Wanneer deportatiekampen opvangcentra worden en bewakers begeleiders
De Staat houdt van mooie façades. Op 50 meter van het deportatiekamp 127bis in Steenokkerzeel (naast de landingsbaan van Zaventem), heeft ze een gebouw met vooruitstrevende architectuur neergepoot. Een ovaal met groen dak, bijna verborgen in het landschap. Enkel de hekken en de bewakingscamera's verraden de echte functie van dit bouwsel. Een gevangenis voor mensen zonder papieren die voor te veel problemen zorgen in de andere kampen. Want de structuren van de Staat vertonen heel wat barsten. Onlangs was er een opstand in 127bis. Twee derde van het gebouw werd vernield (in augustus 2008 gebeurde al hetzelfde) en één persoon verdween in de natuur. De volgende dag was er ook een poging tot opstand in het deportatiekamp in Merksplas. En een week later was er een bewogen actie aan het kamp in Vottem (bij Luik). De laatste gebeurtenissen in de strijd tegen de deportatiekampen die al bezig is sinds de bouw van het eerste kamp. Allemaal heel ongelegen voor de Staat maar die heeft haar eigen manier om te doen alsof er niets aan de hand. Naast de isolatie en repressie, heeft ze haar eigen woordenschat en discours ontwikkelt. Zo wilt de Staat de de miserie die ze ons oplegt, toch een beetje verteerbaar maken.
Een jaar geleden verschijnt er een artikel in de krant met als titel:”Asielhaters slaan weer toe“. In feite ging het hier over een actie tegen de bouw van het nieuwe deportatiekamp te Steenokkerzeel. De firma Michiels uit Heist-op-den-Berg werkt hieraan mee. Voor de lezer zonder voorkennis, spreekt dit artikel uit de krant echter een onverstaanbare taal. De goochelende journalist werpt een deken over de realiteit van de deportatiekampen, misleidt zijn publiek en zorgt er meteen ook voor dat de betekenis van deze actie verloren gaat.
We zouden kunnen denken dat dit te wijten valt aan een onwetende journalist, dat hij niet beter wist. Edoch, dit is lang geen unicum meer. Zo spreekt men op het VRT-nieuws tegenwoordig steevast over “opvangcentra” of “centra voor vluchtelingen”, wanneer men het eigenlijk heeft over “centra voor illegalen”, “gesloten centra”, of zoals de gevangenen het zelf noemen: “deportatiekampen”.
En de begripsverwarring gaat verder: diegenen die opgesloten zitten in de kampen worden bewoners genoemd, degenen die hen opsluiten begeleiders, degene die hen volstopt met slaap- en andere kalmeringspillen zijn dokters en zij die de gevangenen met zachte dwang proberen te overtuigen om vrijwillig terug te keren, dat zijn sociaal assistenten. De recreatieruimtes in de kampen zijn niets meer dan zwaar bedompte rookkoten, waar mensen die niets om handen hebben de ene sigaret na de andere opsteken, in een poging om de onleefbare stress-situatie te verzachten. Wat weten ze over mij? Wil de ambassade meewerken? Ben ik de volgende die op het vliegtuig zit? Wat gaat er met me gebeuren wanneer ik terugkom in het land waarvan ik wegliep?
Laten we klare taal spreken en misschien worden we dan begrepen: “Hoe noemt men een plek die bewaakt wordt door camera’s, door tralies, door cipiers en waarin mensen opgesloten zitten?” Een gevangenis misschien? Ja, exact, een gevangenis. De centra voor illegalen zijn gevangenissen, maar dan met een speciaal statuut en een speciale functie. Het verschil met een gewone gevangenis is dat het geen rechter was die besliste dat men opgesloten moest worden, maar de dienst vreemdelingen zaken (DVZ). Het gaat hier niet over het uitzitten van een straf, maar over een administratieve opsluiting. Dit wil zeggen dat de mensen die niet over de juiste papieren beschikken voor enkele maanden kunnen opgesloten worden, dit om het voor de DVZ te vergemakkelijken om haar administratief werk te doen, om de juiste papieren te bekomen die nodig zijn voor deportatie. Wanneer iemand terecht komt in zo’n kamp, gaat de DVZ gedurende die tijd wat extra moeite doen om zich met deze persoon bezig te houden. Het uitzoeken van zijn identiteit en nationaliteit als deze niet gekend is, bijvoorbeeld via de printrak database, een database waarin alle vingerafdrukken opgeslagen worden van de personen die ooit ergens asiel aangevraagd hebben in de Europese Unie. Men moet hiervan bevestiging krijgen van de ambassade van dat land en de documenten vastkrijgen die nodig zijn om iemand op het vliegtuig te kunnen zetten (een ‘laissez passer’ noemt dat). Tot slot is het natuurlijk ook gemakkelijker om iemand te deporteren wanneer deze tussen vier muren opgesloten zit. De hele interne werking van het kamp is gebaseerd op het uitoefenen van psychologische druk op de gevangenen, die ervoor moet zorgen dat zij breken en meewerken aan hun eigen deportatie. Voor de gevangenen die zich alsnog blijven verzetten heeft men een arsenaal aan straffen klaarstaan: opschorting van het bezoek, isolatiecellen, slagen,…
Wanneer je in een kamp terecht komt, betekent het niet noodzakelijk dat je gedeporteerd wordt. Niet alles loopt zo geolied. Niet alleen ontsnappen er geregeld mensen, de papiermolen geraakt ook niet altijd rond. Op zich maakt het voor de staat ook niet altijd evenveel uit wie ze deporteert, er zijn genoeg mensen zonder papieren, vaak niets meer dan nummertjes en dossiers. Deportatie is stok achter de deur die ervoor zorgt dat velen zich stil houden, veel te hard hun best doen en zich gemakkelijk als slaven laten uitbuiten. Net als er voor de rest van de armen een arsenaal aan middelen bestaat om hen te chanteren (bijvoorbeeld de gevangenis, de deurwaarder, de schorsing bij de RVA,…) Uiteraard profiteert de economie van zwartwerk, en uiteraard profiteert ze van de mensen zonder papieren die vaak bereid zijn om te werken voor lonen die ver onder het minimum liggen. Men schreeuwt van de daken dat “illegalen” profiteren, maar eigenlijk wordt er van de “illegalen” geprofiteerd. Daarmee hebben we niet gezegd dat alle vluchtelingen engeltjes zijn, het zijn mensen als iedereen, die net als al de rest op zoek gaan naar manieren om te overleven in deze maatschappij.
Dan rest ons nog de vraag of de staat ons hier met opzet zand in de ogen strooit, dat ze ervoor zorgt dat de media praten over “centra voor vluchtelingen” en niet over deportatiekampen. Dat zou betekenen dat ze zich ergens schaamt voor haar praktijken, of schrik heeft voor een grotere tegenstand. Het zou kunnen dat de persdienst van de DVZ wat verwarring zaait omdat er al jarenlang strijd is tegen haar kampen, maar of ze zich schaamt? Dat lijkt verre van het geval te zijn. Vooreerst: een meester schaamt zich niet, nooit, maar acht het gerechtvaardigd wat hij doet, te allen tijde, hij gelóóft in zijn rècht op macht en zal enkel om vergiffenis smeken wanneer hij tegen de muur staat. Alles wijst eerder in de richting van een paternalistische houding van de staat, als de houding van een slavendrijver die vindt dat hij barmhartig is wanneer hij onderdak en eten aanbiedt aan zijn slaven. Zo werd er na de moord op Semira Adamu (een vluchtelinge die stikte in het vliegtuig toen de rijkswacht die haar deporteerde een kussen op haar gezicht duwde), een commissie opgericht (onder leiding van Etienne Vermeersch) die moest onderzoeken hoe men de gevangenen op een humane manier kan verwijderen van het grondgebied. Sindsdien heeft men wel vaker gesproken over de kampen die men wilde humaniseren, over een humaan vluchtelingenbeleid.
Het lijkt erop dat de staat werkelijk gelooft dat zij humaan is wanneer zij mensen opsluit in kampen en wanneer zij aan de beste slaven (zij die het diepste buigen en het hardst hun best doen om te integreren door allerlei precair werk en vuile klusjes uit te voeren) tijdelijke papieren geeft, die wat jaren verder eventueel recht kunnen geven op een verblijfsrecht en dan misschien nog wat jaren verder de Belgische nationaliteit. En als er buiten de lijntjes van de wet gekleurd wordt, kunnen ze nog minder dan andere armen op genade rekenen. “Illegalen” worden maandenlang in de gevangenis opgesloten wanneer zij een klein misdrijf begaan, en men houdt regelmatig razzia’s om te bekijken wie allemaal in België is en wie men daarvan kan opsluiten in een kamp omdat er een redelijke kans bestaat dat men hem kan deporteren. En in maart 2009 is de staat begonnen aan de bouw van een deportatiekamp dat qua systeem en structuur nog veel meer op de gewone gevangenissen lijkt: een kamp om de ongehoorzame slaven in op te sluiten…