donderdag 8 april 2010

Orde eerst; na de aardbeving, de bezetting

De aankomst van de Amerikaanse 'hulp'troepen; op de tv-schermen over de hele wereld werd het verkocht als de grote reddingsoperatie, in de straten van Port-au-Prince moet het op z'n minst voor een wrange bijsmaak hebben gezorgd.

De televisiecamera's staan ondertussen weer allang ergens anders opgericht. Vanuit Chili of zelfs dichterbij (Frankrijk), bereiken ons even spectaculaire beelden over aardbevingen, overstromingen, verwoestingen. We lezen nog wel een kort berichtje in de krant. Hevige regenval en modderstromen maken van de tentenkampen een ware hel. Maar de donaties en bijhorende mediashows mogen dan alweer een nieuwe bestemming gevonden hebben, de Amerikaanse en Franse legers zijn nog lang niet vertrokken.
De eerste dagen na de zware aardbeving nemen de Verenigde Staten meteen de controle over in de hoofdstad Port-au-Prince en haar luchthaven. [Opmerkelijk feit; in de eerste drukke dagen van de dichtslibbende luchthaven kreeg Scientology de toestemming om te landen en haar zendelingen uit te sturen. Het vliegtuig van de sekte bracht onder andere enkele Hollywood-sterren en handopleggers mee. Jazeker Scientology zal door middel van handoplegging haar steentje bijdragen aan de hulpoperatie. En ondertussen nog zo veel mogelijk zieltjes bekeren in een verwoest land natuurlijk.] De eerste hulp stroomt vlot richting de betere buitenwijken waar de villa's van de buitenlandse zakenmannen en VN-ambtenaren staan. Nadat deze wijken de nodige militaire bewaking hebben gekregen, gaat het richting binnenstad en sloppenwijken. Daar probeert een sterk uitgedund politiekorps haar machteloosheid te verbergen door in het rond te schieten op iedereen die verdachte bewegingen maakt. Maar geen nood, daar is het humanitaire leger al. Want na zo'n ramp blijkt de eerste prioriteit namelijk om... de plunderingen te stoppen. De orde herstellen, iedereen in de rijen dwingen aan de voedselbedeling van de humanitaire organisaties. Want stel je voor dat mensen hun eigen overleven zouden organiseren, dat ze zomaar hun dingen zouden gaan halen in de opslagplaatsen van de winkels in plaats van braaf het handje uit te steken naar de welmenende ngo's en zielig in de camera's te staren. Of dat nu zaken worden ingeslagen die later een centje kunnen opbrengen in plaats van nog maanden of jaren hulpeloos in tentenkampen te moeten afwachten. Nee, de rollen van armen en rijken zijn al lang verdeeld en daar zal zelfs een aardbeving niets aan veranderen. Hoogstens mag men het slachtoffer zijn en hopen op de gulle giften die langs de bureaucratie en de morele regels van de professionele humanitairen doorsijpelen.
Zoals bij elke ramp in een 'gefaalde staat' kondigde ook de aardbeving te Haïti hoogdagen aan voor het humanitarisme en militarisme van de zelfverklaarde 'heldenstaten'. Helden voor de televisiecamera's in Haïti om elders te kunnen verminken. Maar het zicht van de snel toestromende legers van de VS en Frankrijk (dat als tweede reageerde en veel troepen stuurde) verontrust nog om andere redenen. De Verenigde Staten en Frankrijk zijn niet toevallig de twee landen die het snelst reageerden en de meeste mensen ter plaatse stuurden. Ze hebben daar namelijk nog wat economische belangen te verdedigen die al stammen uit een ver of minder ver verleden.
Het eiland dat nu opgesplitst is in Haïti en de Dominicaanse Republiek werd 'ontdekt' door Columbus (in de officiële geschiedenisboeken lijkt het eiland niet te bestaan voor haar invasie zoals wel vaker voor overzeese -vanuit Europa- gebieden) en al snel ontdaan van haar vroegere inwoners door dwangarbeid en vooral ziektes die de kolonisators meebrachten. Frankrijk dat het westelijke deel van het eiland veroverd had op Spanje zette de import van Afrikaanse slaven een versnelling hoger en maakte van Haïti haar meest winstgevende kolonie. De mannen en vrouwen die op de suikerriet- en koffieplantages moesten werken, leefden in helse omstandigheden en ondergingen zware mishandelingen bij het minste teken van verzet of 'onproductiviteit'. De slavenopstand van 1791 tot 1804 was in staat de blanke meesters te verdrijven maar Frankrijk zadelde het land daarna op met torenhoge schulden als “vergoedingen” voor de kosten bij het verliezen van haar slaven en winstgevende plantages. Daarnaast hadden het kappen van het tropische hout voor de export en voor de aanlag van plantages hele bergen kaalgeslagen. Als er nu bij min of meer hevige regenval meteen verwoestende en moordende modderstromen ontstaan dan is dat een souvenir van de Franse overheersing. In de eerste helft van de 20ste eeuw volgen de Verenigde Staten en bezetten ze het land een tijdlang om hun economische belangen te verdedigen tegenover andere grootmachten. Waarna het IMF (een fonds van bedrijven en banken die geld lenen aan overheden in ruil voor economische beslissingen die hen goed uitkomen) de rol van schuldeiser van Frankrijk overneemt. Tegenover een aantal leningen eisen zij de nodige maatregelen voor een “economische heropleving te bewerkstelligen”. Waar vroeger Haïti zelf genoeg rijst produceerde voor alle inwoners, is ze nu afhankelijk van Amerikaanse import. Dat zegt genoeg over die 'nodige maatregelen'.
De humanitaire legers met de hulporganisaties als bondgenoten (de ngo's, semi- en hele overheidsorganisaties) zetten het werk voort van de kolonisators, de slavenmeesters, de schuldeisers. Ze herstellen de orde, verdedigen de economische en strategische belangen van hun broodheren en zorgen dat iedereen zijn plaats kent in het wereldwijde spelletje van uitgebuitenen en uitbuiters, van onderdrukten en onderdrukkers. Ontelbare ondernemers ontwaren in de ramp een buitenkans om geld, werk, roem of geloofwaardigheid mee te verdienen. Waar de infrastructuren van een maatschappij weggevaagd zijn, is vanzelfsprekend 'werk aan de winkel'. Vluchtelingen vangen en terug deporteren, toeristen evacueren, 5000 ontsnapte gevangenen lokaliseren, de veiligheid van het eigendom en de koopwaren garanderen, genetisch gemanipuleerd landbouwoverschot als voedselhulp importeren... En de mediashows, de hypocriete of paternalistische verhaaltjes van de professionele hulpverleners krijgen we er gratis bij en in ruil voor een kleine donatie krijgen we zelfs de absolutie, het geruste geweten. De enige echte catastrofe waaraan we zelf iets kunnen veranderen is de miserie van de dagelijkse realiteit waarin we ons bevinden.


[kader]
Ondertussen in Chili
Na de aardbeving van 27 februari in Chili kregen we gelijkaardige beelden voorgeschoteld als die in Haïti. Veel verwoestingen en daartussen mensen op zoek naar spullen in de grote bevoorradingshallen die de supermarkten en de villa's van de rijken zijn. Meteen schoot de Chileense staat in actie en terwijl vele plaatsen nog altijd afgesneden zijn van de rest en dus ook van elektriciteit, gas en water, bezet het leger de straten en kondigde ze de noodtoestand (in de praktijk; de avondklok) af. Zo kwam het dat in vele wijken de waterkanonnen, de oproerpolitie en het traangas nog voor de eerste basishulp arriveerden. Het aanvallen van de autoriteit en de heilige koopwaar kon immers niet getolereerd worden. De prioriteit van de staat ligt dan ook in het herstellen van de orde, het veilig stellen van haar macht, het zo snel mogelijk doen terugkeren van de normaliteit. Spijtig voor hen, maar in de gevangenis van de zuidelijke stad Chillan konden 290 mensen ontsnappen toen een muur omviel, in andere gevangenissen wisten gedetineerden zich een weg naar buiten te forceren door in opstand te komen. Onmiddellijk werden 100 speciale interventie eenheden van de politie naar het zuiden gestuurd om de revoltes in de kiem te smoren. Tot nog toe zijn 125 mensen weer opgepakt, de overige 274 genieten nog van hun vrijheid.
Het spreekt ook voor zich dat het leger en de flikken, nu ze in de steden een bijna totale controle verworven hebben, gretig van deze mogelijkheid gebruik maken om enkele ontmoetingsplaatsen, van waaruit de sociale oorlog gevoed en verdiept wordt, aan te vallen. Zo werd het zwaar gehavende anarchistisch sociaal centrum Okupa La Idea in Santiago gesloopt op een moment dat niemand aanwezig was. In Valparaíso vielen militanten van de Communistische Partij dezelfde dag het kraakpand Odio Punk Squat binnen om het in samenwerking met de politie te ontruimen. De partij van deze rode flikken is eigenaar van het pand in kwestie en dit was voor hen de aanleiding om te collaboreren met de flikken en het sociaal centrum dat er gevestigd was te vernielen. Op andere plaatsen is de schade groot en moeten mensen op zoek naar nieuwe panden of hebben ze grote herstellingswerken voor de boeg.