Harraga betekent in het arabisch “iemand die de clandestien de grenzen oversteekt”. Lange tijd was het een eerder denigrerende term voor mensen die geen tijdelijk visum, arbeidskaart of studiekaart op zak hebben. Mede door de recente migratiestromen op gang gebracht door de arabische revoluties en de strijdervaringen die ze vergezelden, wordt deze term meer en meer als iets positief toegeëigend. “De reflex van mensen zonder papieren die vastberaden zijn om alle obstakels te doorbreken” zoals enkele kameraden uit Parijs het onlangs stelden.
In april vinden Tunesiërs massaal hun weg via Lampedusa naar Frankrijk. Zonder onderdak, noch voedsel nemen ze pleinen en parken in. De razzia's volgen elkaar op. De solidariteit tegen de razzia's en de confrontaties met de politie evenzeer. Op de eerste mei vormen de harragas een autonoom blok op kop van de grote vakbondsbetoging. Dezelfde avond bezetten ze een gebouw van de stad van Parijs in een volkse wijk dat moet dienen als uitvalsbasis voor de strijd. “Geen politie, noch liefdadigheid, een plek voor zelforganisatie!” prijkt op de façade. Op 4 mei wordt het gebouw met groot machtsvertoon ontruimd, enkele dagen daarop wordt een gymnasium bezet. Van daaruit vertrekt een wilde betoging door de wijk met megafoon en spandoek. Wanneer enkele dieven worden omcirkeld door de politie volgt er een spontane solidaire reactie. Materiaal vliegt in de richting van de flikken, hun banden worden platgezet, vuilbakken in brand gestoken. Enkele dagen later opnieuw een wilde betoging door de wijk. Op 21 mei wordt een betoging omcirkeld door de politie, 70 arrestaties, enkele harragas raken gewond. Tegelijkertijd bederven een 20-tal mensen als ongewenste gasten een feest van de Socialistische Partij. De dag erop verstoren een 30-tal harragas en solidairen een commercieel evenement opgezet in medewerking met de stad Parijs om het Tunesisch toerisme opnieuw te lanceren. Pamfletten werden voor en tijdens de actie uitgedeeld. Op 28 mei betogen een 30-tal harragas en solidairen voor het gesloten centrum van Vincennes waar ook enkele strijdkameraden opgesloten zitten. Vrijheid! weerklinkt binnen en buiten. Verschillende avonden wordt solidair vuurwerk afgestoken. De opgesloten harragas worden uiteindelijk vrijgelaten. Zowel linkse partijen en religieuze verenigingen als de stad proberen de bezettingen te beheren: de enen met weigering van toegang van de oncontroleerbaren onder hen, de anderen met naamlijsten, bewakers en een opgelegde avondklok. De keuze van enkelen om een autonome strijd van alle mensen zonder papieren verder te zetten dringt zich op. Op 11 juni verstoren een 30-tal harragas en solidairen een Tunesisch vastgoedsalon. Achter een spandoek (Frans/Arabisch) “Noch business, noch grenzen” worden pamfletten uitgedeeld. “Dictatuur of democratie, uiteindelijk regeert het geld”. De avond ervoor verschenen grote slogans op de muren: “Vernietig de eigendom”, “Grenzen in de fik”, “Leve de revolutie”, “Weg met de commercie” en een grote spandoek wordt naast de autoweg opgehangen. Op 17 juni vindt een solidariteitsbijeenkomst plaats met een honderdtal mensen naast een spandoek dat zegt: “Papieren voor iedereen of helemaal geen papieren meer”. Op 20 juni wordt opnieuw vuurwerk afgestoken aan het gesloten centrum van Vincennes, de dagen erop ontsnappen minstens twee mensen zonder papieren uit datzelfde centrum.