Gevangenen in het gesloten centrum van Steenokkerzeel steken hun cel in brand. En wij, wij zijn zo gek om hiermee onze solidariteit te betuigen? Wij, wij zijn zo blind om daar enige betekenis in te zien, daarenboven eentje die ons hart sneller doet kloppen? Maar natuurlijk! Komaan man, kijk om je heen! Misschien zegt het je niet veel, maar ik voel mezelf soms ook een gevangene, vastgezet door de normale gang van zaken. Ik kijk om me heen en besef dat ik voor deze waanzin verdomme nooit gekozen heb, en toch proberen ze me langs alle kanten te dwingen erin mee te lopen. School, werk, racen tegen de klok, gehoorzamen. Politie en gevangenis vlakbij, het klimaat naar de klote, overal politiek gezever dat ons de ogen moet sluiten voor de uitzichtloosheid waartoe we veroordeeld worden.
Maar het is niet te houden en dat valt steeds moeilijker te verbergen. Meer armoede, langer werken, minder zekerheid, leren leven met ondenkbare vervuiling. Er wordt stilaan maar zeker naar onze keel gegrepen. Nee, je moet jezelf geen anarchist noemen om te beseffen dat de macht van zakenmannen en politiekers (in welke kleur dan ook) ons nog maar weinig zuurstof zal overlaten. Zijn we bereid te stikken, of wat gaan we doen?
In een gevangenis is opstand een kwestie van leven. Je wordt er geconfronteerd met naakte onderdrukking. Je wordt er heen en weer geduwd, in een dagelijkse realiteit dat je elk perspectief wil ontnemen, dat je wil doen geloven dat de enige kracht bij de cipiers, de directie, het systeem ligt. Er wordt duidelijke taal gesproken, zodat je voor een duidelijk ultimatum komt te staan. Wil ik mezelf opgeven, en dit soort leven aanvaarden... Of is het een leugen dat ik geen enkele kracht heb, en geen kant meer op kan. Dat zijn de vragen waar je zweterige handen van krijgt. Want dan komt het besef dat enkel jij ze kan beantwoorden, en dat de uitkomst wel eens aan alle berekeningen zou kunnen ontsnappen. Maar op een bepaald moment weet je gewoon dat elke kleine of grote weigering je uit een verstikkende leegte kan trekken en je je waardigheid kan teruggeven. Tenmidden van cipiers, camera's en prikkeldraad je cel in brand steken is een daad waar geen woorden voor nodig zijn, enkel moed.
Ook buiten de gevangenismuren is opstand een kwestie leven. Het is niets meer of minder dan de vraag: 'Wat voor een leven willen we eigenlijk?' Wordt dit het, of is er meer... Willen we sterven in afwachting van wat broodkruimels die ons misschien worden toegeworpen, en die we dan vrijheid noemen? Of zijn we bereid de schijnzekerheid van deze maatschappij op te geven, en ons in een avontuur te storten dat een totaal ander leven weer denkbaar kan maken? Waarin de kracht aan onszelf is, en we niet langer aanvaarden heen en weer geduwd te worden tussen werk en meer werk, gehoorzaamheid en gevangenschap.
Willen we leven of geleefd worden? Soms samen met anderen, maar altijd op ons eentje, is het die keuze die we kunnen maken. De keuze van onze cel in brand te steken, in opstand te komen...