Grote verfspatten op het
informatiescherm aan het Flageyplein in Elsene. Het immense
beeldscherm werd al verschillende keren gesaboteerd sinds het er kwam
te staan als onderdeel van de heraanleg van het plein. Grote vlakte,
architecturaal verantwoord bushokje en banken die esthetisch af zijn
maar waar het niet gezellig op vertoeven is. De Brusselse overheden
leggen de laatste jaren een zekere ijver aan de dag om de pleinen en
straten in een nieuw jasje te steken. Ze vergeten daarbij niet de
reclamebedrijven ook een nieuw stekje te geven en nog wat extra
reclamepanelen neer te laten planten. Maar net zoals op het
Flageyplein moeten die bedrijven regelmatig uitrukken om hun
etalageramen te herstellen (de laatste zes maanden werden er 600
panelen vernield). Ondertussen kondigt Sibelga in de Grondelbuurt
(Kuregem) aan, na verschillende sabotages, dat ze haar installaties
voor de straatverlichting ondergronds of enkele meters boven de grond
gaat plaatsen. En worden weer verschillende wijkcontracten op poten
gezet die beloven vanalles te verfraaien.
De autoriteiten proberen de straten van
Brussel te veroveren. Ze proberen om bepaalde wijken opnieuw
aantrekkelijk te maken voor de middenklasse. Het eeuwenoude
verhaaltje van de sociale mix wordt ons weer op de mouw gespeld.
Honderd jaar geleden al vond de bourgeoisie de volksbuurten een
bedreiging want ze waren broeihaarden van verzet en solidariteit. De
sociale hervormers vonden dan weer dat de arbeidersklasse voorbeelden
nodig hadden van burgerlijke moraal (hygiëne, werkethiek, opvoeding
kinderen,...). De tijden lijken weinig veranderd. De arme inwoners
moeten opgevoed worden tot burgers dankzij allerlei campagnes,
opleidingscentra, sociale tewerkstelling, opvoedingswinkels... De
overheden proberen via vehikels als wijkcontracten en GOMB (die
sociale koopwoningen voor de middenklasse bouwt), meer ingeburgerde
inwoners aan te trekken. Ze beloven hen veiligheid door meer politie
en meer bewakingscamera's. De private sector pikt haar graantje mee
door wat reclame neer te poten; commerciële activiteiten te
ontplooien naar de smaak van de nieuwe, rijkere inwoners (horeca,
winkels...); en luxe-appartementen en loften te bouwen voor de nog
rijkere klasse die het “exotische” van een volkswijk wel weet te
appreciëren (zolang dat zijn veiligheid niet bedreigt natuurlijk en
hijzelf in alle luxe te midden de miserie kan leven). Dat alles
betekent uiteindelijk minder woningen die betaalbaar zijn voor de
armere inwoners, maar vooral weeral een poging van de autoriteit om
het leven op straat onder controle te krijgen. Om de stad vorm te
geven volgens haar perverse wensen. Daar gaan we een stokje voor
steken.