Het nieuws over de ramp in de kerncentrale van Fukushima in Japan draait zot. Tegenover een ramp zonder voorgaande, becommentariëren de media live het nieuws.
Het nieuws wordt gelanceerd, een waar bombardement, maar er komt niets door.
Nee, er zal geen enkele les uit getrokken worden. Hier kan zoiets niet gebeuren. Journalisten, deskundigen en politici praten over aardbeving en tsunami en zijn het allemaal eens over het uitzonderlijke karakter van de situatie op dat verre eiland. Die klootzakken profiteren er zelfs van om ons de beruchte betrouwbaarheid van de Belgische kerncentrales aan te smeren; onze kerncentrales zouden de veiligste ter wereld zijn. Nooit zeggen ze dat eender welke menselijke fout overal eenzelfde resultaat zou hebben. Nooit zeggen ze dat je op eender welke plek in België op minder dan 60 kilometer van een kerncentrale bent. Ze letten goed op om ons niet te zeggen dat na de ramp het hele gebied onderworpen wordt aan een militair regime. Niet alleen wordt iedereen bestraald, elkeen zal ook permanent gecontroleerd, getest, gemeten, bewaakt en verplaatst worden in zones waar alle vrijheid, elk individueel initiatief, elk restje autonomie begraven zal worden onder het kaki-rijk.
Hun propaganda wil ons doen geloven dat de wanhopige reddingsoperatie van bespuiten met water en zand, dat hun oorlogsmaatregelen van 'confinement', dat hun zielige bedelingen van jodiumpillen voor onze gezondheid zijn. Maar mocht dat waar zijn, mochten ze geven om onze gezondheid, dan zou het aantal ‘kernlanden’ toch niet de weg van het nucleaire opgaan… Achter deze monsterlijkheid gaan enorme economische en strategische belangen schuil. Van meet af aan gingen burgerlijke en militaire nucleaire technologie hand in hand. En de geschiedenis van de ontwikkeling van deze technologie is volledig verbonden met een moordend spelletje tussen de machthebbers onderling.
De routine van de ramp is reeds een werkelijkheid. Denk maar aan de dagelijkse toename van wat de struikvogelwoordvoerders van de kernenergie eufemistisch ‘incidenten’ noemen. Ze beloven ons bijvoorbeeld om de kerncentrales te controleren, maar zeggen uiteraard niets over de onoplosbare problemen die het radioactief afval stelt; afval dat wordt opgeslagen op een heleboel Belgische sites. Uiteraard zeggen ze ook niets over de vele kankers en bloedziektes bij degenen die vlakbij kerncentrales wonen. Zonder het dan nog te hebben over de lucratieve handel die wordt opgezet vanuit België met de ontginning van uraniummijnen in Congo; waar de lokale arbeiders uitgebuit worden en die samen met alle omwonenden een langzame dood te wachten staan.
De macht doet alsof alles onafwendbaar is en probeert zo goed en zo kwaad als mogelijk het ergste te vermijden, maar vooral zonder ooit in vraag te stellen wat ooit een keuze was en dat nog steeds is.
In feite zouden we onmiddellijk kunnen stoppen met kernenergie en de wereld die daar nood aan heeft. Ecologisten en andere NGO’s van groene signatuur praten vooral over een pseudo-‘afbouw’ van de kernenergie over 20 of 30 jaar om zo de financiële steun die ze krijgen van de staat en hun potentiële kiezers niet te verliezen. Als ware redders van het kapitalisme hopen ze om een rol van tegen-expertise te kunnen spelen en zo mee aan tafel te mogen schuiven.
Alleen maar spectaculaire beelden van de brandende kerncentrale, alleen maar ensceneringen van epische ‘reddingsacties’, alleen maar dreigende radioactieve wolken die we zonder te reageren moeten ondergaan! Alleen maar steriele debatten onder politiekers over de verschillende alternatieven om tegemoet te komen aan de vraatzuchtige noden van de industriële ontwikkeling; alleen maar zogenaamde redelijke stemmen voor kleine maatregelen die niets in vraag stellen! Allemaal maskerades om met een ondoorzichtige sluier de walgelijkheid van de kernenergie te bedekken. Het is hoog tijd om de uitstalramen van de kernsector in te smijten en komaf te maken met al die stront. Achter de horror van deze ramp zonder weerga waarvan nog lang niet alle doden geteld zijn, staat de aanvaarding van kernenergie wereldwijd op het spel.
De Staat speelt de rol van een brandweer-pyromaan. Eerst maakt ze er een hele stronthoop van en nu wil ze beschermer zijn, de enige macht die in staat is om de veiligheid van de bevolking te garanderen.
Nooit heeft de wereld zoals-die-is-en-die-vooral-niet-mag-omvergeworpen-worden een betere waarborg gehad. Een patstelling die, bovenop de vergiftiging en militarisering van deze planeet, ongeveer altijd dezelfden bovenaan zet en de anderen onderaan, altijd dezelfden die “weten” en de anderen die volgen.
Ze zijn niet echt bang voor de ramp die bezig is en eraan zit te komen, ze zijn niet bevreesd voor oproepen van burgerdienaars voor een “beter” beheer van het bestaande, allemaal praten ze dezelfde taal van het noodzakelijke kwaad.
Maar wat hen wel bang maakt, zijn de strijden tegen de kernenergie en de wereld die ermee gepaard gaat.
Omdat ze willen dat wij allemaal berustende en hulpeloze proefdieren zijn. Omdat de vrijheid begint met de sabotage van deze wereld die ons vernietigt.
Geen proefdieren noch schapen
19 maart 2011
[Dit pamflet werd uitgedeeld in Parijs en bij de vertaling lichtjes aangepast aan de Belgische situatie]