woensdag 8 september 2010

Indépendance cha cha

Het is blijkbaar feest, groot feest. 50 jaar geleden was het zover. Congo, 30 juni 1960. Onafhankelijkheid van de Belgische kolonisator. Het einde van een tijdperk. Maar terwijl de Belgische en Congolese gezagsdragers hun champagneglazen heffen op recepties, roept een betoging in Brussel op tot een dag van rouw. "Tien miljoen doden tijdens het bewind van Leopold II en zeven miljoen slachtoffers sinds 1994. Wij hebben vandaag niets te vieren." Wanneer de betoging in de Matonge wijk aankomt, wordt de rechtstreekse videoverbinding met Kinshasa even opgeschort. Aan de Congolese ambassade wordt een auto vernield met stenen en verkeersborden.
75 jaar voor de Onafhankelijkheid (1885), een bijeenkomst van de Europese staatsleiders met een kaart van Afrika op tafel. Lijnen worden getrokken, langs een bergkam, een rivier of anders gewoon met de loodrechte liniaal. Het continent is verdeeld, iedereen krijgt z'n stukje toegewezen als ze het al niet zelf veroverd hadden. Leopold II, Koning der Belgen, is in zijn nopjes. Na jarenlang lobbywerk, na zoektochten tot in Azië, heeft hij eindelijk een kolonie vastgekregen. 80 keer België, onbekend terrein voor Europeanen, neutrale zone tussen de gebieden van de Europese grootmachten, persoonlijk bezit van Leopold II.
Meteen wordt de befaamde ontdekkingsreiziger Stanley op pad gestuurd om langs de Congostroom mogelijke handelsposten te verkennen. Maar een grote meevaller is nodig om het gebied economisch te kunnen benutten of uitbuiten. In het Westen ontstaat een grote vraag naar rubber, in Congo hebben ze veel rubber. Een systeem van Belgische bureaucraten en legerofficieren met Congolese soldaten zet zich in gang. Productiedoelstellingen worden opgesteld, bonussen worden uitgedeeld aan de blanke verantwoordelijken die hogere cijfers halen. Dorpsbewoners worden gedwongen rubber te oogsten en in te leveren. Vrouwen worden gekidnapt en gevangen gezet tot er genoeg geproduceerd is. Handen en hoofden worden afgehakt wanneer dat niet het geval is. Dorpen die zich verzetten worden platgebrand. De bevolking van Congo wordt gehalveerd (een hallucinante 10 miljoen mensen). Leopold II laat ondertussen megalomane gebouwen optrekken in België (het Jubelpark in Brussel, de Koninklijke Gaanderijen in Oostende...). Hij betaalt ze allemaal uit eigen zak, met de winsten van zijn Kongo Vrijstaat.
24 jaar later (1908). Internationale verontwaardiging, dalende vraag naar Congolese rubber, een verzwakte Leopold in zijn laatste levensjaren. Leopold II 'schenkt' zijn kolonie aan het Belgische volk dat hij zo verachtte, waarvan hij de arbeidersstakingen in bloed liet neerslaan. De Belgische Staat bouwt de koloniale Staat verder uit met een ministerie voor Koloniën in Brussel als de facto leiderschap. “Beschavingswerk” moet de façade wat oppoetsen. Wegen worden aangelegd, ziekenhuizen opgericht en scholen gebouwd. Scholen met na een soort lager onderwijs, een technische school voor arbeiders. De hiërarchie is duidelijk; het handenwerk was voor de Congolezen, de blanke kolonialen delen de bevelen uit. Dat betekent ook dat Belgen die de boot willen nemen richting Afrikaans continent, ofwel ambtenaar voor de Staat of ploegbaas voor een groot bedrijf zijn ofwel eerst moeten kunnen bewijzen dat ze over genoeg financiële middelen beschikken. Een scenario zoals in de Portugese kolonie Angola waar arme blanken en zwarten elkaar vinden in de populaire wijken en haar bars, moet vermeden worden. De segregatie is compleet. Daar waar toch een kind uit een blanke vader en zwarte moeder (of omgekeerd) wordt geboren, wordt het kind weggenomen bij de Congolese ouder en naar een blanke school gestuurd. Volgens de koloniale logica zou het kind dan niet zo slim zijn als zijn blanke klasgenoten maar het is zeker niet zo dom als zijn zwarte leeftijdsgenoten. Het racisme is totaal.
Ondertussen verspreiden de opstanden zich in Congo. In de rest van de wereld werden al met succes heel wat koloniale regimes verdreven, hier moet het ook mogelijk zijn. De rebellie slaat over, de Belgische overheden panikeren. In al hun paternalistische arrogantie hadden ze dit niet zien aankomen. Het onafhankelijkheidsproces gaat enkele versnellingen hoger. Het lijkt alsof Congo van de ene dag op de andere opeens onafhankelijk is geworden. De kolonisators rekenen er op dat het nieuwe Congo dat maar over een handvol universitairen beschikt, na een snelle transitie nog nood zal hebben aan haar oude blanke leiders. Dat loopt niet helemaal zoals gepland. In het leger breekt een opstand uit omdat nog altijd dezelfde blanke officieren aan de touwtjes trekken. De door de België gefinancieerde Parti National du Peuple (of ook wel Parti des Nègres Payés) haalt een povere 2% bij de eerste verkiezingen. De Belgen steken een tandje bij. Een afscheuring van een rijke, zuidelijke provincie ondersteunen, een landing van Belgische paracommando's om een opstandige stad te onderdrukken, een verkozen premier Lumumba laten ontvoeren en vermoorden... Ondertussen zijn ook de Verenigde Staten zich beginnen interesseren in Congo als onderdeel van hun geostrategische spelletjes met de Sovjet-Unie. Het zijn zij die samen met de Belgische overheid de staatsgreep van een Congolese kolonel steunen en helpen in stand houden voor enkele decennia.
Mobutu, de nieuwe sterke man, dictator van een onafhankelijk Congo (1965). Personencultus, publieke executies, kogels van het leger tegen betogingen en rellen. Het systeem van uitbuiting krijgt een nieuw gezicht. Leiderschap is recht op diefstal. Een lange traditie wordt verdergezet. De komende 35 jaar zijn het de kleine elite rond hem, enkele Belgische bedrijven en de politieke belangen van de VS die wel varen. Het is pas wanneer het gedrag van de despoot te schaamtelijk wordt en het niet goed meer oogt om voor de persfotografen te poseren met een dictator dat de Belgische en Amerikaanse broodheren afstand nemen van hun poulain. In Oost-Congo rukt Kabila senior op met zijn leger gesteund door enkele buurlanden. De chaos in het land komen die buurlanden goed uit die lustig de bodemrijkdommen (diamant, goud, uranium, coltan) voor de nieuwe industrieën exporteren. En ook nadat Kabila senior de macht veroverd heeft (1997) en daarna opgevolgd wordt door junior, blijven Rwanda en Oeganda de oorlogssituatie in Oost-Congo in stand houden. Rwanda is trouwens na Congo de bevoorrechte partner in de regio geworden van de VS. Ze krijgen humanitaire en ook militaire hulp van de Amerikaanse vrienden terwijl ze grondstoffen exporteren die nergens binnen de Rwandese grenzen te vinden zijn. Ondertussen hebben ook de Chinese leiders Congo ontdekt en hun economisch masterplan in het werk gezet zijn.
Kabila junior bouwt zijn eigen groepje getrouwen uit. Verkrachtingen, kindsoldaten, slachtpartijen maken allemaal deel uit van de stille oorlog in Oost-Congo. De vraag van de markten naar ruwe grondstoffen houdt de uitbuiting in stand. 30 juni 1960. De verjaardag gaat waarschijnlijk onopgemerkt voorbij in vele woningen in Congo. Het einde van een tijdperk? Onafhankelijkheid? Wat betekent dat allemaal? Mensen zitten geklemd in een oorlog, een brute onderdrukking en uitbuiting. 50 jaar onafhankelijk heeft enkel nieuwe elites gecreëerd, nieuwe belangen die verdedigd moeten worden.
Maar al worden ze vaak verzwolgen in de grote plechtigheden, de officiële diplomatie en haar politieke en economische belangen, de (gewapende) conflicten tussen leiders, de vervuilde modder van de mijnen. De kleine daden van verzet, de creativiteit om een eigen leven op te bouwen... Echo's bereiken ons, ze zijn daar aanwezig.

“Onze kolonisator die in België zijt, uw naam weze vermaledijd, uw rijk eindige.” (voor franse vertaling, dicht houden bij een parodie op Onze Vader)

***
Kinshasa, hoofdstad van de Democratische Republiek Congo. De sloppenwijken rukken op. Een begraafplaats omsingeld door de geïmproviseerde woningen van Camp Luka. Officieel mogen hier al lang geen doden meer begraven worden. Maar het wordt nog altijd gebruikt als kerkhof en nu ook als ontmoetingsplaats. Jongeren komen hier samen, discussiëren en smeden plannen. Zij zijn de grafdelvers van de begraafplaats van Kintambo.
De helft van de Congolese bevolking is jonger dan 25 jaar oud. De gemiddelde levensverwachting ligt rond de 40 jaar.
Leven met de dood op de huid. Voor de jongeren op het kerkhof. Voor het hele land. Wanneer in de buurt een jongere sterft, eisen ze het lichaam op. Een begrafenisstoet wordt protest, protest wordt oproer. In een land waar het leven nog maar weinig waard lijkt, wordt de woede uitgeschreeuwd. Deze jongeren eisen een leven. Politici en predikers moeten het ontgelden. Contestatie tegen de ouderen in een traditie waar de ouderen de leiders van de gemeenschap zijn en de voorouders verafgood worden.
Ze noemen het de Staat van de chaos.