woensdag 21 april 2010

In naam van mezelf

“Opgelet niet de rol van de persoon te verwarren met de persoon zelf,” aldus de woordvoerster van het Belgisch Verbond van Ondernemingen, zeg maar het grootste clubje kapitalisten in dit land. Dat is haar antwoord op het feit dat er, vooral in Frankrijk maar ook hier, arbeiders en werknemers alsmaar meer gebruik maken van het middel om de bazen tijdelijk te gijzelen om hen tot bepaalde toegevingen te dwingen.

Deze op het eerste zicht banale opmerking, die door niet weinig mensen gedeeld wordt, roept echter heel wat vragen op. Eigenlijk brengt ze ons regelrecht naar de kern van de sociale kwestie, van de reden waarom deze wereld opgedeeld is in mensen die een zwembad en een sauna in hun achtertuin hebben staan en mensen die de elektriciteitsrekeningen op het einde van de maand zelfs niet meer kunnen betalen; in mensen die elke avond smaakvol en gezond voedsel eten en mensen die hun kar volladen met diepgevroren groenten en slachtafval uit de Aldi en de Lidl; in mensen die bevelen en mensen die de bevelen moeten opvolgen.

Het is waar dat er achter deze verdeling bepaalde ideeën schuilgaan die zowel door uitbuiters als door uitgebuiten gehuldigd worden. Dat het normaal is dat de ene veel heeft en de andere minder, dat de ene geroepen is om te commanderen en de andere zich moet schikken naar zijn lot als slaaf. Het is ook waar dat de machtigen hun regime niet enkel met dwang en geweld opleggen, maar dat het evenzeer gegrondvest is op de instemming van de onderdanen. Met andere woorden, het is omdat de armen blijven aanvaarden arm te zijn, dat de rijken hun paleizen verder uitbouwen. En daarom blijven velen, die misschien wel voor een andere wereld zouden willen vechten, gewoon afwachten, berusten – totdat de mensen eindelijk eens wat slimmer zouden worden.

En hoewel dit allemaal waar is, is de conclusie dat toch niet. Want het is niet waar dat de uitbuiting alleen maar een mechanisme is; dat rijk en arm abstracte sociale verhoudingen zijn die niemand kan veranderen; dat de autoriteit gewoon in ons allemaal zit. Want de ideeën, de logica, de mechanismes, de verhoudingen of hoe je het ook wil noemen, die aan de grondslag liggen van deze wereld, zouden ijle gedachten blijven mochten ze zich niet concretiseren in dingen en mensen. Autoriteit zou slechts een vage gedachte zijn mocht die niet stollen in bepaalde structuren, gebouwen, mensen. En je mag nog zo hard roepen als je wil tegen een gebouw, haar muren zullen niet instorten. Je mag nog zoveel je wil proberen inpraten op de machthebbers, ze zullen je zelfs niet verstaan. Je mag er nog zo hard op vertrouwen dat een flik ook een mens is, en toch zal hij je in het cachot smijten.

Daarom is de directe aanval noodzakelijk. Niet alleen met ideeën, maar ook in de praktijk. Niet alleen door nog te durven dromen over een andere wereld, over vrijheid en solidariteit, maar ook door met harde hand toe te slaan tegen de structuren en de mensen die deze dromen verstikken.

Om terug te komen op het clubje kapitalisten… Nee, wij stellen de mens niet gelijk aan de functie die hij uitoefent, aan de rol die hij speelt; een mens is meer dan dat. Het is niet omdat ik deze woorden hier neerschrijf, dat ik plots alleen maar een schrijver ben. Maar dat neemt niet weg dat ik, met al wat ik ben, wel degelijk deze woorden op papier gezet heb. Niet iemand anders, maar ik. En een baas die met eenzelfde handtekening het levensonderhoud van honderden mensen in gevaar brengt en zelf miljoenen aan premie opstrijkt, is inderdaad ook een mens (en misschien, ook al kan ik me dat maar moeilijk voorstellen, een aangenaam persoon om eens mee aan de toog te hangen). Maar dat neemt niet weg dat hij, en niet iets of iemand anders, die handtekening gezet heeft. En dus…