De lucht die we inademen
wordt met de dag stoffiger. De hele stad lijkt wel een werf. Kranen
tronen hoog boven onze hoofden uit, de betonnen skeletten rijzen op,
oude bouwels wordt omgevormd tot lofts. Het gelaat van Brussel gaat
veranderen, de macht heeft daartoe beslist. Ze spreken over
vooruitgang, duurzaamheid, verbetering, veiligheid. Allemaal woorden
die neerkomen op één en hetzelfde: orde, orde en nog eens orde.
Elk renovatieproject, elke
nieuwe constructie, elke werf ademt de oude droom van de machthebbers
uit: de omgeving wijzigen om de mensen te veranderen. Volgens hen zal
een gevangene die men opsluit in een gouden kooi niet even snel
rebelleren als wanneer die in een ranzig cachot zit. Voor ons
anarchisten is de vraag nooit de kleur of de grootte van de kooien
geweest, maar het bestaan ervan. Daarom ontwaren wij achter elk
buurt-opwaarderingsproject de wil van de gevangenisdirecteurs die
deze wereld regeren.
Sommige projecten zijn in
zekere zin makkelijker te ontmaskeren dan andere. De lofts en
“ecologische woonsten” die momenteel gebouwd worden langs het
kanaal zijn niets anders dan een vestingsmuur rond de minder
controleerbare Molenbeekse zone. En de torens met kantoren en
luxe-appartementen in aanbouw aan de ingang van Kureghem, naast het
Zuid-station, zijn niets anders dan de uitkijktorens om de scheiding
te beklinken tussen stadscentrum (dat ze rijk willen, verwelkomend,
respectvol ten opzichte van de orde) en de Anderlechtse wijk (waarvan
men weet dat het eerder arm, wantrouwig en vijandig tegenover de orde
is).
Langs de andere kant zijn
er die gezellige “wijkcontracten”, urbanistische mengelingen
tussen zogenaamde sociale ingrepen en repressie. Zulke wijkcontracten
omvatten evengoed de plaatsing (of verwijdering) van een aantal
zitbanken, de opening van een crèche als de vestiging van een
wijkcommissariaat of van een bewakingsdienst, de renovatie van
woningen om de meer bemiddelde lagen van de bevolking aan te trekken,
de installatie van bewakingscamera’s. Het is geen toeval dat de
macht in zulke wijkcontracten opzettelijk zogenaamd sociale en
repressieve aspecten mengt. Volgens ons gaat het er dan ook niet over
om één aspect te verwerpen om de andere te omhelzen: de totaliteit
van die plannen moet bestreden worden.
Je hebt ze trouwens
misschien al gezien – al die welwillende mensen, al die aardige
kunstenaars-architecten met hun draagbare computers, al die creatieve
universitairen die beweren dat ze de wijk “aangenamer” gaan
maken! Je ziet ze zich vestigen op de hoek van de straat in hun
confortable bureaus met alternatieve look; en vanachter hun
computers, tekenen ze de plannen van de stad van morgen. Ze spreken
van “transformatie van de stad”, maar eigenlijk is hun missie
simpelweg “transformatie van de inwoners”. Ze bieden de macht een
onschatbare hulp. De macht mag dan alsmaar meer flikken, uniformen en
camera’s sturen, zij spelen de zachte kant van de onderdrukking.
Hun doel is exact hetzelfde en vriendelijkheid van onze kant zal hen
niet op andere gedachten brengen.
De perfide kant aan dat
alles is dat elke al té timide kritiek, alle kiertjes die nog
opengelaten worden voor “dialoog” met deze ontwerpers,
projectontwikkelaars, types van biomandjes-lokale
democratie-recyclage-wijkanimatie, zal ingekapseld worden in de
projecten zelf. Zolang je bereid bent om te discussiëren met de
macht, zal die er zeker in slagen om je ergens een plaatsje te bieden
en tegelijkertijd de repressieve droom te verwezenlijken. De macht
nodigt ons uit om te participeren in onze eigen onderdrukking, in
onze eigen onderwerping. Inspraak in stadsplanning is nooit iets
anders geweest dan beslissen over de kleur van je kooi.
Je moet dus een beslissing
nemen. Ofwel blijf je aanvaarden dat de macht de contouren van onze
levens tekent door gebouwen op te trekken, tunnels te graven, haar
waakhonden de straat op te sturen, haar leger alternatieve en
ecologische architecten in te zetten. Ofwel beslis je om te vechten,
niet om wat dan ook te vrijwaren, niet om “ons te verdedingen”,
maar om stokken in de wielen te steken van de macht. En daar zijn
geen grote krachttoeren voor nodig. Een jerrycan benzine en wat
lucifers volstaan.