zaterdag 6 april 2013

Het volk wil de val van het regime

Op 22 maart, onder de kreten 'Het volk wil de val van het regime' en 'Rechtvaardigheid en vrijheid', kwamen opnieuw duizenden tegenstanders van het regime, rebellen en revolutionairen die vechten voor een ware sociale revolutie in Egypte op straat. Hun doelen waren duidelijk en specifiek: de verschillende kantoren van de Moslimbroeders, die nu aan de macht zijn, benaderen en ze verwoesten. In vijf steden zouden die kantoren in brand gestoken zijn; op vele andere plaatsen werden de lokalen en zetels van de partij van de islamistische president Morsi bestormd en kapotgeslagen.

Op de heuvel (in feite een erg kleine heuvel) van de wijk Moqatem in Caïro bevindt zich het hoofdkwartier van de Moslimbroeders. Om dit gebouw te beschermen, zakten duizenden islamistische voorstanders van het regime in bus naar Moqatem af, maar toen ze de wijk doorkruisten, werden ze door de inwoners met vanalles en nog wat bekogeld. Hun bussen werden aangevallen en in brand gestoken en de milities van de macht moesten het op een lopen zetten. Vele verdedigers van het regime van Morsi werden in elkaar geslagen, soms met een hevigheid die niets meer te raden laat naar de woede en haat die ze bij de rebellen opwekken. Op vele plaatsen in Egypte hebben de opstandelingen ook barricades opgeworpen op de wegen om te verhinderen dat de politie en de milities van de macht zich konden verplaatsen. Soms gaf dat aanleiding tot zware gevechten die overal de verdedigers van het regime hebben doen terugdeinzen.

Deze nieuwe insurrectionele opflakkering moet gezien worden als deel van een lang strijdparcours voor een ware sociale revolutie, een diepgaande verandering van de samenleving om komaf te maken met de uitbuiting en de onderdrukking. Je moet ook in rekening brengen dat het regime van Morsi momenteel akkoorden aan het afsluiten is met het Internationaal Muntfonds voor een lening, op voorwaarde dat bijvoorbeeld de petroleumprijzen verhoogd worden (wat een algemene prijsstijging tot 50% laat voorzien!). Tegelijkertijd kopen vele multinationals gronden en fabrieken op. De Egyptische macht verwelkomt hen met open armen. Dat alles laat een komende verheviging van de kapitalistische uitbuiting voorzien. We herinneren ons ook nog dat in december laastleden de regering de subsidies voor brood teruggeschroefd heeft, waardoor de broodprijzen de hoogte in schoten.

Maar in vele fabrieken, zoals in het industriecentrum Malhalla, vinden spontane, wilde of zelfgeorganiseerde stakingen plaats, blokkades van de bedrijfspoorten of van de transportwegen. Die conflicten vertrekken meestal vanuit een ontevredenheid met de arbeidsomstandigheden en het loon, maar halen hun kracht vaak uit een revolutionair elan dat ertoe neigt om deze wereld verdeeld in machtigen en onderdrukten, in bazen en werkers radicaal in vraag te stellen. Elders dragen andere conflicten zoals strijden over de toegang tot water, tegen de ontruimingen van arme wijken (die vaak zelfgebouwd zijn, zonder enige toelating) of de dagelijkse gevechten tegen de versterking van een autoritaire en patriarchale moraal en traditie aan de gigantische mozaïek van revolutionaire spanningen in Egypte.

Laten we tot slot nog benadrukken dat niemand aan het hoofd staat van deze spanningen en revolutionaire bewegingen. Zeker, vele tegenstrijdigheden doorkruisen ze en van tijd tot tijd probeert een nieuwe “leider” wel degelijk om zich op te leggen of de leiding te nemen. Maar tot nu toe, en telkens weer, werden die toekomstige staatslui geweigerd en onmiddellijk aangevallen. We zien dus wel degelijk een diverse, autonome en zelfgeorganiseerde beweging groeien die bezig is de fundamenten van de autoritaire en kapitalistische samenleving in vraag te stellen. We kunnen zouden kunnen zeggen dat een ware sociale revolutie begonnen is. Laten we alles doen wat we gepast achten om eraan bij te dragen dat niets of niemand haar weg naar de vernietiging van alle macht zal afremmen.