Het avontuur is een uitzonderlijke belevenis, een gevaarlijke onderneming die aantrekt met de bekoring van het risico dat het met zich meebrengt: verdwalen in verre en onbekende oorden, een niet-aangeraden en onvoorziene actie verwezenlijken, aangrijpende ontmoetingen meemaken. De ‘existentiële’ structuur van de menselijke ervaring omvat in zichzelf de dimensie van het avontuur. Als we de geschiedenis van hoe het menselijke wezen zich gevormd heeft in beschouwing nemen, kunnen we makkelijk begrijpen hoe dit slechts mogelijk geweest is dankzij het vermogen van het individu om altijd verder te gaan dat het reeds-gegevene en het reeds-gehad, in een voortdurende openheid voor het andere, voor het nog-niet-gekende-en-nog-niet-meegemaakte. En dit is altijd de noodzakelijke conditie geweest omdat de geschiedenis niet de vervelende herhaling van steeds hetzelfde is.
De veiligheid is daarentegen gekenmerkt door de afwezigheid van risico. Veiligheid, zonder zorgen, zonder bezorgdheden.
De stijging van het aantal flikken en veiligheidssystemen streeft slechts één doel na: zorgen dat er nooit niets gebeurt, je verplichten tot een eeuwig heden van werk, koopwaar en gehoorzaamheid. Iedere oproep tot veiligheid is dus een terdoodveroordeling van het avontuur en bijgevolg van het worden. Deze apologie van het bestaande is niet alleen verachtelijk omwille van haar smerigheid maar is pure dommigheid omwille van haar nutteloosheid: de oorlog onder de armen zal slachtoffers blijven eisen, ook onder het oog van de bewakingscamera’s, terwijl de rijken en de machtigen in hun afgeschermde steden de enigen zullen zijn om te genieten van een alomtegenwoordige bescherming.
Het menselijke wezen is het enige dier dat zo onnozel is om de veiligheid en de rust van een zoo te verkiezen boven het risico en de vrijheid van de jungle. Maar daarna, eens opgesloten achter tralies, blijft hij de rest van zijn leven dromen over ontsnappen, zoeken naar het avontuur in een miriade van surrogaten. En zie hen daar in koor zingen dat ze een roekeloos leven willen, samentroepen in de cinema die de rebellie vertoont tegen een wereld reduceerd tot matrix en tegen een gecontroleerd leven, inbeelden protagonisten te zijn in de fictie van alsmaar meer bizarre en ongeloofwaardige videospelletjes. Wat een hypocrisie!
Wij willen de veiligheid niet. We verkiezen het risico bestolen te worden door een dief boven de zekerheid om te creperen van verveling onder het wakende oog van de politie of om dag na dag van onze intimiteit bestolen te worden. Wij willen het avontuur en wel onmiddellijk. En dat is geen exotische vakantie die gepland moet worden, maar een hele wereld die overhoop gehaald moet worden. Omdat we genoeg hebben van de opgelegde normaliteit. Omdat we genoeg hebben van het veiligheidsconcentratiekamp. Omdat we genoeg hebben van deze stront van overleven die ons geveild wordt als leven. Omdat we willen dat het onbekende eindelijk binnenstormt in de werkelijkheid, de subversie van het bestaande.