donderdag 12 september 2013

Van werf tot werf...

Brussel: laboratorium van de macht

De stad is altijd in verandering. Deze verandering kan soms traag en log lijken, maar als je gaat kijken naar al de verschillende terreinen waarop ze plaats vindt is het snel duidelijk dat er hard gewerkt wordt om Brussel een nieuw kostuum aan te meten. De zogenaamde crisis waarmee ze ons rond de oren slaan lijkt ver weg bij het zien van zoveel bedrijvigheid. Met het gevaar er duizelig van te worden, ziehier toch even een greep uit het aanbod van de verschillende Brusselse autoriteiten. Nieuwe en intelligentere camera’s worden geplaatst, nieuwe politiecommissariaten worden gebouwd, de tewerkstelling in uniform verhoogd vrijwel overal, glimmende kantoortorens en appartementsblokken rijzen als paddenstoelen uit de grond, het terrein voor het grootste Belgische gevangeniscomplex wordt klaargestoomd in Haren, gigantische winkelcomplexen zijn gepland voor verschillende uithoeken van Brussel zowel als de ontwikkeling van nieuwe industrieterreinen, de Europese wijk wordt verder uitgebouwd en er wordt gesleuteld aan een uitgestrekt transportnet (het ‘GEN-netwerk’) dat Brussel op een snelle en gecontroleerde manier moet verbinden met de omliggende dorpen en steden.

Het is belangrijk te zien dat dit geen geïsoleerde ingrepen zijn maar dat ze met elkaar in verbinding staan, en allen samen getuigen van een bepaalde visie. Ze poten bijvoorbeeld in bepaalde wijken loften neer die logischerwijs enkel welgestelden aantrekken, in de hoop dat hun arbeidsethos en burgerzin een positieve invloed zouden uitoefenen op hun omgeving. Bovendien weten ze maar al te goed dat deze inplantingen alles in de nabijheid duurder zullen maken en dat dit een deel van de omwonenden sowieso zal verbannen. Tegelijkertijd bouwen ze in diezelfde wijken een cameranetwerk uit die de algemene controle moet verhogen. Of neem het GEN-netwerk. Ze bouwen aan een snel en efficiënt transportnet zodat mensen dagelijks van buiten de stad in de stad als voer voor de economie kunnen dienen. Tegelijkertijd verhogen ze de dreiging van de gevangenis voor iedereen die niet mee huppelt in de aangegeven richting. Denk aan het opbod aan wetten, de steeds verdere ontwikkeling van het gevangeniswezen, nieuwe bakken, meer enkelbanden enzovoort. Dit zijn maar enkele voorbeelden van hun projecten waarmee ze duidelijk op twee paarden tegelijk aan het wedden zijn. Aan de ene kant willen ze ons voortdurend aanmanen ons in dit systeem te integreren, diens logica van werk, geld en autoriteit eigen te maken en zo 'volwaardige burgers' en consumenten te worden. Aan de andere kant, voor diegenen die zich niet kunnen integreren of deze logica verwerpen, staat er een onverholen en steeds bredere waaier aan repressieve middelen klaar. Deze gaan van zogenaamde 'opwaarderingen' van bepaalde buurten waardoor we stilaan de stad uit gepest worden, langs de permanente aanwezigheid van camera's, politiepatrouilles en allerhande controleurs, naar steeds meer gevangenissen.

De stad is altijd in verandering. Maar voor de macht zal het altijd een laboratorium blijven waarin ze bouwt aan een orde die gebaseerd is op uitbuiting en controle. Een orde die evenwicht vindt in de economische en autoritaire relaties tussen haar onderdanen. Een orde die elk experiment van andere verhoudingen onder elkaar en ideeën over vrijheid onmogelijk en ondenkbaar wil maken, en de gehoorzaamheid van éénieder probeert af te dwingen door haar valse noodzakelijkheid in onze hoofden te nestelen. Voor de keuze om toch in opstand te komen omdat we deze gevangenschap niet aanvaarden bestaan geen recepten of berekeningen. Maar als we willen proberen te weten te komen hoe het voelt om totaal andere dingen te leven en te dromen moeten we de onderdrukkende routine doorbreken.

Laten we aanvallen wat het onmogelijk
maakt in vrijheid te leven
Laten we hun projecten saboteren
Laten we de stad afbreken