U heeft uw diploma journalistiek behaald. Aan de universiteit of de hogeschool heeft u geleerd om de sociale werkelijkheid te bekijken doorheen de boeken van sociologen, de memoires van de staatsmannen en de retorische handboeken van de manipulatie. U heeft het principe van de democratie doorgrond: terwijl het lijkt alsof de macht bij het volk ligt, heerst in feite het geld en de politiek. U engageert zich om dit bedrog in elk artikel te versterken en uit te bouwen.
U heeft geleerd hoe u mensen bij interviews in de val moet lokken. U registreert het ene cliché na het andere en probeert altijd mensen te verdelen en tegen elkaar op te zetten; u bent de dirigent van de kakafonie der meningen; de grootmeester der platgetrapte paden.
U eert het principe van de neutraliteit, u kiest geen kant. Binnen uw neutraliteit maakt u alle ideeën en alle kwesties tot loutere opinies, zonder gewicht en zonder engagement. In het slechtste geval bedient u zichzelf van een meer linkse of een meer rechtse vorm, maar u verzaakt evenwel aan elk eigen idee, aan elke eigen analyse en pent gewoon de ‘werkelijkheid’ neer, het is te zeggen, u bent kopiist van de macht.
U weet hoe u een sociaal conflict op zo’n manier kan beschrijven dat niemand er nog aan uit kan. U weet hoe u ervoor kan zorgen dat niemand zich herkent in revoltes. U weet dat u opstandige gevangenen best voorstelt als monsters, relschoppende jongeren als barbaren, sans-papiers als profiteurs, anarchisten die Kapitaal en Staat aanvallen als bloeddorstigen die eender waar een bom zouden kunnen leggen. U beheerst de tactiek van de opdeling en de scheiding.
U weet dat ook doodzwijgen een interessante tactiek is, iets waarover uw vriend de politie u ongetwijfeld veel geleerd heeft. U weet dat het soms beter is om helemaal niets te zeggen over een opstand in een gesloten centrum. U speelt handig in op het feit dat vele mensen denken dat wanneer iets niet in de media komt, het niet bestaat. U verleidt sociale bewegingen ertoe zich aan u te prostitueren en te smeken voor uw genadige vijf lijntjes in de krant.
U beheerst de techniek om schandaal te veroorzaken en de ellende van mensen te gebruiken om de stem van de macht luider te laten weerklinken. Als aasgier cirkelt u om andermans ellende. U kent de kracht van woorden en bent een meester in het vervormen, manipuleren, vervalsen en belachelijk maken van alle sociale strijd. U vergeet nooit wie uw bondgenoten zijn en bent altijd bereid om de politie en de inlichtingendiensten een handje te helpen. U weet dat u uzelf naargelang de situatie kan profileren als ‘kritisch journalist’ en kleine schandaaltjes aan de kaak kan stellen om het grote schandaal van deze doodse wereld beter te verbergen.
Tot slot bent u ook uitmuntend in uw domheid. U haspelt alles door elkaar, u verwart namen, plaatsen en ideeën, u ontbeert elke reële kennis over datgene waarover u schrijft. U doet soms ingewikkeld en complex opdat uw lezers zich dom zouden voelen. Wanneer u allerlei specialisten en professoren aan het woord laat, weet u dat niemand er nog aan uit zal kunnen en dan schuift u uw eigen achterlijkheid naar voren als het antwoord van de ‘gewone’ mens. Zo bewijst u niet alleen dat u uw domheid tot uw grootste deugd hebt gemaakt, maar helpt u ook om iedereen dom te houden.