vrijdag 9 augustus 2013

Egypte: de revolutie botst tegen het leger en de politiek

De recente gebeurtenissen in de Egyptische revolutie werpen vragen op, die belangrijk zijn om over na te denken en te discussiëren, en die ons nogmaals voor dezelfde vraag doen staan: wat kan dit alles voor ons betekenen, niet als iets dat ver weg gebeurt, maar als iets dat geen grenzen kent en dus ook ons rechtstreeks aangaat.

Maar laten we eerst verduidelijken dat “revolutie” voor ons geen “moment” in de geschiedenis is dat je eruit zou kunnen plukken en erover zeggen: die dag was het revolutie. Revolutie is een langdurig gebeuren, dat plaatsvindt doorheen een reeks van opstanden, een reeks van gewelddadige breukmomenten waarin de macht aangevallen wordt; op grotere of kleinere schaal, individueler of collectiever. Deze opstanden destabiliseren de gevestigde orde; zowel de politieke, als de economische en de sociale orde. Ze creëren een opening voor nieuwe gedachten, voor nieuwe manieren om naar zichzelf en het leven te kijken. Het vrije handelen, net als het vrije denken worden gestimuleerd. De opstandige ervaringen veranderen een mens, omdat ze maken dat hij leert vertrouwen in zijn eigen krachten, en zijn eigen gedachten. En dit alles is noodzakelijke zuurstof om het gevecht brandende te houden.

De Egyptische revolutie voor brood, vrijheid en sociale rechtvaardigheid heeft gedurende 2 jaar en een half haar weg gezocht. Het begon met de opstand tegen dictator Moebarak, die na 40 jaar dictatuur met gebruik van het nodige geweld weggejaagd werd, om dan verder te gaan tegen het leger die de macht overnam. Na 1 jaar en een half van strijd tegen het militaire bewind, richtte de woede van de onderdrukten en revolutionairen zich vervolgens 12 maanden tegen de nieuwe machthebbers: ex-president Morsi en de Moslimbroeders.

Hier zouden we een lijst kunnen publiceren, van alle protesten die er sinds 2011 plaatsvonden, en onze mond zou zeker openvallen vol bewondering en respect voor de niet aflatende moed van al die mensen die de revolte wagen. De feiten zijn natuurlijk van belang, en wel in de eerste plaats voor de individuen die ze geleefd hebben. Zoals eerder al opgeworpen werd: de revolte verandert een mens. En het is enkel door die feiten te beschouwen als ervaringen geleefd door individuen dat ook wij, hier, in deze alom gepacificeerde context, de smaak ervan te pakken kunnen krijgen. Het maakt ons duidelijk dat we niet moeten afwachten tot er hier misschien ooit eens massa’s mensen de straat opkomen, maar dat ook wij hier en nu kunnen revolteren tegen wat ons onderdrukt.

We gaan hier geen overzicht te maken van alle blokkades (van autostrades, treinsporen, metro,…), plunderingen, stakingen, confrontaties, aanvallen (we noemen enkel vlug de aanvallen tegen het presidentiële paleis), betogingen,… In plaats daarvan willen we onze blik naar de diepte richten en nog wat langer stil staan bij de vragen over opstand en revolutie. Als we ons deze vragen niet stellen, dan riskeren we in de val te trappen die de macht voor ons heeft klaargelegd. We riskeren de Egyptische revolutie te lezen als een politiek spektakel, als een “oppositie” tegenover een politieke macht, bijvoorbeeld de moslimbroeders, terwijl er hier veel diepere dingen aan de gang zijn. We riskeren niet te begrijpen dat wat er gebeurde op 30 juni 2013 alles behalve in de handen lag van het leger of een politieke oppositie, maar dat deze smeerlappen het gebeuren juist uit de handen van de onderdrukten in opstand getrokken hebben.

Voorbijgaan aan het spektakel dat de media ons voor de ogen houdt, betekent voorbijgaan aan de hapklare brokken die ze ons voorschotelt. Het betekent zelf op zoek gaan naar wat er gaande is, onze eigen hersenen gebruiken en ons vooral niet blindstaren op de woorden die de macht op ons afstuurt. En zo, wie gehoor geeft aan de taal van de macht, zal geloven dat er op 30 juni miljoenen Egyptenaren de straat opkwamen om “vervroegde presidentsverkiezingen” te eisen, en dat de tussenkomst van het leger een eind heeft gemaakt aan de politieke macht van de moslimbroeders. Maar het gaat hier eigenlijk over een bedrog, een groot nationalistisch en politiek bedrog dat al enige tijd gepropageerd werd.

Het leger is geen vriend van het volk, het is een verdedigende instelling van de staat, en dus een verdediger van de maatschappelijke orde. En het tragische is dat dit leger, dat leger dat verschillende bloedbaden veroorzaakt heeft tijdens haar machtsperiode van 2011 tot 2012, een groot deel van de mensen opnieuw heeft doen geloven dat ze wèl een vriend is van het volk. Dat ze mensen doet geloven dat het generaals waren die de moslimbroeders hebben verdreven, terwijl dat niets meer was dan een show. Het is de revolutionaire beweging op straat, die beweging die het voorbije jaar gevochten heeft als een dier zo wild en met tanden zo scherp, het is die beweging die de val van de moslimbroeders veroorzaakt heeft. De moed en het doorzettingsvermogen van de individuele revolutionairen en revolterende onderdrukten heeft iets groots doen groeien. Het hing al lang in de lucht: de macht zou opnieuw gaan vallen. De politieke campagne Tamarod (een coalitie van politieke partijen die opgeroepen heeft voor 30 juni) heeft zich op het juiste moment gelanceerd om de revolutie uit de handen van de straat te rukken om er een politiek gebeuren van te maken. Een politiek gebeuren van politieke partijen, van presidenten, van verkiezingen en van parlementen. Het leger, dat in Egypte trouwens 40% van de economie bezit, is mee op de kar gesprongen met als enige doel: de staat en de orde te redden van de sociale revolutie.

30 Juni heeft een nieuwe fase ingeluid. Het is belangrijk zich te concentreren, want de revolutie wordt met serieuze middelen bedreigd. Eerst en vooral door één van de machtigste legers ter wereld dat oproept tot een burgeroorlog, enkel en alleen om de aandacht van de revolutie af te leiden en zo de rijkdom en privileges te beschermen voor de verslindende woede van de straat. En vervolgens staat de revolutie voor het geschut van één van de machtigste ideologieën ter wereld: die van de democratie. De democratie, die als enige doel heeft de vrede te bewaren tussen onderdrukkers en onderdrukten. Die de mensen oproept om te gaan stemmen, hun eigen onderdrukkers te kiezen, die bepaalt dat je vredevol mag betogen, die iedereen tot schapen maakt. En dus: laten we onze wolventanden scherpen, en brandhout maken van de Egyptische natie die het leger op handen draagt, brandhout maken van àlle politieke partijen en ideologieën, van alle leiders, religieus of seculier. En laten we antwoorden vinden op de vereisten van de sociale revolutie. Laten we haar verder duwen, vol durf, vol lef, vol overtuiging.

Er komen ook mensen op straat die zich uitdrukken tégen zowel het leger als de moslimbroeders, die zich uiten vóór de voortzetting van de revolutie, vóór de eisen van de revolutie: brood, vrijheid en sociale rechtvaardigheid. Dat ieder op zoek gaat naar manieren die hij gepast acht om solidariteit uit te drukken met deze beweging. Weg met het leger, weg met de moslimbroeders, weg met de staat en alle macht. ERHAL!