Terwijl de sluiting van Opel Antwerpen nadert, blijven de vakbondsbazen volharden in hun vastbeslotenheid om het kapitaal geen strobreed in de weg te leggen. Hierbij willen we deze gebeurtenis aangrijpen om alle mythes te ontkrachten die stellen dat de vakbonden iets anders zijn dan de hulpagenten van de bazen op de werkvloer. De schaapachtige gelatenheid waarmee de anders zo stoere arbeiders 'hun lot' ondergaan is het resultaat van jaren systematische ontwapening door de vakbonden.
Toen Washington in februari 2009 het 'reddingsplan' bekend maakte om een faillissement van het 'bankroete' General Motors te voorkomen, wist iedereen dat de sluiting van Opel Antwerpen nog slechts een kwestie van tijd was. In ruil voor hun 'bailout', beloofden de GM bazen zo snel mogelijk 47000 jobs te liquideren en de verlieslatende dochterbedrijven te verkopen. Kort hierop figureerden de vakbondsbazen als zwijgzame bodyguards achter president Peeters, die zichzelf in een mediashow heruitvond als 'peetvader van Opel Antwerpen'. Blijkbaar kozen de vakbondsbazen, in plaats van de confrontatie met het GM management aan te gaan, ervoor om te gaan uithuilen en verklikken bij de Vlaamse regering. In de daaropvolgende soapserie beweerden de Vlaamse vakbonden schaamteloos dat de Opel arbeiders productiever waren dan hun Duitse collega's en gezagsgetrouwer dan de Franse arbeiders die op dat moment hun bazen gijzelden. En zo trokken de Vlaamse vakbonden, bazen en politiekers, in naam van de heilige productiviteit, ten strijde tegen het buitenlandse en onethische kapitaal.
In werkelijkheid is de enige echte strijd die de vakbonden voeren, gericht tegen hun minder productieve en opstandige collega's en voor 'eigen fabriek eerst'.
Schouder aan schouder met de bazen en de politiek blijven ze fantaseren over een 'ethisch kapitalisme gebaseerd op de wetten van de winstgevendheid'...
Sindsdien werken de vakbonden, bazen en politiek ijverig samen aan een heuse 'Opel realityshow' ter verheerlijking van het arbeidsethos en als surrogaat voor het in de kiem gesmoorde conflict. Zo waren we in oktober 2009 getuige van een mediagenieke simulatie van 'Europese solidariteit' en strijdbaarheid door middel van een menselijke werknemersketting rondom de fabriek.
In dit zielige spektakel veranderen de geestesdodende jobs aan de lopende band plotseling in gouden voorrechten waarvoor arbeiders elkaar verraden ten voordele van hun uitbuiters. Voor ons is het niets anders dan een melijwekkende soapopera waarin moed en strijdbaarheid worden versleten als 'domheid' terwijl lafheid en berusting verkocht worden als de ultieme 'waardigheid'...
Hoewel we als anarchisten vanzelfsprekend elke vroegtijdige sluiting van een werkkamp toejuichen, betreuren we niettemin de slaafse berusting waarmee duizenden arbeiders meewerken aan hun eigen ondergang. Laten we de georganiseerde verstikking van de conflicten door de rode vuilniszakken nooit meer vergeten en in hun structuren een doelwit ontdekken voor de strijd om bevrijding!