Het gaf ons een hartverwarmend gevoel toen we hoorden dat er duizenden gevangen bevrijd werden en ontsnapten in Egypte en Tunesië. De bevolking die zich tegen een regime of staat keert en diens wortels uittrekt door haar logica te verwerpen en het sociale onderscheid te verbreken. Wanneer de opstanden binnen en buiten de gevangenis zich samenvoegen en zich zij aan zij tegen de bewakers van dit regime keren, kan dit bij ons niets anders dan een warm gevoel geven.
Al generaties lang wordt het uitbuitingsapparaat beschermd door de muren van de gevangenissen. Haar schaduw verduistert heel de realiteit en bestraft elk vrij denken en handelen. Onder het mom van 'bescherming van de bevolking' is er een gevoel gekomen dat een wereld zonder gevangenissen niet zou kunnen bestaan. Dat een algemeen onderscheid tussen goed en kwaad moet gemaakt worden en de daar aan hangende straffen. De heersende elite (democratisch of dictatoriaal) heeft deze manier van denken tot op zo'n punt beschermd en verdedigd dat het lijkt dat veel mensen geloven dat de bak er is om de mogelijkheid tot leven te beschermen.
Dit brengt ons bij de noodzaak om tijdens een opstand de gevangenissen te vernietigen.
Omdat deze een beschermer is van de bestaande orde en nooit voor iets anders gebruikt kan worden dan onderdrukking, kan deze maar beter vernietigd worden. Zoals we gezien hebben in de opstanden in Egypte en Tunesië waar de bevolking de deuren van de gevangenissen hebben open gezet en de mensen hebben vrijgelaten. Ook tijdens de opstanden in de gevangenissen waarbij er gevochten werd tegen de cipiers en overal brand werd gesticht, leek het er op dat hun fundamenten werden aangevallen. Maar ook hier zien we dat de zieke logica van de gevangenis een gastheer in sommigen gevangenen heeft gevonden. Na een oproep van een Tunesische minister om terug naar de gevangenis te komen zijn er meer dan 1500 gevangenen vrijwillig teruggekeerd.
Naast de gevangenissen is het ook belangrijk dat zoveel mogelijk staatsinstellingen vernietigd worden. Gezien de instellingen gemaakt zijn door de vijand van de opstand kunnen deze niet gebruikt worden voor een ander doel dan de terugkomst van de staat. Zolang de instellingen in gebruik zijn zal dit de weg naar iets nieuw verhinderen. Niet de commissariaten noch de flikken, niet de stadhuizen noch de burgemeesters, niet de parlementen niet de politiekers, niet de banken niet het geld. Deze kunnen ons enkel van dienst zijn als ze in as liggen.