Tienduizenden mensen
zijn de in Brusselse straten komen wandelen. Men zei ons dat het een
betoging
was, dat de mensen gekomen waren om hun
woede uit te schreeuwen tegen de
besparingen en de crisis, maar om eerlijk te zijn, het trok echt op
niks. Als het dit
is waarvoor de wereld van politici en bazen bang voor moeten zijn,
dan kunnen ze op twee oren blijven slapen. Om maar iets te zeggen,
aan het einde van de wandeling hadden de vakbonden zelfs twee enorme
schermen geplaatst, met een vette pijl en daarboven “EXIT”. “Het
einde”. En iedereen volgde de pijl, ging het einde tegemoet.
Braafjes, zonder morren, zoals het hoort. Het
einde van het verzet van de werkers.
Kom kom, we hebben
niet alles gezegd, er was ook wat anders op de betoging. Je zag ook
kleine groepjes arbeiders en jongeren die een bivak ophadden, dikke
handschoenen aanhadden en met een kwaaie blik in hun ogen. Ze zeiden
niets, ze wilden keet schoppen, maar omsingeld door zo’n inerte
massa raakt iedereen wel snel ontmoedigd. Op een bepaald moment, toen
de gelatenheid en de droefheid één van hen te veel werd, riep die:
“Wat zijn we hier godverdomme aan het
doen? Dat trekt hier op niks, wij zijn precies schapen. We moeten
naar daarboven gaan, daarboven moeten we alles in de fik steken en
platbranden. Ze lachen met onze kop als we blijven verderdoen met
deze laffe schapenzever!” Een
délégué pakte hem vast, probeerde hem te kalmeren, fluistert hem
toe dat het uur der wrake zal komen en nog andere dingen die je
jezelf wijsmaakt om de berusting te slikken.
Gisteren kondigde de
directie van Caterpillar naast Charleroi massale ontslagen aan, 1400
als je “cijfers” wil, en waarschijnlijk nog honderden anderen bij
de toeleveringsbedrijven. Nog een “bastion van de arbeidersstrijd”
die gaat bloeden.
Werk is de
steunpilaar van de overheersing en in deze wereld ontsnap je er dus
niet makkelijk aan. In de hoek geduwd door de nood aan geld en de
onmogelijkheid
om iets anders te doen dan werken, produceren en consumeren, komt het
eisen van werk evenwel neer op het effenen van het terrein voor de
uitbuiting en de kapitalisten. We gaan hier onze woorden niet wikken
en wegen: we haten het werk dat afstompt, we willen de loonarbeid die
ons vastketent vernietigen en al die rotfabrieken die stront,
kankers, oorlogstuig, nutteloze rotzooi en vergif produceren
platbranden. Tegenover de massa-ontslagen vandaag sluiten wij ons dus
niet aan bij het ordewoord “laten we de arbeidsplaatsen redden”
(en dus de bazen, de loonarbeid, de afstomping, de vervuiling en
vernietiging van de planeet). Als we ons ergens bij willen
aansluiten, dan is het bij de strijd
van de onterfden en ongehoorzamen tegen de uitbuiters en
machthebbers, als er echte strijd is.
Wat belangrijk is
zijn niet de overwinningen behaald aan de onderhandelingstafels, de
schijnheilige erkenning van ons lijden door politiekers, het geld dat
we kunnen aftroggelen onder de vorm van premies en
ontslagvergoedingen. Wij strijden omdat in het hart van elke
bevrijdende strijd er zaken zijn die je nergens anders in deze wereld
kunt vinden, zaken die de fundamenten van alle autoriteit kunnen
ondermijnen: de solidariteit en de durf, de moed en de vreugde kapot
te maken wat ons kapotmaakt, het grijpen, al is het maar voor een
vluchtig en kwetsbaar moment, van het vermogen dat in diepste zelf
slaapt om zelf na te denken en te
handelen. Breken met alle logica van
macht, met alle logica van concurrentie, met alle logica van economie
en marktwetten.
Laten we uit de
rangen treden van de schapen. Laten we de kleine baasjes en
leerling-politici alleen achterlaten. Laten we ophouden met in
dezelfde termen te denken als de patroon. Proletariërs,
daal af in je eigen dieptes, zoek er de waarheid, schep zelf de
waarheid! Je zal ze nergens anders vinden.