De
spanning in de straten en wijken neemt toe. Het is al langer
duidelijk dat er in de straten van Brussel anti-flik gevoelens leven,
maar de laatste weken beginnen deze precies weer openlijker vorm te
krijgen. De flikken lijken al ettelijke maanden bezig een tandje bij
te steken in de hoop het verzet dat ze krijgen neer te slaan, met
behulp van systematische brutaliteit, controles, de inzet van meer
undercovers en arrestatieteams, met afranselingen en vernederingen
als beheersmethode. De flikken lijken Brussel als een oorlogszone te
beschouwen, en zij zijn de bezetter. Een oorlogszone met zogenaamde
groene zones en no-go zones. Iedereen die zich in een no-go zone
bevindt moet permanent controles en vernederingen ondergaan. Zoals
deze zomer in de Stalingradlaan, waar de hele buurt op militaire
wijze werd afgesloten en iedereen die er zich bevond gecontroleerd
werd om te zien of hij wel de juiste papieren had, en om de illegale
straatverkoop te stoppen. In totaal werden er een 200-tal mensen
opgepakt, verschillende van hen bevinden zich in de gevangenis van
Sint-Gillis of in een gesloten centrum voor illegalen. Anderen werden
al gedeporteerd.
Het
doet me deugd te zien dat deze methodes van de flikken niet alleen
niet werken, maar juist een averechts effect lijken te hebben. De
laatste weken lijkt het erop dat steeds meer mensen de confrontatie
met de flikken op een openlijkere en strijdbaardere manier aangaan.
In sommige gevallen lijkt het een spontane en natuurlijke reflex te
worden, zoals in Vilvoorde waar een flikkencontrole verhinderd wordt
door een groep mensen die er niet van terugschrikt geweld te
gebruiken in de confrontatie. En de onrust bleef zelfs enkele nachten
verder gaan. En in andere gevallen, is het geweldig om te zien hoe
mensen zich voorbereiden om de flikken aan te vallen, zoals in
Anderlecht waar de flikken twee dagen op rij in een hinderlaag gelokt
werden. De eerste nacht kreeg de politie een oproep voor inbraak.
Toen de flikken de “inbrekers” wilden controleren, liep het goed
fout. De val klapte dicht en de flikken werden met stenen bekogeld.
Eén van de stenen vloog door de ruit van een combi, recht in het
gezicht van een inspecteur. Deze mocht afgevoerd worden naar het
ziekenhuis. De volgende dag was de rust nog niet teruggekeerd, er
werd een tweede hinderlaag gelegd voor een patrouille. Deze kwam naar
Square Albert omwille van een brandend voertuig op de tramsporen.
Toen de flikken aankwamen, werden ze door tientallen mensen bekogeld
met stenen en brandbommen. Er werden drie politievoertuigen
beschadigd, geen enkele gerevolteerde werd gearresteerd. Later werd
er een doos teruggevonden met meer dan 20 flesjes benzine in.
De
honden van de media
De
media heeft haar rol ook weer geweldig gespeeld, de politiekers en de
flikken zullen in hun handen hebben kunnen wrijven. Over het algemeen
zwijgt de politie liever over dit soort van gebeurtenissen, opdat het
geen anderen zou aanstoken om hetzelfde te doen, opdat het geen
slechte
ideeën zou
verspreiden. Maar deze keer hebben de media er een echt bombardement
van gemaakt. De blauwe ridders van de institutionele rechtvaardigheid
hebben gebotst met de rebellen uit de wijken. Er werd moord en brand
geschreeuwd, de
journalisten eisen harde maatregelen: de bewakers die elke dag
opnieuw zo dapper en trots de normen en waarden van de democratie
verdedigen mogen geen doelwit zijn. “Nultolerantie”, “voorlopige
hechtenis”, “geen millimeter terugtrekken”, “niet toegeven
aan de wijken”, ...
De
journalisten hebben hier maar weer eens hun best gedaan om een gevoel
van onrechtvaardigheid te creëren. Iedereen bij wie het hart wat
sneller ging kloppen na het horen van al dit nieuws, die de vreugde
van zulke gevechten zelf kennen, moet kost wat kost bijgeschaaft
worden. De idee tegen de staat en de flikken te zijn moet als een
ziekte worden aanzien die liefst zo snel mogelijk genezen of
verwijderd dient te worden. Een lawine van staatspropaganda,
propaganda voor orde, het geheel gekruid met een bewieroking van de
democratie, een lawine die ons probeert wijs te maken dat alles wat
een andere richting opgaat fout en ondergeschikt is. Dat elk gevoel,
elke passie voor iets anders een ziekte is, laat staan dat je die
verlangens ook nog zou omzetten in daden.
Het
is wel zeker dat het mediatieke offensief als kapstok zou kunnen
dienen voor politiekers om een repressief offensief te beginnen en de
hedendaagse beulen (de rechters, flikken, cipiers en konsoorten)
steeds meer middelen te geven.
Laten
we deze momenten zelf beleven, ver weg van al deze mediatieke heisa.
Laten we zelf nadenken over wat er rondom ons gebeurt, zonder te
luisteren naar de zelfverklaarde allesweters van een journalisten.
Laat deze daden ons inspireren, ons moed geven in de continue strijd
tegen onderdrukking. Opdat de staat het onderspit mag delven
tegenover onze vastberadenheid.