zaterdag 21 juli 2012

Vorst, St-Gillis: elke gevangenis is onleefbaar

Op een namiddag in mei werden er twee grote spandoeken omhoog gehangen in Sint-Gillis: één aan de Hallepoort en een tweede boven de Vorstse Steenweg, bij de inkom van Sint-Gillis. Op de spandoeken stond geschreven:”Forest, Sint-Gillis, elke gevangenis is onleefbaar. Laten we de gevangenissen vernietigen.” Gedurende een goed uur hebben kameraden daar dit pamflet uitgedeeld.


Sinds enkele weken geniet de gevangenis van Vorst de aandacht van enkele hooggeplaatste piffen, onder andere een procureur. Na zijn actieve deelname aan het opsluiten van duizenden personen (onder andere in Forest), verklaart deze meneer de procureur de gevangenis van Vorst onleefbaar, pff… Wij vragen ons af: is ze dat niet al jarenlang? Met vier op een cel voor twee, bestek delen omdat er niet genoeg is, geen medische zorgen voor gevangenen die aan tuberculose lijden, niet meer dan één uur wandeling per dag,… En als kers op de taart: staakacties met minimale dienstverlening door de cipiers, hetgeen altijd de situatie binnen in de gevangenis verergert: geen wandeling, geen bezoek, geen douche, geen activiteiten.

Vervolgens is er de burgemeester van Vorst die zich ermee moeit en het gebouw onbewoonbaar verklaart. We hebben ons afgevraagd: wat zou dat toch kunnen zijn, een leefbare gevangenis, of een bewoonbare gevangenis? Een antwoord hebben we niet gevonden. Zelf een gouden kooi blijft nog altijd een kooi, niet? De staat echter heeft haar plannen om nieuwe gevangenissen te bouwen, waarvan ze beweert dat deze “menselijker” zullen zijn dan de oude structuren als Vorst, Sint-Gillis, Verviers (onbewoonbaar verklaard in de herfst van 2011). Het zullen grotere gebouwen zijn, met meer cellen, om nog meer mensen in op te sluiten. Het zullen propere etablissementen zijn, steriel, als laboratoria waar men op mensen experimenteert: hoe kunnen we de gedweeheid injecteren?

Hetgeen waarvan de mannen van de macht feitelijk echt wakker liggen is niet zozeer de vraag of de gevangenis van Vorst onleefbaar of onbewoonbaar is, maar eerder de mogelijkheid, die niet onbereikbaar is, dat ze onbeheersbaar wordt. Dat de gevangenen hun moed verzamelen, niet langer meer wachten op de “goodwill” van de hooggeplaatste piffen en zich revolteren, niet enkel als een kreet van leven en vrijheid, maar om het gebouw te vernietigen. Vandaag, in Vorst als in andere gevangenissen, ligt er een mogelijkheid te grijpen: het beschadigen van de vitale aspecten van de gevangenis (zoals de kanalisatie, de elektrische circuits,…) zou hun sluiting met zich kunnen meebrengen.

De revolte, de muiterij zijn inbeeldbare opties, die in praktijk gebracht worden sinds het ontstaan van de gevangenissen. In België wordt het goede reilen en zeilen van de opsluiting verstoord sinds jaren. Ontsnappingen, rellen, protest, gijzelingen van cipiers, medeplichtigheden worden gecreëerd in de revolte. Buiten, aan de andere kant van de muur, gaan er andere weerspannige rebellen over tot de aanval: agressie tegen cipiers, aanvallen tegen de bedrijven die geld verdienen met de opsluiting, brandstichtingen tegen gebouwen van justitie en politie,…

Maar als wij oproepen tot revolte in en tegen de gevangenissen, dan is dat evenzeer omdat wij ons buiten ook in de gevangenis bevinden. Een gevangenis in open lucht, ja, maar die ons niettemin opsluit. Opdat iedereen in zijn cel blijft, de cel van zijn leven. De namen van deze cellen variëren tot in het oneindige: werk, school, armoede,… en wij, de gevangenen, worden op duizend verschillende manieren gesurveilleerd. Ook daar roepen we op tot revolte. Revolte tegen de gevangenisstad waarin we wonen, tegen alles wat ons onderdrukt en uitbuit. Als we er een beetje over nadenken, dan vinden we duizenden manieren om het dagelijkse functioneren van de macht te verstoren. Om dat wat onleefbaar is, onbeheersbaar te maken. Beeld je Brussel is, het volstaat om rondom je heen te kijken, niet langer met de ogen van de berusting, maar doorheen de ogen van iemand die naar vrijheid verlangt. Wetende dat elk gebaar van revolte, elke weigering om het hoofd te buigen, elke sabotage van het dagelijkse reilen en zeilen een echo zal kennen.

De chaos en het onvoorspelbare zijn de vijanden van de orde en de controle, de wanorde onze vreugdevolle taal.
Steen na steen, muur na muur, laten we alle gevangenissen vernietigen.