zaterdag 7 januari 2012
Feu aux papiers, vive la liberté!
Eind november worden er in Farciennes molotovcocktails gesmeten naar twee flikkencombi’s die voor de Dienst Bevolking van het gemeentehuis geparkeerd staan. Het vuur breidt uit naar het gemeentehuis. Vijf ruimtes worden verwoest door de vlammen, identiteitskaarten, verblijfsvergunningen etc. incluis.
Onze gedachten glijden af naar Schaarbeek in het jaar 1911. Op 17 april staat het gemeentehuis er in lichterlaaie. De brand werd gesticht met behulp van een varkensblaas gevuld met terpentine die aan een touw boven een kaars hing. Aan de voet van die kaars bevonden zich houtschilfers die in brand vlogen wanneer de kaars smolt, en zo de vlammen tot bij de varkensblaas met terpentine brachten. Wie achter deze brandstichting zat, blijft voor altijd verborgen, ergens in de geschiedenis. Maar wat vast staat, is dat het bevolkingsregister van Schaarbeek door de vlammen verteerd werd.
Als we verder gaan met associëren, komen we terecht bij enkele landen in opstand, zoals Tunesië. Tijdens de opstand tegen het regime van Ben Ali, maar ook daarna tegen de invoering van een nieuw regime, werden bijvoorbeeld in Sidi Bouzid of in Kasserine meermaals het gemeentehuis, de archieven van het gerecht, de registers van de deurwaarders en de eigendomsregisters in brand gestoken. Om de afstand te markeren tussen wat geweest is en wat komen wil, zijn de archieven van de staat en de instellingen altijd goede brandstof.
Het registreren van mensen, met identiteitskaarten, lijsten, dossiers, is niets anders dan een middel om de bevolking te controleren en de onderdrukking te vergemakkelijken. Mensen worden geficheerd om ze achteraf gemakkelijker te kunnen uitsluiten, opsporen, vervolgen, opsluiten, deporteren. En zo is alles wat te maken heeft met de registratie van mensen, of het nu gaat over politiedossiers, over geboortelijsten of nationaliteitsdocumenten, altijd al één van de revolutionaire en opstandige doelwitten geweest.