woensdag 1 mei 2013

Wat hoog staat, kan diep vallen

Draadloze verbindingen en onzichtbare leibanden

GSM-masten zijn een booming business in Brussel. Vroeger vond je ze vooral terug op de hoogste gebouwen, tegenwoordig lijkt het erop dat elke constructie hoger dan een verdieping in aanmerking komt. Operatoren kloppen aan bij huiseigenaars om daken te huren. Die eigenaars verdienen graag een centje bij en zij gaan er in ieder geval geen last van hebben want ze wonen meestal zelf niet in die gebouwen. De kanker door te veel straling zal niet voor hen zijn.

De operatoren doen er alles aan om hun bereik te verhogen. Waren er dan klachten over telefoongesprekken die verstoort of afgebroken werden door een slecht contact? In minder dicht bevolkte (door mensen en masten) streken wordt er draadloos getelefoneerd ondanks het feit dat niet alle streepjes op hun telefoon oplichten. Nee, hier wordt aan de toekomst gewerkt. Deze bedrijven zijn er van overtuigd dat wij binnenkort allemaal een smartphone nodig hebben en de daarbij horende supersnelle verbinding om alles live, in real time, rechtstreeks te volgen. Een fenomeen waar we nu al een beetje getuige van kunnen zijn. Personen (vaak in maatpakken in de buurt van Europese instellingen – de eurocraten) die druk doende op hun mobieltje aan het tokkelen zijn, geen oog voor de omgeving, enkel voor het schermpje. Hun raam op de wereld; het wereldwijde web. Permanente verbinding, directe communicatie. Het virtuele dagelijkse leven is opgebouwd uit banaliteiten; opinies over dit en dat, de hype van de dag of minuut en “Kijk, die heeft zijn profielfoto aangepast”... Ontelbare gebeurtenissen die allemaal om reactie vragen; like. Permanent volgen – follow –, allemaal toeschouwers van een virtuele realiteit. In een constante stroom van berichten is er geen tijd of plaats om afstand te nemen, positie in te nemen en richting te geven aan het reële leven. De oude mobiele telefoons kwamen al met een clausule van permanente bereikbaarheid (voor wie? voor wat?) en ingebouwd controlemechanisme (voor werkgevers, ouders – “waar ben je?” – en diverse politiediensten). De nieuwe generaties van toestellen hebben die eisen alleen nog uitgebreid tot het virtuele oneindige. Allerhande bedrijven bestuderen en sturen ons virtueel gedrag om hun producten en diensten verpatst te krijgen. De toegang tot deze mobieltjes en de “sociale media” is een goudmijn voor de repressie (“Wie is hij? Waar is ze nu? Wat doet die tegenwoordig? Is er een recentere foto?”).

Een tijdje terug was er wat commotie omdat de operatoren ook 4G netwerken (vertaling: betere verbinding voor nieuwe toestellen die een half maandloon kosten) wouden uitbouwen. De Brusselse stralingsnormen bemoeilijken dit. Meteen dreigementen uit de bedrijfswereld over welke instellingen en bedrijven niet langer meer in Brussel zouden kunnen opereren en hoe slecht dat zou zijn voor de economie (“Oh heilige economie, ze wisten niet wat ze deden, vergeef hun onwetendheid en geef ons onze dagelijkse interest”). Een wakkere geest die tussen de lijnen kan lezen, ontdekt mooie mogelijkheden in zo'n banaal bericht. De communicatienetwerken zijn een essentiële en vooral kwetsbare schakel in de dagelijkse verwoesting en vernedering door de economie en de machthebbers.