vrijdag 17 december 2010

In de schaduw van de torens aan het Brusselse Noord-station

Een maand lang logeerden ze daar, in het Maximiliaanpark, omringd door de kantoorblokken rond het Noordstation. Een levendige mix van Roma's die uit Frankrijk weggejaagd werden, van mensen zonder papieren van overal die al zo vaak asiel aanvroegen dat ze geen enkele kans meer hebben op een verblijfsvergunning en anderen die nog een poging kunnen wagen maar steevast aan de deur werden gezet. Met nadarhekken en tenten improviseerden ze onderdak. Voor de zomer zagen we hele nomadetochten van grote groepen mensen zonder papieren die van kantoorblok naar verlaten hotel naar grasperk verhuisden, opgejaagd door de flikken. En dan was het even stil. Stiller maar niet zonder minder miserie. De groepen gingen uit elkaar en vonden toevlucht in kraakpanden over de hele stad. Af en toe werden ze daaruit met groot politievertoon ontruimd, anderen konden een tijd langer blijven.
Een maand geleden kwam een deel opnieuw samen, van alle kanten en alle gemeenschappen. En elke dag waren ze met meer en meer, zo'n 150 op het einde. De mensen konden rekenen op hulp van mensen die in de woontorens in de buurt wonen en spontaan eten, tenten, dekens en warme kledij brachten. Sommige kinderen uit de buurt bleven zelfs uit school weg, aangezien het wel zinniger leek om met al die nieuwe kinderen te spelen dan op schoolbanken te zitten. En dan vonden allerhande weldadigheidsorganisaties de tijd gekomen om een persconferentie te organiseren, om opnieuw met groot mediavertoon aan een zogenaamde alarmbel te trekken. Dezelfde avond nog besloot Brussels burgemeester en PS-bons Freddy Thielemans in te grijpen. Gedaan met het gedoogbeleid.
Volgens de aloude verdeel-en-heersregel werd de groep onderverdeeld, met aan de ene kant de begunstigden die in de rij mochten gaan staan voor regeringshulp en aan de andere kant de overigen die zo snel mogelijk gedeporteerd moesten worden. De hele dag stonden ze in de rij, de ene familie na de andere moest op gesprek bij Fedasil, vlak naast het grasperk. Sommigen kwamen opgelucht buiten, en dachten dat ze onderdak hadden gevonden. Maar schijn bedriegt. Fedasil stuurde een 50-tal mensen naar haar zogenaamde open centra die over het hele land verspreid zijn. Tehuizen waar families even een matras krijgen, alvorens hun dossier wordt 'afgehandeld' en ze mogelijks rechtstreeks op het vliegtuig worden gezet. Helemaal afgezonderd, ver weg van de ogen van de camera's en mogelijke medeplichtigen.
En de volgende dag kwam de finale zet. De politie brak het tentenkamp open, de mensen konden nog net een deel van hun spullen recupereren. Een honderdtal mensen trok naar het Gaucheretpark even verderop, met een recent bevel om het grondgebied te verlaten van de Dienst Vreemdelingenzaken op zak. Ze zullen zich daar even kunnen installeren alvorens de flikken de tijd weer rijp achten om te ontruimen. En dan begint het weer van voor af aan...

“Waarom wonen die mensen in tenten? Kijk naar al die kantoorgebouwen, ze staan leeg.” Een buurtbewoner