Op 22 maart, onder
de kreten 'Het volk wil de val van het regime' en 'Rechtvaardigheid
en vrijheid', kwamen opnieuw duizenden tegenstanders van het regime,
rebellen en revolutionairen die vechten voor een ware sociale
revolutie in Egypte op straat. Hun doelen waren duidelijk en
specifiek: de verschillende kantoren van de Moslimbroeders, die nu
aan de macht zijn, benaderen en ze verwoesten. In vijf steden zouden
die kantoren in brand gestoken zijn; op vele andere plaatsen werden
de lokalen en zetels van de partij van de islamistische president
Morsi bestormd en kapotgeslagen.
Op de heuvel (in feite een
erg kleine heuvel) van de wijk Moqatem in Caïro bevindt zich het
hoofdkwartier van de Moslimbroeders. Om dit gebouw te beschermen,
zakten duizenden islamistische voorstanders van het regime in bus
naar Moqatem af, maar toen ze de wijk doorkruisten, werden ze door de
inwoners met vanalles en nog wat bekogeld. Hun bussen werden
aangevallen en in brand gestoken en de milities van de macht moesten
het op een lopen zetten. Vele verdedigers van het regime van Morsi
werden in elkaar geslagen, soms met een hevigheid die niets meer te
raden laat naar de woede en haat die ze bij de rebellen opwekken. Op
vele plaatsen in Egypte hebben de opstandelingen ook barricades
opgeworpen op de wegen om te verhinderen dat de politie en de
milities van de macht zich konden verplaatsen. Soms gaf dat
aanleiding tot zware gevechten die overal de verdedigers van het
regime hebben doen terugdeinzen.
Deze nieuwe
insurrectionele opflakkering moet gezien worden als deel van een lang
strijdparcours voor een ware sociale revolutie, een diepgaande
verandering van de samenleving om komaf te maken met de uitbuiting en
de onderdrukking. Je moet ook in rekening brengen dat het regime van
Morsi momenteel akkoorden aan het afsluiten is met het Internationaal
Muntfonds voor een lening, op voorwaarde dat bijvoorbeeld de
petroleumprijzen verhoogd worden (wat een algemene prijsstijging tot
50% laat voorzien!). Tegelijkertijd kopen vele multinationals gronden
en fabrieken op. De Egyptische macht verwelkomt hen met open armen.
Dat alles laat een komende verheviging van de kapitalistische
uitbuiting voorzien. We herinneren ons ook nog dat in december
laastleden de regering de subsidies voor brood teruggeschroefd heeft,
waardoor de broodprijzen de hoogte in schoten.
Maar in vele fabrieken,
zoals in het industriecentrum Malhalla, vinden spontane, wilde of
zelfgeorganiseerde stakingen plaats, blokkades van de bedrijfspoorten
of van de transportwegen. Die conflicten vertrekken meestal vanuit
een ontevredenheid met de arbeidsomstandigheden en het loon, maar
halen hun kracht vaak uit een revolutionair elan dat ertoe neigt om
deze wereld verdeeld in machtigen en onderdrukten, in bazen en
werkers radicaal in vraag te stellen. Elders dragen andere conflicten
zoals strijden over de toegang tot water, tegen de ontruimingen van
arme wijken (die vaak zelfgebouwd zijn, zonder enige toelating) of de
dagelijkse gevechten tegen de versterking van een autoritaire en
patriarchale moraal en traditie aan de gigantische mozaïek van
revolutionaire spanningen in Egypte.
Laten we tot slot nog
benadrukken dat niemand aan het hoofd staat van deze spanningen en
revolutionaire bewegingen. Zeker, vele tegenstrijdigheden doorkruisen
ze en van tijd tot tijd probeert een nieuwe “leider” wel degelijk
om zich op te leggen of de leiding te nemen. Maar tot nu toe, en
telkens weer, werden die toekomstige staatslui geweigerd en
onmiddellijk aangevallen. We zien dus wel degelijk een diverse,
autonome en zelfgeorganiseerde beweging groeien die bezig is de
fundamenten van de autoritaire en kapitalistische samenleving in
vraag te stellen. We kunnen zouden kunnen zeggen dat een ware sociale
revolutie begonnen is. Laten we alles doen wat we gepast achten om
eraan bij te dragen dat niets of niemand haar weg naar de
vernietiging van alle macht zal afremmen.