woensdag 25 mei 2011

Met pijn in het hart nemen wij afscheid van

Hans Meurisse, algemeen directeur van het Belgische gevangeniswezen


Toegewijd als hij was, werd Hans ons ontnomen tijdens de uitvoering van zijn ambt. Hij was op werkbezoek in de gevangenis van Verviers om na te gaan of de gevangenis in kwestie als 'bouwvallig' en 'levensgevaarlijk' kon bestempeld worden toen hij verpletterd werd door een afgebrokkeld stuk beton. Plat, mors... Hans was op slag dood.


Maar laten we deze tragische gebeurtenis rusten en een snelle blik werpen op het avontuurlijke en gedreven leven van onze Hans. Nog maar net van de middelbare school, koos Hans resoluut de richting die hij zijn leven lang zou volgen. Trots schreef hij zich in aan de faculteit rechten van de universiteit. Omringd door toekomstige collega's rechters, gevangenisdirecteurs, rechtspsychologen en commissarissen, werd hij ingewijd in de geheimen van de strafwet ter bescherming van de privé-eigendom en de moraal. Niet vies van enige neiging tot perversie, werd Hans aangetrokken tot de illustere wetenschap van het opsluiten van mensen, van het psychologisch breken van de criminele persoonlijkheid. Gretig leerde hij alle opsluitingstheorieën kennen die met precisie en toewijding door de eeuwen heen ontwikkeld werden. Je zou zelfs kunnen zeggen dat Hans, zo volledig overgegeven aan de zaak, aan het einde van zijn studies meer verbeelding had over hoe op te sluiten en te isoleren dan over hoe de liefde te bedrijven. Zijn seksuele lusten in bed verminderden omgekeerd evenredig met het genot dat hij kon halen uit de uitbuitbare hulpeloosheid van zijn toekomstige subjecten. Hij leerde en leerde, en slaagde met glans.

Na de verwerving van al die theoretische inzichten, zocht Hans naar een optimale kans om zijn bevindingen uit te proberen op levende proefpersonen. Hij werd gevangenisdirecteur in Gent en leerde er alle kneepjes van het vak kennen. Reeds toen kon niet iedereen de eerbaarheid van zijn beroep en persoon waarderen en haalde hij zich de blijvende haat op de hals van een aantal criminele elementen. Overlopend van ambitie wilde Hans niet maar ‘gewoon’ gevangenisdirecteur blijven, zijn ster begon steil te klimmen en uiteindelijk kon zij plaatsnemen op de zetel van algemeen directeur van de penitentiaire instellingen van het Koninkrijk van België.

Maar wat kwatongen ook mogen beweren, nooit verloor hij het contact met de werkelijkheid van iedere gevangenis. Daarvoor hield hij er té veel van. Hij spande zich er altijd voor in om persoonlijk de lastige klanten te volgen. Een ander bewijs daarvan valt te vinden in zijn persoonlijke ijver voor de bouw van twee nieuwe isolatiemodules, gevangenissen in de gevangenis, in Brugge en Lantin. En in plaats van het beheer daarvan uit handen te geven, laadde hij er moedig de verantwoordelijkheid voor op zijn schouders.
Elke dag besliste hij over het lot van geïsoleerden, gaf of weigerde goedkeuring voor eventuele aanpassingen van hun regime, oordeelde of de geïsoleerden het verdienden om met normaal bestek te eten... Deze betrokkenheid, dit persoonlijk engagement werd hem nochtans niet door iedereen in dank afgenomen. Toen de Minister van Justitie een keertje op bezoek kwam in de gevangenis van Brugge, ontsnapten een uurtje later enkele gevangenen met een helikopter. Hans moest onderduiken, zijn ambtswoning werd afgegrendeld door de speciale interventie-eenheden van de politie... zo mogelijk en waarschijnlijk leek het dat één der ontsnapte gevangenen hem persoonlijk wilde komen bedanken voor de bewezen diensten.

Zou er iemand even capabel zijn als hij om zijn plaats in te nemen? We durven het te betwijfelen. Het beheer van tientallen gevangenissen die letterlijk op instorten staan, waar gevangenen nog niet vergeten zijn dat het mogelijk is om in opstand te komen en met gespannen sociale situaties die alsmaar meer mensen in de penitentiaire instellingen zullen doen belanden, moet het echt niet makkelijk zijn.


Ere wie ere toekomt.
En opgelet voor vallende brokstukken!