Dat gaat slecht aflopen...
De onderhandelingen tussen de politieke partijen over de vorming van een nieuwe regering slepen nu al maanden aan. Ook al maken ze allemaal zonder onderscheid deel uit van hetzelfde decor en zijn ze allemaal partners in politics, raken ze het over een aantal zaken niet eens. Langs de andere kant is er alleszins één kwestie waar ze het allemaal al over eens zijn en waar geen spektakel meer rond hoeft opgevoerd te worden: besparingen.
De werkloosheidscijfers in Brussel bereikten ondertussen een historische piek van 21 % van de actieve bevolking. De tienduizenden sans-papiers die legaal gezien ‘niet bestaan’ werden daar uiteraard niet bijgerekend. Maar met statistieken is altijd al alles en zijn tegendeel bewezen. Wij zijn geen sociologen en vertrekken liever vanuit onze dagelijkse ervaringen en onze eigen ideeën. Voor vele mensen, of ze nu regulier werken of in het zwart, of ze nu afhankelijk zijn van de sociale zekerheid of van de zogenaamde ‘informele economie’, is het alsmaar moeilijker aan het worden om de eindjes aan elkaar te knopen. Vijf dagen werken per week volstaat nog amper om de huur betaald te krijgen. Met een werkloosheidsuitkering kan het schoolmateriaal voor de kinderen niet langer bekostigd worden. Terwijl de prijzen stijgen en alsmaar minder mensen een voldoende bron van inkomsten hebben om rond te komen, wreekt de concurrentie zich op allen die de wedren niet aankunnen. Je moet smeken om aan zwartwerk (gemiddeld 5 euro per uur) te komen en je ellebogen gebruiken om andere kandidaten naar achter te duwen. Dat is hoe de sociale werkelijkheid in Brussel en andere steden er momenteel uitziet.
En de politiekers gaan besparen. De uitkeringen verminderen, de arbeidsovereenkomsten versoepelen en flexibiliseren, de taksen verhogen,... En terwijl velen het op hun huid voelen, wordt er nu al naar zondebokken gezocht. De “sans-papiers” die het werk afpakken, de “profiteurs” die maar moeten gaan werken, de “anderen” die ons belazeren. De politiek schetst ons een toekomstbeeld van verdere verarming onder het motto “iedereen moet inspanningen doen om het land draaiende te houden” en hoopt dat we onze woede niet tegen haar richten, maar tegen diegenen die met ons in hetzelfde schuitje zitten.
En voor diegenen die het spelletje niet willen meespelen en zoeken naar manieren om zich te verzetten tegen dit geplande overboord zwieren van een hele hoop armen, staan de vakbonden al klaar met hun pakket van verlammende protesten. Eén keertje gaan betogen in Brussel en dan braaf terug naar huis. Vooral geen wilde stakingen of blokkades van de economische activiteit. Ja hoor, er moet wel gestreden worden, maar dan wel zonder buiten het kader van het sociaal overleg te gaan, zowel in woord als in daad. De vakbonden willen het zo snel mogelijk op een akkoordje gooien met de patroons, om zich dan te wijden aan hun echte roeping: de achterban kalm houden zodat er niet buiten de lijntjes gekleurd wordt. En als het niet de vakbond of een politieke partij is die de woede probeert te kalmeren en te kanaliseren, dan zijn er nog die hele reeks aan religieuze instituten en geboden die de woede willen omvormen tot een smeekgebed aan God of Allah; of tot één of andere heilige en haatdragende oorlog tegen alle anderen.
Hopen op hulp van ‘bovenaf’en gewoon wat morren betekent ons eigen graf delven. Onze woede laten kanaliseren door de politiek of instituten betekent op voorhand onszelf handboeien omdoen. Wegkwijnen in een zwartgallig cynisme dat er nooit iets zal veranderen is je eigen hand afhakken. De enige manier is een directe strijd te voeren, zonder bemiddeling. Deze strijd moet zich richten tegen het economisch systeem als dusdanig, door te beginnen met de weigering van één van haar fundamenten: de concurrentie en de almacht van het geld. Die weigering is de grond van alle menselijke solidariteit.
* * *
Het is niet een kwestie van met miljoenen op straat te komen. Het is niet een kwestie van grote organisaties op te richten om weerwerk te bieden aan de macht. De eerste stap is simpelweg om te vertrekken vanuit onze eigen levens. Overal zijn er mensen die het hoofd niet langer buigen of met woede reageren op een zoveelste aanfluiting van hun leven. Nochtans denken velen dat er geen verbanden zijn, bijvoorbeeld tussen de regelmatig terugkerende rellen in de Brusselse wijken, de opstanden in en de strijd tegen de gesloten centra voor illegalen en de gevangenissen of de enkele wilde stakingen bij bedrijven. Let op, ik beweer niet dat we allemaal dezelfde strijd zijn aan het voeren zonder dat we het zelf beseffen; alsof we allemaal mysterieus met elkaar verbonden zouden zijn. Wat ik wil zeggen, is dat er veel vonken zijn die ons moed zouden moeten geven, die ons uitnodigen om na te denken over wat wijzelf willen, die suggereren dat er nog anderen zijn die liever met opgeheven hoofd willen vechten dan zich altijd maar klein te maken. Misschien kunnen we daar beginnen en zo de zoektocht starten naar naar wegen om komaf te maken met deze wereld die uitbuit, opsluit, vernedert en onderdrukt.