vrijdag 26 augustus 2011

Over het opblazen van de doodlopende straatjes...

Problemen genoeg, waarvoor er geen oplossing bestaat in deze samenleving. We leven in een doodlopend straatje. Wanneer we een huis vinden om in te wonen en een thuis te hebben, moeten we nog het geld vinden om de huur te betalen. Wanneer we erin slagen de grens over te steken op zoek naar een beter leven, eisen ze van ons de juiste papieren om te kunnen leven in dat nieuwe land. En zo wandelen we op straat, wandelen we in dit straatje zonder einde terwijl we onze eigen wil verliezen op zoek naar niets anders dan het overleven.

Problemen genoeg, waarvoor er geen oplossing bestaat in deze samenleving. Eigenlijk weten we het allemaal, en toch… Als we nog hoop hebben, dan gaat het vaak over het verlangen om misschien toch ooit op een dag eindelijk aanvaard te worden door deze maatschappij, geïntegreerd te zijn in haar structuren… Deze samenleving die ons verplettert, die ons onderdrukt, die op ons spuugt, we willen geïntegreerd worden in haar structuren… De noodzaak om te overleven zorgt ervoor dat we aanvaarden dat het leven hard is, en we denken dat we sterk zijn als we gebukt onder haar gewicht kunnen doorgaan tot in het oneindige. Slecht voelen we ons wanneer de maatschappij ons klappen geeft, en gelukkig zijn we wanneer ze ons omhelst. En zo gaan we door met het bewandelen van dit straatje zonder einde, want geef toe: hier is het toch nog altijd beter dan ginds, niet? We gaan door met het bewandelen van dit straatje, en we botsen tegen haar muren met ons hoofd, tot we het verliezen…

Het is tijd om dit straatje op te blazen, het is altijd tijd geweest om haar op te blazen. Deze straat die straat van de onderdrukking heet, straat van de overheersing, van het overleven, de ongelijkheid, autoriteit, straat van de staat, de politie, justitie, straat van de wreedheid, van de gevangenis, de uitwijzingen… Straat van de monotonie en de afstomping, van de verveling en de wanhoop. Van de onderwerping, gehoorzaamheid, berusting, concurrentie. Deze straat die in elke stad ter wereld terug te vinden is, omdat deze wereld vol bazen zich voedt op onze miserie, over, en altijd.

Als we als gevangenen dit straatje bewandelen, dan komt dat onder andere door de ideologie van de macht. Die ideologie die ons wijsmaakt dat een slaaf die vele kilo’s op zijn rug kan dragen een goede slaaf is. De angst voor de represailles van de meester zorgt ervoor dat we ons niet revolteren. Net als de chantage en het isolement dat de bazen gebruiken om ons kalm te houden. Chantage en beloftes, beloftes over een regularisatie, beloftes over een pensioen na jaren van hard werk, beloftes over vakantie, over een mooie auto of een toekomst voor onze kinderen. En dus vergeten we de woede, bedekken we haar omdat we zijn beginnen geloven dat we ons beter niet opwinden, dat we simpelweg nog wat extra moeite moeten doen, nog een keer glimlachen en denken dat het zo hoort.

Soms bemerken we boodschappen op de muren van deze straatjes. Boodschappen met een duidelijke stem die zich verheft tegen deze wereld vol vernedering. Vuur voor de gevangenissen! Saboteer de deportatiemachine! of nog Leve de revolte, de ontsnappingen, de muiterijen! Solidariteit met de opstandelingen! Temidden van dit grijze tafereel herinneren deze geschilderde boodschappen ons eraan om een mens te blijven in deze wereld vol tralies en beton. Zich revolteren…

De laatste maanden gaan er geruchten de ronde in de straatjes van ons leven. Geruchten over rellen, oproer en opstanden. Geruchten over de mogelijkheid om in opstand te komen tegen de macht, over de gebouwen van de verantwoordelijken voor onze miserie die vernield worden, over solidair zijn met elkaar in de strijd. En we beginnen te beseffen, langzaam aan, dat het sterkste wapen van de macht is dat ze onze verbeelding van ons gestolen heeft. Als dit alles nu mogelijk is, waarom daarvoor dan niet? Als dit alles ginds mogelijk is, waarom niet hier? De macht staat ons toe om enkel te dromen over goed geïntegreerd te zijn. Iemand die werkt (de job van zijn leven) en die zijn geld uitgeeft aan het koopwaar. Zogezegd het mooie leven…

Maar nu hebben we begrepen dat we niets moeten verwachten van de macht. Hij is zoals hij is: hij houdt van geld en controle, dat is al. En dus, waarom laten we zijn ketenende dromen niet achter ons? Waarom ontrukken we onze dromen niet aan de macht, laten we ze ontwringen uit haar wapenarsenaal! Onze dromen zetten ons aan om op zoek te gaan naar medeplichtige gerevolteerden. Ze stellen ons in staat om over de muren van de straatjes zonder einde te kijken, en zoals alles mogelijk is in de verbeelding, inspireert die verbeelding ons om dat alles te bereiken. De macht heeft in ons hoofd geprent dat de miserie daar is voor altijd, maar we hechten er geen geloof meer aan. Een andere wereld, een ander leven, is meer dan mogelijk.

Het mereldeel onder ons wonen in de straatjes van de miserie, maar we moeten niet noodzakelijk met veel zijn om te beginnen strijden. Wel is de tijd aangebroken om te beginnen, elke dag als een uitnodiging tot revolte. En ja, voor een revolutie hebben we nood aan veel kameraden, maar ook aan stevige ideeën. Ideeën die ons in staat stellen om de politiek te weigeren, de aanwezigheid van politie, de collaboratie met de instituties die de huidige orde bewaren. Ideeën over gelijkwaardigheid, en dus antiautoriteit, ideeën die een contrarevolutie tegenhouden, ideeën die we nodig hebben om te kunnen leven in vrijheid. Laten we de relaties van overheersing uitroeien, anders zullen er altijd nieuwe chefs staan popelen om zich op te dringen. Laten we de machtsrelaties uitroeien, want het is evenzeer omdat we van kindsbeen af met relaties van overheersing leven dat we ze aanvaarden, dat we ze reproduceren, dat we ze normaal vinden.

We hebben nood aan de confrontatie, aan het uitschreeuwen van onze woede, aan boos zijn. De anesthesie zorgt ervoor dat we vergeten dat de pijn die ons aangedaan wordt geen detail is om in de vergeetput te werpen. We hebben gelijk om hen lastig te vallen, we hebben groot gelijk. En als we hen lastig vallen, dan doen we dat omdat we verlangen naar een straat die de straat van de vrijheid heet, en een andere solidariteit. We vechten voor de straat van de individualiteit en de autonomie, die van het avontuur en de verwondering. De straat van de wil en die van het vertrouwen, de straat van de wederzijdsheid en de ontdekking. Van de lach, de intimiteit, de openheid en het enthousiaste lied…