maandag 20 juni 2011

“Niets vernietigt zo grondig als de vooruitgang”

De aanleg van een Gewestelijk Expresnet en andere grote werken

Snelwegen, tunnels, viaducten, spoorwegen, hogesnelheidslijnen, metro's... de aders van het verkeer, de aders van het lichaam van deze maatschappij, de bloedstromen die de economie doen kloppen. En daar waar het stremt, waar het niet vlot loopt, wordt de weg vrijgemaakt, gebouwd, gegraven, heraangelegd. Want het moet snel gaan, alsmaar sneller. Het transport van goederen en mensen is één van de achillespezen van de huidige maatschappij en alleen de economische criteria zijn er van tel: snelheid, rentabiliteit, controleerbaarheid.

Op vele plaatsen in België zijn er grote werken aan de transportassen aan de gang. Ook in Brussel wordt er duchtig platgesmeten en gegraven. Eén van de grote projecten is de aanleg van het zogenaamde Gewestelijke Expres Net. Langs de verschillende spoorlijnen die vanuit Brussel vertrekken, worden extra sporen aangelegd voor 'lokale verbindingen', een soort van metrotrein die de Brusselse Rand en de omliggende steden in een straal van 30 kilometer (Dendermonde, Leuven, Mechelen, Louvain-la-Neuve, Nijvel) zal verbinden met de stad. In het zuiden van de stad werden er reeds tientallen hectaren bos voor omgehakt, in het noorden moeten er hele huizenblokken voor tegen de grond, in het oosten en in het westen rijten de graafmachines de weinige weilanden die er nog overbleven open. En in het centrum wordt een gigantische tunnel gegraven tussen Schuman en en het Josaphatpark. De Staat wil met dit project het “woon-werkverkeer” vergemakkelijken, het is te zeggen, ons sneller en veiliger vervoeren van de woonplaats naar de werkplaats en terug.

“Eindelijk doen ze ook eens iets voor ons ,” zullen sommigen misschien zeggen. Maar dat gaat volledig voorbij aan het feit dat dit Gewestelijke Expresnet louter en alleen een antwoord is op een vraag die het systeem aan zichzelf stelt, niet aan ons. Zij wil dat wij sneller naar het werk kunnen, dat we minder “tijd verliezen”. Zij wil dat alles, ook onze verplaatsingen, volledig beantwoordt aan een puur economische logica en ruimt alle andere noden of verlangens uit de weg. Zij wil dat al onze bewegingen gedicteerd worden door de wetenschap van het efficiëntisme waar niet-rendabele verzuchtingen (rust, kalmte, de tijd nemen, rondhangen, zich traag verplaatsen,...) gelijkgesteld worden met sociaal parasitisme van degenen die niet bereid zijn om hun hele leven op te offeren aan het gouden kalf van de economie.

Eén van de manieren om mensen te dwingen tot bepaalde gedragingen, om zich bepaalde houdingen eigen te maken, is hun omgeving in de ruimste zin van het woord te herscheppen. Steek een mens in enorme woontorens met appartementen die lijken op cellen, en beetje bij beetje zal hun gedrag gaan lijken op dat van gevangenen (die evenwel, net zoals iedereen, in staat zijn om zich ook tégen de gevangenis te keren). Plaats mensen in een omgeving waar alle transportmogelijkheden beantwoorden aan de economische logica, en ze zullen het afleren om nog “doelloos” maar met open hart rond te hangen op straat, om evenveel te “genieten” van hun verplaatsing zelf als van hun bestemming. En vermits we allemaal een flink deel van de dag doorbrengen met ons te verplaatsen, is het feit dat al deze verplaatsingen moeten gebeuren via transportmiddelen die ons vervreemden van de ervaring van de verplaatsing, een amputatie van een aanzienlijk deel van onze levens.

En nu hebben we het alleen nog maar gehad over de psychologische en conditionerende gevolgen van die grote infrastructuurwerken zoals het Gewestelijk Expresnet. Want er zijn ook gevolgen voor de ruimte als dusdanig. Met elk bouwproject, elke infrastructuur wordt die opgevuld met de logica van dit systeem (economie, controle,...); geen gaatje wordt er nog vrijgelaten. Overal waar we komen, verplaatsen we ons in een ruimte die volledig is ingericht naar de noden van de Staat en de economie. Niemand die zijn menselijkheid niet verloren is of verkocht heeft, zou zijn of haar omgeving op zulke wijze inrichten mocht die voor god-architect spelen. Niemand zou het hele land laten doorklieven door razende snelwegen, denderende hogesnelheidslijnen, omgelegde en ingedijkte rivieren.

Het Gewestelijk Expresnet is maar één van die infrastructuurwerken waarmee ze onze levens en omgeving herscheppen naar hun noden. Daarnaast staat in Brussel ook de uitbreiding van de ring op het programma, waarvoor wederom nog tientallen, zo niet honderden hectaren reeds extreem zeldzaam bos moeten wijken. De vraag die we ons nu moeten stellen, is niet hoe we de Staat tot andere inzichten zouden kunnen brengen door petities of verzoekschriften tot haar te richten, maar door direct zelf in te grijpen en bouwwerken te verhinderen en te saboteren. Alleen zo kunnen we terug greep krijgen op de inrichting van de omgeving en die van de vijand teniet doen. Alleen door de transportaders van deze maatschappij te doen stremmen, kunnen we terug tijd krijgen om zelf na te denken over onze tijd, onze noden, onze verlangens hier op deze planeet die reeds zo verminkt werd.