maandag 26 maart 2012

Arm

Vaak hebben we de neiging om slechts aandacht te schenken aan wat materieel is, aan wat in aantallen meetbaar is. Zo worden we er bijvoorbeeld toe gebracht om de ellende die in deze maatschappij welig tiert uitsluitend vanuit de hoek van materiële armoede, met andere woorden, van het gebrek aan geld, te beschouwen. Maar het kapitalisme ontneemt ons niet enkel de materiële middelen om te leven zoals wijzelf willen. Het verplicht ons niet enkel om te gaan werken of te knielen voor de instellingen van de 'sociale staat'. Het legt ons niet enkel op om te krabbelen en te overleven in een omgeving die vervuild is door de industrie, vergiftigd door haar productie van zinloze en schadelijke voorwerpen, bestraald door haar geweldige nucleaire instrument waarmee iedereen nog afhankelijker gemaakt wordt van de Staat en van haar specialisten gezien de risico's en rampen die het nucleaire met zich meebrengt. Nee, het is niet enkel dat.

Misschien nog erger dan de materiële verarming, is de emotionele ellende die deze maatschappij overheerst. Een emotionele ellende veroorzaakt door het geheel van sociale verhoudingen die aan de wereld de lelijke kop geven die 'em heeft. Je valt van depressie in depressie, je ziet zelfdoding na zelfdoding, je leeft relaties en verhoudingen doordrongen van wantrouwen, concurrentie, geweld en hypocrisie. De veelkleurige drugs verhullen ons enkele momenten de brute en lelijke werkelijkheid. Onze dromen en verlangens gaan niet verder dan de horizon van wat bestaat; het avontuur, het onbekende, de hartstocht... zijn verbannen en je kan die slechts ervaren in derde persoon (films, videospelletjes,...). Het verdriet ketent ons evenzeer als de schaduw van de gevangenis, de kerker van de job en de nood aan geld.

Deze wereld heeft zelfs een heel palet aan « genezers » en « remedies » uitgevonden voor deze minder « zichtbare », meer inwendige ellende. Van psychiaters tot psychologen, van drugs tot antidepressiva, van « ventielmomenten » zoals de zaterdagavond in de disco en de volgende dag op de voetbalmatch tot de spektakels van geluk waar je toeschouwer bent vanachter één of ander scherm (interactief zoals het internet of passief zoals de televisie)... er is een hele markt voor de affectieve en emotionele ellende. Evenwel: nog minder dan de materiële ellende, zal geen enkele « remedie » ooit volstaan. Het verdriet keert altijd weer, klampt zich vast aan het menselijke wezen, achtervolgt het en tackelt het tegen de grond...

Maar er is ook een andere kant. Goed verborgen door de macht, lekker ver weg gestopt door de sociale gewoonte, flink verstikt door de sociale orde. Het is evenwel geen vluchtweg, het is geen definitief adieu aan het verdriet, maar het is wel een begin: vanaf het moment dat we beslissen om niet langer te ondergaan, maar te handelen; om niet langer te berusten, maar om te revolteren; om ons niet langer voort te slepen, maar te leven.... begint het verdriet weg te smelten. Wanneer we in opstand komen, zetten we niet alleen een offensieve stap tegen wat ons verstikt en onderdrukt, maar veroveren we, en dat is misschien wel het belangrijkste, de vreugde om te leven, de vrolijkheid van de relaties tussen medeplichtige opstandelingen, de vrankheid en stoutmoedigheid in wat we denken en doen. Het « geluk » zit immers niet in de opstapeling van geld, in de uitoefening van macht over anderen, in één of ander hiernamaals, maar bijvoorbeeld in de zachte coherentie tussen wat we denken en wat we doen. Het verdriet komt voort uit het feit dat we er niet meer in slagen om onszelf te herkennen wanneer we in de spiegel kijken, om onszelf recht in de ogen te kijken. Dat de generositeit van ons wezen, van ons denken, van onze daden vervangen wordt door wantrouwen, terughoudendheid, teruggetrokkenheid. Dat ons leven geen enkele waarde lijkt te hebben, want deze wereld zal dat er nooit aan geven. Dat we opgehouden hebben om te proberen het vermogen te veroveren om zelf waarde te geven aan onze levens.
Ja... alle rijkdom van onze levens ligt daar voor onze ogen. Het volstaat om de armen uit te strekken, handen gewapend met vertrouwen, ideeën en vrijheid. Want in de inspanning van de vrijheid, in de revolte tegen een bestaande dat ontdaan is van alle betekenis, zullen we de schaduwen uit onze harten jagen.