vrijdag 17 december 2010

Ondanks alles - aan de rebellen van hier en ginder

Woorden kunnen maar moeilijk een werkelijkheid vatten, gevoelens en verlangens gaan altijd verder dan wat een woordenschat ons biedt. Nochtans is het vitaal om te spreken, om uitdrukking te proberen geven aan wat we denken en voelen. Zeker op momenten waar de terreur van de Staat en haar ordetroepen probeert om alles te doen verstommen.
Al jarenlang zeggen we dat om vrij te kunnen denken en spreken, er ruimte en tijd nodig is. En die ruimte en tijd wordt ons nooit gegeven, we kunnen ze alleen maar zelf veroveren, met geweld ontrukken aan de werkelijkheid van het gij zult en gij moet. Daarom hebben we gesproken en spreken we over revolte, over daden waarmee we voor onszelf ruimte scheppen om te leven, om uiting te geven aan onze verlangens naar vrijheid die de misselijkmakende ellende en lelijkheid van deze wereld niet langer aanvaarden.
De voorbije week koos de Staat ervoor om alle mogelijke ruimte op te vullen met uniformen, relwagens, undercoverpolitie, opsluiting en mishandeling. De Staat verdraagt al amper dat anarchisten met woord en daad aansporen tot revolte, maar deze week werd alles op alles gezet om alle ontmoetingen tussen de verschillende rebellieën die in Brussel de sociale conflictualiteit doen broeien onmogelijk te maken. En de autoriteit sprak de eenvoudigste taal die ze ter beschikking heeft: terreur, met andere woorden, een systematisch en ongediscrimineerd geweld.
De aangekondigde betoging van 1 oktober tegen alle gesloten centra, gevangenissen, grenzen en tegen de Staat mocht niet plaatsvinden, ten allen prijze. Er werd een samenscholingsverbod afgekondigd in vier Brusselse gemeentes en terwijl een imposante ordemacht iedereen die zich rond de afspraakplek begaf oppakte, hielden andere eskadrons de wijken en de metrostations in een ijzeren greep. De gevangenissen van Vorst en Sint-Gillis werden hermetisch afgesloten door een cordon oproerpolitie terwijl in het hart van Anderlecht de politie gebivakkeerd patrouilleerde met machinegeweren in de hand. Honderden mensen werden preventief gearresteerd, tientallen werden op de politiekantoren vernederd, mishandeld en geslagen.
Laten we klare taal spreken: de Staat is niet bang voor een handvol anarchisten, maar vreest de mogelijke sociale besmetting die revolutionairen dag in dag uit proberen bewerkstellingen. Al lang blijkt het Brusselse een sociaal kruitvat te zijn waar geprobeerd wordt de sociale spanningen de kop in te drukken met meer politie en meer gewonden en doden aan de kant van degenen die op de één of andere manier de confrontatie aangaan. Nochtans blijven de sociale spanningen zich op een radicale manier uitdrukken: van de regelmatig terugkerende rellen in de wijken tot de opstanden in de gesloten centra en de gevangenissen, van de gerichte aanvallen tegen de structuren van Staat en Kapitaal tot een zich verspreidende vijandigheid tegen alles wat het uniform van de repressie draagt. Waarschijnlijk was de aangekondigde betoging van 1 oktober één van de mogelijkheden tot ontmoeting tussen de verschillende rebellieën en anti-autoritaire ideeën – en deze ontmoeting werd de kop ingedrukt.
Ondanks de gemilitariseerde pacificatie van de laatste dagen, blijven wij onze vurige aandacht richten naar dit sociale kruitvat, wetende dat elke gelegenheid goed kan zijn om het vuur aan de lont te leggen. En waar het voorstel tot een betoging gebotst is op bijna onoverkomelijke obstakels, zullen andere praktijken en activiteiten zich een weg weten te banen.
Ondanks de politiemuren die ons proberen gescheiden te houden, blijven wij geloven dat de ontmoeting tussen de verschillende rebellieën mogelijk, wenselijk en noodzakelijk is. Geen enkele repressieve chantage vanwege de Staat zal ons van dat enthousiasme doen afzien.
Ondanks het feit dat het initiatief ons de voorbije dagen uit de handen werd gerukt, zijn wij vastberaden, met hart en hoofd, om dat initiatief terug in eigen handen te nemen. Ondanks alles gaan wij door. Niets is voorbij... de mogelijkheden liggen nog altijd voor het grijpen.

Enkele anarchisten die niets loslaten
Brussel, 5 oktober 2010