degenen die de macht ondergaan. Het lijkt dat angst een geduchte bondgenoot is van de macht, een bondgenoot die moeilijk te vloeren valt. Angst om de magere zekerheid van een loon kwijt te spelen. Angst om zelfs het triestige perspectief van een leven doorgebracht in een fabriek of op een bureau te verliezen. Angst om hetgeen bestaat kwijt te raken, hoe ongelukkig dat ook mag zijn. Als moed bergen kan verzetten, vormt angst zeker de onderlaag van elk gebergte.

Maar die onderlaag is niet eeuwig, eigenlijk staat de reus op lemen voeten. Als een intiem elan begint te waaien, als de waardigheid haar rug recht, als het verlangen naar avontuur en vrijheid opborrelt uit de ingewanden van onze zielen die zo verminkt zijn door deze technologische wereld, dan begint de angst weg te deemsteren. Dan kan ze plaatsmaken voor het beste wat de mens in zich heeft: de strijd en de solidariteit tegen alles wat ons onderdrukt

Maar angst toont zich ook als een flik in onze hoofden. De limieten niet overschrijden. Betogen, maar braafjes en zonder uitspattingen. Staken, maar de machines niet beschadigen. De geüniformeerde moordenaars bekogelen, maar niet de etalageramen inslaan van wat die ordetroepen net proberen beschermen. Protesteren en van je tak maken, maar niet dromen van een revolutie.

De bewakers van deze limieten zijn niet alleen de politici die hun zogenaamde medeleven betuigen of de media die “elke daad van geweld” veroordelen, het zijn ook vaak degenen die de strijdbewegingen beweren te dirigeren zoals de vakbondsbonzen die door de centrale naar de bedrijven gestuurd worden om erover te waken dat hun positie als vertegenwoordigers van de werkers en onderhandelaars met de kapitalistische macht niet in het gedrang komt.

Om angst te overwinnen moet je in de aanval gaan. De Staat en het Kapitaal aanvallen, dat betekent bijvoorbeeld hun kleine structuren saboteren die overal uitgezaaid liggen. Van supermarkten tot bureaus, van bankkantoren tot GSM-antennes, van interimkantoren tot de wagens van rijke stinkerds. De macht vernietigen en je ontdoen van de eeuwenoude gewoonte om te gehoorzamen, dat betekent je organiseren zonder hiërarchieën of chefs om de strijd uit te breiden naar alle fronten. De allesverslindende concurrentie en competitie afsluiten, dat betekent de solidariteit tot wapen omsmeden, je herkennen in het gevecht van een ander, bruggen bouwen tussen de verschillende conflicten die de macht in vraag stellen. De storm, dat is elke druppel regen, dat is de donderslag, dat is de bliksem die de hemel doorklieft, dat is de wind die naar alle kanten blaast, dat zijn de natuurelementen die oncontroleerbaar worden...

De angst moet van kant veranderen en daarom moeten we de routine doorbreken die het ritme vormt van onze onderdrukkingen. Het is niet mogelijk om te strijden zonder jezelf op het spel te zetten. In het onbekende springen is zeker altijd riskant, maar de zekerheid om als slaven en onderworpenen te sterven is simpelweg onverdraagbaar voor een hart dat nog klopt. Laten we de krachten verkennen die in ons sluimeren, niet om te behouden wat bestaat, maar om kapot te maken wat ons kapotmaakt.